Gedurende het 30ste congres van de Mont Pelerin Society werd zoals gewoonlijk over de marktfilosofie gedebatteerd. Ditmaal in het bijzonder over de politieke orde, die bij een onbelemmerde markteconomie past. Het congres, dat van 3 tot 9 september jl. in Hongkong plaatsvond, trok 350 geleerden uit 30 verschillende landen.

Professor George Stigler, Dean van de Chicago Graduate School of Business sprak over de populariteit van het socialisme. Heeft de mens zich vergist over de aard van het socialisme of over de aard van de democratie waarvan het socialisme een onvermijdelijk bijproduct is? Of zou de mens soms meer waarde hechten aan illusies dan aan werkelijkheid?. Professor Friederich Hayek (Nobelprijs 1974) stelde voor de eerste twee thesen uit te testen door het houden van een openbaar debat met de socialisten en het invoeren van een demarchie als verbetering van de democratie. De scheiding van het engelse parlement in een hoger- en lager-huis zou oorspronkelijk dezelfde reden gehad hebben. Maar door een ondoordachte verdeling van bevoegdheden konden de Engelsen tenslotte niet voorkomen dat de wetgever haar kiezers financiële voordelen ging toespelen.

Milton Friedman meldde zijn toehoorders, dat meerdere regeringen op het verbale vlak nu zijn theorieën aanhangen, maar dat zij in werkelijkheid nog steeds op de Keynesiaanse toer zijn. Bij de discussie over rassenproblemen toonden de Britten aan dat rassenconflicten vooral acuut zijn in de door de staat gesubsidieerde woonwijken omdat daar de hergroepering van bewoners langs etnische lijnen moeilijker verloopt dan in particuliere woonwijken. Het rassenprobleem in Zuid-Afrika werd als het kostbaarste ter wereld beschreven: een derde van het bruto nationaal product wordt aan de instanthouding van dit probleem besteed. Geen wonder dus dat een tegenstander van apartheid als Chief Butzelesi een groot voorstander is van de vrije markteconomie.

In Rhodesië en Namibië bestaat ook een grote belangstelling voor de vrije markt- economie. In Namibië werd zelfs een indrukwekkende Bill of Rights opgesteld, die aan het ontwerp voor de definitieve grondwet werd gehecht. Amerika en Engeland wisten echter gedaan te krijgen dat de Bill of Rights niet in de grond-wet werd opgenomen nota bene om de communistische minderheid in dat land niet in verleaenheid te brengen!

Het goede nieuws uit Frankrijk was de afschaffing van de prijscontrole. Eigenlijk is het een wanhoopspoging om niet verder achter te blijven bij Duitsland dat in 1948 al zijn prijscontrole afschafte. Toch is het denkbaar, dat in Frankrijk nog verdere maatregelen naar een vrijere markteconomie genomen zullen worden. De denkbeelden van vier jonge Friedmaniaanse franse economen, Les Nouveaux Economistes, vinden momenteel door de gehele franse pers grote bijval.

Hongkong was ditmaal als plaats van samenkomst gekozen, omdat het van alle landen ter wereld het dichtst het ideaal van een vrije markt benadert. Professor Chung liet aan de hand van de Rent Control wetten van Hongkong zien, dat de typisch socialistische aanpak van het woningtekort in Hongkong in het geheel geen vat heeft gekregen op de marktsituatie. De vrije krachten in de samenleving wisten hun eigen oplossing door te zetten.

De Japanse leden van de Mont Pelerin Society, onder wie de eerste minister Takeo Fukuda, verzorgden ditmaal de organisatie van het programma. Als er een enkele boodschap was, die zij de congressisten wilden meegeven, dan was het wel deze: Overtuig uw regering ervan de inflatie – net als in Japan – geheel stop te zetten. Dat is de belangrijkste stap die de rest van de wereld moet nemen om niet in welvaart bij Japan achter te raken.