U zult zeggen dat er mensen zijn die armoede lijden en dat de wet voor hen een uitkomst zal zijn. Maar de wet is geen vrouwenborst die zich telkens weer met melk vult. Evenmin worden de melkklieren van de wet aangevuld vanuit een bron buiten onze samenleving. Niets kan de openbare schatkist binnenvloeien ten gunste van deze of gene burger of groep van burgers tenzij een andere burger of groep van burgers gedwongen worden geld op te sturen. Indien elke persoon evenveel uit ’s landsschat- kist haalt als hij erin stopt, dan is het waar dat de wet van niemand rooft. Maar dan doet de wet niets meer voor de arme mensen. Het zou geen inkomstennivellering bevorderen. De wet kan alleen dan gelijkheid verwezenlijken als het van de een afpakt en aan andere personen toedeelt. Wanneer de wet zoiets doet, is het een rooftuig.

Houd dit in gedachten als U kijkt naar douanetarieven, subsidies, gegarandeerde inkomens, verambtelijke baantjes, bijstand en sociale voorzieningen, openbaar onderwijs, progressieve belasting, gesubsidieerde rente en openbare werken. U zult merken dat al deze zaken gebaseerd zijn op roof – georganiseerd onrecht.

Frédéric Bastiat, een Franse senator, anno 1850.