Eindelijk mag ik dan het genoegen smaken jullie de persoon voor te stellen die ik zonder meer…
Eindelijk mag ik dan het genoegen smaken jullie de persoon voor te stellen die ik zonder meer als mijn geprefereerde libertarische denker beschouw: David Friedman, zoon van Milton, een heel stuk radicaler dan zijn vader en begaafd met diezelfde slagvaardigheid en overtuigingskracht. Friedmans ideeën vormen een variant op het anarchokapitalisme, dat we reeds kennen van Murray Rothbard; de stelling dus (voor degenen die de stof niet goed ingestudeerd hebben) dat de staat gewoon vervangen kan worden door de vrije markt in plaats van hem, zoals met name de klassiek-liberalen verdedigen, te moeten beschermen. De accentverandering bij David Friedman zit in een verschuiven van het moralisme, dat we ook bij Rothbard, zoals bij de meeste libertariërs, ontmoeten, naar een meer nuchtere, op de economie gesteunde aanpak. In aansluiting met de typische houding van de Chicagoschool is het zelfs bijna meer een “beschrijven” dan wel “voorstaan” van een bepaalde evolutie. Waar bv. Rothbard het heeft over een vaag “wettelijk-juridisch klimaat” dat in een vrije-marktsysteem van rechtbanken en beschermingsorganisaties er voor zal moeten zorgen dat deze organisaties wel degelijk individuele rechten zullen beschermen zoals het libertarisme die ziet, geeft David Friedman grif toe dat daar geen sluitende garantie voor bestaat.
Als onder een bepaalde bevolkingsgroep de vooroordelen tegen bv. homoseksuelen of druggebruikers zeer sterk zijn, aldus Friedman, zal zich dat ook in een anarchokapitalistisch systeem weerspiegelen in de handelwijze van bovenvermelde organisaties, net zoals dit nu het geval is voor staatsbeslissingen in een etatistisch systeem. Het voordeel van een vrije-marktsysteem is dat er alvast eerder een tendens zal zijn naar het eerbiedigen van individuele rechten dan naar het schenden ervan, dit op grond van het bekende principe dat gestolen goederen steeds minder waard zijn voor de dief dan voor de bestolene (extra kosten voor het slachtoffer zijn, sentimentele waarde, rompslomp bij het zorgen voor de vervanging, je plannen zijn in de war daar je geen rekening hebt gehouden met het plotse verlies). Er zal dus, hoe cynisch dit ook moge klinken, voor elk mogelijk slachtoffer reden toe zijn zijn mogelijke aanranders of uitbuiters om te kopen om hem met rust te laten. Daar nu, morele beschouwingen erbuiten gelaten, iedereen net zo goed potentieel slachtoffer als potentiële agressor is, kan iedereen iedereen omkopen, met als uiteindelijk gevolg dat we allemaal onze duiten gewoon laten zitten. Een soort nieuw sociaal contract op vrije-marktbasis kan je zeggen.
David Friedman is m.i. op zijn best aan het werk in een korte studie van een of ander concreet en gewoonlijk zeer emotioneel geladen probleem. Neem dat van de partijpolitiek. Voor of tegen de Amerikaanse Libertarian Party; voor of tegen een houding van strikte ideologische zuiverheid; in de eerste plaats ideeën aan de man brengen of stemmen trachten halen en kandidaten doen verkiezen.
David Friedmans logica snijdt door deze veel besproken problemen als het spreekwoordelijke mes door de boter. De bedoeling van ideologisch gemotiveerde partijmilitanten, is uiteraard ideeën aan de man brengen. Dit doen ze via een organisatie, in casu de LP. Naarmate die bedoeling slaagt wint de LP aan sterkte en krijgt zij “marktwaarde”, zij heeft immers iets te bieden, namelijk het vooruitzicht op een stukje politieke macht (die volgens de militanten uiteraard moet en zal gebruikt worden om de macht van de politiek precies terug te schroeven). Dus gaat zij mensen aantrekken die niet meer zo ideologisch gemotiveerd zijn, maar die wel iets van die macht mee willen inpikken. Zelfs bij deze pragmatici kan dit nog steeds gebeuren door een zeer libertarische koers te varen. Anderen zullen echter gewoon doen wat ze politiek interessant achten. Wat dit zal zijn zal gedeeltelijk afhangen van wat groep (de “puristen”) ondertussen heeft kunnen bereiken, m.a.w. hoe gunstig het ideologisch klimaat ondertussen voor het libertarisme is geworden in de maatschappij als geheel. Is dit gedeeltelijk gelukt, dan zullen ook de andere partijen mee trachten hetzelfde produkt (steeds libertarisme) op de politieke markt te verkopen.
Het precieze resultaat van dit alles is moeilijk te voorzien. Het is zeer goed mogelijk dat dit een groot succes is voor het libertarisme, maar niet voor de LP. In dat geval zal de LP dezelfde rol gespeeld hebben als een container: zeer nuttig, hoewel bedoeld om uiteindelijk weggegooid te worden.
Met dezelfde passieloze, maar vlijmscherpe logica onderzoekt David Friedman het zo mogelijk nog meer geladen probleem van defensie en buitenlandse politiek. Zijn argumentatie is hier iets complexer en dus nog moeilijker in enkele regels weer te geven. Ik zie dus af van elke poging in die richting, vooral daar ik hoop dit probleem binnenkort eens afzonderlijk te onderzoeken.
Ondertussen kan alvast gezegd worden dat Friedman ook hierin slaagt de verkrampte standpunten van zowel links-isolationistische als rechts-militaristische zijde te doorbreken.