Eindelijk een objectieve verklaring voor de Objectivistische Deugd: WELDADIGHEID. …
Eindelijk een objectieve verklaring voor de Objectivistische Deugd: WELDADIGHEID.
Objectivisten en Libertariers hebben jarenlang niet goed raad geweten met het begrip ‘weldadigheid. (benevolence). Ayn Rand heeft bij de ontwikkeling van haar filosofie een morele basis gelegd onder het begrip ‘egoïsme’. Het hoofddoel van de mens is, dat hij gelukkig is. Daartoe heeft hij het Recht op zijn eigen leven, en uiteraard om dit leven in stand te houden. Een ander heeft er dus geen recht op. Waaruit dan weer logisch volgt dat niemand geweld, dwang of fraude tegen een ander mag beginnen.
Egoïsme heeft echter in de maatschappij vooral een negatieve image gekregen. Vaak bedoelt men ermee dat iemand maar doet waar hij zin in heeft, zonder rekening te houden met, en vaak ten koste van anderen. Het spreekt vanzelf dat dat dat in tegenspraak is met het Objectivisme.
Door die grote nadruk die Rand legde op het individu, zijn eigen geluk, en het woord egoïsme (selfish) daarbij centraal stelde, kregen heel wat aanhangers van deze filosofie toch problemen met weldoen, of het goed zijn voor anderen. In sommige gevallen zo sterk dat er personen waren die weldaden voor anderen afkeurden. Dat is nooit de bedoeling van Rand geweest. In haar boeken laat ze diverse malen zien dat haar (rationele) helden ook weldadig zijn.
Toch noemde zij weldadigheid niet bij haar zeven hoofddeugden: Rationaliteit, Onafhankelijkheid, Produktiviteit, Eerlijkheid, Rechtvaardigheid, Integriteit, Trots. David Kelley toont in zijn nieuwe boek aan dat Weldadigheid essentieel in dit rijtje past, en dat Mildheid, Beleefdheid en Gevoeligheid belangrijke onderdelen ervan zijn. Weldadigheid past geheel in de visie dat de belangen van rationele mensen niet met elkaar in conflict zijn. Het is zelfs essentieel om in de maatschappelijke samenleving ieders eigenbelang te maximaliseren. Door weldadigheid, welwillendheid stellen we ons open om te onderzoeken of en hoe we met een ander kunnen of willen omgaan. Door rechtvaardigheid nemen we het besluit.
Hulp verlenen aan anderen is een daad van edelmoedigheid, en zeker niet een verplichting waar de ander recht op heeft. (Peikoff in OBJECTIVISM, The PHILOSOPHY OF AYN RAND). Kelley vult dit aan met: De donor moet vrij zijn om waardes en risico’s te beoordelen in het kader van zijn eigen situatie. Maar als een hulpactie objectief passend is, dan is het moreel vereist deze uit te voeren en het falen om deze te verstrekken is moreel schuldig.
Kelley toont aan dat weldadigheid een grote parallel vertoont met produktiviteit. Door produktiviteit creëren we een grotere welvaart. Door welwillendheid creëren we een klimaat waarin grotere produktiviteit mogelijk wordt.
Voor iedereen die geïnteresseerd is in de Objectivistische en Libertarische filosofie een essentieel boek.
ISBN 1-57724-000-6
David Kelley: Unrugged Individualism: The Selfish Basis of Benevolence
Een “soft cover” boek, 70 pag.
Institute for Objectivist Studies