In Zweden heeft men, eind 1985 de belasting op video-tapes met 2/3 verminderd tot 15 SEK = ƒ 5.50. Dat gebeurde naar aanleiding van het feit dat er vrijwel geen tapes meer in de “legale” (dus belaste) handel werden verkocht. Het “zwarte” circuit bloeide echter als nooit tevoren.

In de eerste twee maanden na de belastingverlaging werden er al meer tapes verkocht dan in heel 1985! Voor 1986 wordt een belastingopbrengst verwacht, 2x zo groot als in ’85.

In een radio interview met de Min. van Financiën dhr. K.O. Fjeldt werd als vraag gesteld of hij dacht dat dit een mooi voorbeeld was voor de theorie van Laffer.

Antwoord:”Nee, dit heeft niets met de Laffer Curve te maken, want het is duidelijk dat de mensen bij een bepaalde belastingdruk ophouden met werken. Niemand weet echter waar dat punt ligt. De oorzaak van dit geval ligt in de slecht geconstrueerde belastingwetgeving (ik heb overigens niet aan deze wet meegewerkt) en daardoor is die zwarte markt ontstaan. De eenvoudigste manier om de legale markt te herstellen is de belasting te verlagen en op die manier de belasting gemakkelijker hanteerbaar te maken”.

Voor iedere politicus en vooral voor een Minister van Financiën uit een zo zwaar belast land als Zweden, is het natuurlijk onmogelijk om hierin de curve van Laffer te erkennen. Als volgende vraag zou wel eens een vraag naar een algehele belastingverlaging kunnen komen om op die manier de economie op een gezondere leest te schoeien.

Het is duidelijk dat politici dit zien als een geïsoleerd probleem, ze hoeven dan niet op andere plaatsen in te grijpen. Dergelijke praktijkgevallen zien we regelmatig om ons heen. Het is tijd dat dit soort zaken regelmatig wordt gesignaleerd en gepubliceerd.

VH