De marktprijs

Wat gebeurt er als er door een overheid kunstmatig in de prijzen van iets wordt ingegrepen?

Allereerst moeten we dan bespreken wat de “prijs” van iets is. Normaal, zonder overheidsinvloed, is een “prijs” het bedrag waarbij koper en verkoper, op een bepaald moment, tot overeenstemming komen. Typisch voorbeeld hiervan is de marktprijs. Een marktkoopman stelt, afhankelijk van vraag een aanbod (zijn voorraad) een zo hoog mogelijke prijs aan het begin van de marktdag. Zijn de andere marktkooplieden met datzelfde ding goedkoper, verlaagt hij zijn prijs. Heeft hij aan het eind van de markt nog veel spul over, verlaagt hij zijn prijs nog meer. Overhouden is voor de koopman meestal verlies.

Of die markt nu in groenten, huizen, aandelen of banen is, vraag en aanbod bepalen de prijs.

Wanneer de overheid ingrijpt, bijvoorbeeld door de prijs van iets vast te stellen, gaan er gekke dingen gebeuren (b.v. minimum broodprijs, importheffingen die prijsverhogend werken, minimum loon etc.).

Onze marktkoopman zal bij een minimum verkoopprijs van zijn groenten (waaronder hij niet mag verkopen), vermoedelijk groenten overhouden, terwijl als er een maximumprijs zou zijn opgelegd, hij waarschijnlijk te weinig voorraad zal inkopen (omdat hij weet dat hij te weinig winst voor die prijs kan maken). In beide gevallen komen én de marktkoopman en de klanten te kort. Hoe simpel het voorgaande misschien lijkt, hoe weinig overheden daarvan begrijpen. Ondanks deze 1 + 1 logica hebben wij minimumbroodprijzen, tariefbeschikkingen voor artsen en specialisten, allerlei heffingen en, niet te vergeten, allerlei garantie en interventieprijzen. Dat die laatste tot melkmeren, boterbergen, wijnplassen, of foliesloten, vleesbergen en graanoverschotten leiden, leg ik u volgende keer graag verder uit.

Spreiding appelen en peren

Sinds ik in de Betuwe zit, krijg ik ook informatie over fruit. Bijvoorbeeld dat alle perenaanplant door de afgelopen vorst is bevroren.

Dat betekent grote verliezen vroor de perentelers, waarbij hun financiële ramp enigszins beperkt wordt wanneer ze niet alleen peren, maar ook appels, pruimen en kersen telen. Kortom hun verlies zal kleiner zijn wanneer zij spreiding betrachten in plaats van zich op één product te richten.

Overigens, straks blijkt weer een marktprincipe: diegenen, die wel peren kunnen leveren, bijvoorbeeld van oude perenbomen of import, zullen hogere prijzen kunnen vragen vanwege het beperkte aanbod.

Wat kunnen wij hier nu van leren? Allereerst natuurlijk dat we nu maar alvast onze perenstroop moeten inslaan. Belangrijker is echter dat we zien dat spreiding van belegging essentieel is. Ik neem aan dat voor u en de fruitteler niet geldt “de allerhoogste opbrengst”, die zou te verkrijgen kunnen zijn door je op één oogst of één aandeel te richten, met alle risico’s van dien. Maar dat voor u geldt, een spreiding van risico’s zodat als er iets fout gaat u toch nog wat overhoudt. Door spreiding krijgt u lagere winsten in vergelijking tot iets wat omhoog gaat en waar u voor 100% in zat. Helaas weten we nooit wat omhoog of omlaag gaat, tenzij we voorwetenschap hebben en dat vindt “men” zo slordig (zie mijn vorig artikel).

Dus blijft spreiding over.

Ik denk daarbij op dit moment aan:

– goud en wat daarmee samenhangt tegen inflatie en wereldcrisis.

– Nederlandse/Duitse en Belgische aandelen voor vermogensgroei en wat inkomen.

– Australische en Nieuw-Zeelandse obligaties voor inkomen en (speculatief) valutastijging.

– vastgoed.

Daarbij het gematigde resultaat vanwege spreiding wat opvijzelen door:

– callopties Kon Olie; AKZO; AMRO;en Philips die ver weg zijn en laag noteren.

– als u durft de converteerbare obligatie Hoogovens. U krijgt 6% rente en trekt het aandeel aan, dan krijgt u nog wat extra’s. Beide laatste punten zijn bedoeld om vooral mee te doen aan de vreemde situatie van Wall Street stijging, die nog ingehaald zal moeten worden in Europa.