De eerste definitie die gegeven moet worden is de definitie van definitie. Een definitie…
De eerste definitie die gegeven moet worden is de definitie van definitie.
Een definitie van de betekenis van een woord of symbool door iemand is een omschrijving of aanduiding van het aspect van de werkelijkheid waarvoor dit woord staat op zö’n manier dat hierin uitgedrukt wordt hoe dit aspect zich onderscheidt van alles waarvan hij kennis heeft, waarvan hij weet heeft, of waarvan hij zich het bestaan bewust is.
In de definitie van definitie kwamen de termen ‘omschrijving’ en ‘aanduiding’ voor. Aanduiden kan plaatsvinden door het aanwijzen.
Een ‘Ostensieve definitie’ is een definitie door aanwijzen. Kleuren worden bijvoorbeeld op deze manier van een naam voorzien.
Er is een verschil tussen een woord en zijn betekenis. Een Woord is een symbool voor een definitie. De betekenis van een woord is de definitie van dit woord. Een begrip is een woord, samen met zijn betekenis. We zeggen, dat iemand de betekenis van een woord begrijpt als hij aan de hand van de definitie kan zien, hoe het begrip dat staat voor dit woord zich onderscheidt van alle andere begrippen die hij kent.
Sommige mensen maken misbruik van het feit dat er een verschil is tussen woorden en hun betekenissen. Deze mensen geven dan aan bepaalde woorden andere, soms zelfs volkomen tegengestelde betekenissen dan ze oorspronkelijk hadden. Om deze vorm van in-verwarring-brengen duidelijk te maken volgen nu een aantal definities die in deze zaak klaarheid brengen. Een Gestolen Woord is een woord waaraan een andere, soms zelfs een volkomen tegengestelde betekenis gegeven wordt dan de oorspronkelijke. Ayn Rand gebruikte hiervoor de term ‘stolen concept’.
Een Drijvende Abstractie is een begrip dat niet op eenduidige wijze gerelateerd kan worden met de werkelijkheid, of zelfs geen enkele referent in de werkelijkheid kan hebben. Voorbeelden: ‘God, Extremisme’. Een ‘pakket-definitie’ is een definitie die impliciet gegeven wordt door een opsomming te geven van een aantal verwante termen, en daaraan het woord, dat van betekenis voorzien moet worden toe te voegen. Dit toevoegen van dit woord gebeurt meestal aan het eind, want de verschillende verwante termen dienen alleen om een bepaalde emotie op te roepen en door de opsomming deze emotie steeds meer te versterken. Als de emotie dan op zijn sterkst is, dan wordt het woord dat van een betekenis voorzien wordt, genoemd, zodat deze emotie voortaan geassocieerd wordt met het woord. Op deze manier kun je een vooroordeel aanbrengen bij mensen.
Voorbeelden: ‘Ik heb een hekel aan milieuverontreiniging, atoomwapens, oorlog, massamoord en mijn schoonmoeder.’
‘Ik ben tegen totalitaire regimes, machtsmisbruik, uitbuiting van de werkende klasse en Kapitalisme.’ Een Anti-Definitie is een serie woorden die schijnbaar een definitie vormen, maar waarbij het denken zich geen voorstellen kan vormen omdat de manier waarop de definitie opgesteld is tegenstrijdigheden bevat. Het denken kan zich alleen iets voorstellen bij iets dat geen tegenstrijdigheden bevat. Voorbeelden: ‘Algemeen Belang’ (Er bestaan alleen maar belangen van individuen, en die belangen zijn vaak volkomen met elkaar in strijd) ‘Openbaar Bezit’. (Het is altijd iemand die iets bezit. Iets bezitten wil zeggen, ermee kunnen doen wat je maar wilt. Met het z.g.n. openbare bezit mag niemand doen wat hij maar wil. Dit betekent dat iets, wat als openbaar bezit aangemerkt wordt, door niemand bezeten wordt. Want niemand mag ermee doen wat hij wil).
De eerste dimensie: het bestaan
We kunnen nu de definitie geven van het begrip ‘bestaan’.
Iets bestaat, als het ostensief gedefinieerd, dus aangewezen kan worden. Aangewezen in de meest brede betekenis van het woord. Emoties bijvoorbeeld, bestaan, omdat de personen die de emotie heeft in zijn lichaam de plaatsen kan aanwijzen waar hij de uitwerking ervan voelt. Evenzo bestaan massa, elektrische velden, enz. Het aanwijzen dient dan om hetgeen waargenomen wordt te onderscheiden van al het andere dat ook waargenomen kan worden.
Het Bestaan is de som van alles, wat bestaat. (Die Welt ist alles, was der Fall ist. Wittgenstein). Als iets bestaat dan kan het aangewezen worden. Dit betekent echter niet dat het bestaan van iets afhankelijk is van het kunnen-aanwijzen-ervan. Nee, het kunnen aanwijzen van iets bestaands is van het bestaan ervan afhankelijk, en niet omgekeerd. Als iets bestaat dan kan het aangewezen worden. Maar als er aangewezen wordt dan wil dit niet zeggen, dat er iets bestaands aangewezen wordt. Iemand kan bijvoorbeeld hallucineren, en een geest aanwijzen.
Het Bestaan van alles dat bestaat, het Bestaan van het Bestaan is onafhankelijk van ons. Dit feit kan uitgedrukt worden door de formule:
Het bestaan bestaat
Een waarheid is een definitie van iets bestaands, of van een attribuut van iets bestaands, (een existent), of van een combinatie van existenten, of een combinatie van attributen van existenten.
Een onwaarheid is een definitie van iets dat in strijd is met een waarheid.
Er zijn 7 grondvormen van waarheden, overeenstemmend met de 7 dimensies van het menselijke bestaan. Er zijn daarom ook 7 grondvormen van onwaarheden. Alle waarheden hebben ofwel één van deze grondvormen ofwel zijn combinaties hiervan. Alle onwaarheden hebben minstens één factor die in strijd is met één van de waarheden.
Deze 7 grondvormen zijn: 1: fysische waarheden, 2: logische waarheden, 3: technische waarheden, 4. sociale waarheden, 5: psychologische waarheden, 6: existentiële waarheden, en 7: waarheden van het bewustzijn. Fysische waarheden worden ook wel feiten genoemd. Voorbeeld: diamant is het hardste materiaal. Fysische onwaarheden zijn definities die in strijd zijn met de natuurwetten.
Logische waarheden zijn wetten van het denken. Voorbeeld: tegenstrijdigheden zijn niet denkbaar. Logische onwaarheden zijn omschrijvingen waarbij niets voorgesteld kan worden. Voorbeeld: Een zeker vlak is een vlak dat overal wit is en tegelijkertijd overal zwart. Technische waarheden zijn door ons realiseerbare concepten. Voorbeeld: een televisie die op papier staat. Technische onwaarheden zijn niet-realiseerbare concepten, bijvoorbeeld het perpetuum mobile.
Sociale waarheden zijn samenlevingsprincipes met behulp waarvan wij tot een goed draaiende samenleving kunnen komen.
Voorbeeld: het Rationele Egoïsme (d.i. het principe dat elk mens er in de eerste plaats voor zichzelf is) is het enige principe dat indien eenmaal algemeen aanvaard, leidt tot wereldvrede.
Sociale onwaarheden zijn samenlevingsprincipes wier invoering leiden tot het verval van de cultuur. Voorbeeld: Het Altruisme (d.i. het principe dat elk mens er in de eerste plaats voor de ander is) is het enige principe dat eenmaal algemeen aanvaard, leidt tot wereldvrede. Psychologische waarheden zijn principes die ons vertellen hoe wij psychische pijn kunnen opheffen, of die ons kunnen vertellen hoe wij als mens gelukkig kunnen worden.
Voorbeeld: Een depressie is een aanpassingsmechanisme dat in werking treedt zodra een belangrijk aspect van ons leven is weggevallen. Depressies mogen daarom niet onderdrukt worden, maar kunnen wel richting gegeven worden door ons denkmechanisme. Psychologische onwaarheden zijn principes die het natuurlijk functioneren van het denkmechanisme ontwrichten. Existentiële waarheden zijn principes, die ons vertellen hoe wij een zinvol leven kunnen leiden. Of, om het anders te zeggen, die ons geluk kunnen optimaliseren. Voorbeeld: Alleen als wij een doel in ons leven hebben dat wij zelf verkozen hebben, kunnen wij het leven als zinvol ervaren.
Existentiële onwaarheden zijn principes, die suggereren dat zij ons een zinvol leven kunnen verschaffen, maar die leiden tot apathie en doelloosheid. Voorbeeld: een mens moet in het leven datgene doen waarvoor hij is voorbestemd.
Waarheden van het bewustzijn zijn principes die ons kunnen vertellen hoe wij kunnen afrekenen met de dood en onze sterfelijkheid.
Voorbeeld: Ons ‘ik’-gevoel staat niet los van het denken maar is een product daarvan.
Onwaarheden van het bewustzijn zijn principes die ervoor zorgen dat de onzekerheid over onze dood en onze sterfelijkheid blijven bestaan. Voorbeelden: het geloof (dus het aannemen zonder bewijs) in een hiernamaals, en een hemel.
Naast waarheden en onwaarheden bestaan er ook nog willekeurige beweringen.
Een willekeurige bewering is een bewering, die op geen enkele manier bewezen, maar ook op geen enkele manier weerlegd kan worden. Het zal duidelijk zijn dat een echt rationeel mens een willekeurige bewering, als deze eenmaal als zodanig herkend is, absoluut niet serieus meer hoeft te nemen. Voorbeelden van willekeurige beweringen: “God bestaat”; “Wij leven nu in het Aquarius- tijdperk”; “Het hele bestaan is te begrijpen als een strijd tussen het goede en het kwade”.
Het niet herkennen van de categorie van de willekeurige bewering heeft o.a. tot het z.g.n. agnosticisme geleid. Het agnosticisme stelt dat het bestaan van God niet bewezen, maar ook niet ontkend kan worden. Het stelt daarom dat zowel theïsten als atheïsten een even geldig standpunt vertegenwoordigen, en daarom beiden even veel gelijk hebben. Zodra je de categorie van de willekeurige bewering herkent dan zie je in dat het agnostische standpunt in feite een aanval op het realisme en de rationaliteit vertegenwoordigt, want volgens het agnosticisme moeten we willekeurige beweringen serieus nemen. Als iemand beweert dat God bestaat dan moet je hierop reageren met: „Dat kun je niet bewijzen”. De gelovige zal hierop zeggen: „Maar het is ook niet te weerleggen’. Waarop je kunt reageren met: „Het is dus een willekeurige bewering, en als zodanig hoef ik hem niet meer serieus te nemen.” Einde discussie. Ten opzichte van de werkelijkheid zijn er 3 opvattingen mogelijk, waarvan de eerste 2 die nu volgen onjuist zijn, omdat ze het waar-zijn van een theorie te eenzijdig benaderen. De eerste opvatting benadert het waarheidsprobleem volledig vanuit de werkelijkheid, en veronachtzaamt het feit dat er voor kennis een kenner nodig is. De tweede opvatting gaat volledig uit van de kenner, en veronachtzaamt het feit dat het bestaan van iets onafhankelijk is van de kenner.
Het Absolutisme beweert dat er alleen een absolute realiteit is. Waarheden die ontdekt worden zijn overal op toepasbaar, en hebben een oneindig geldigheidsgebied. (Context:) er bestaan alleen absolute principes en absoluut geldige abstracties. Er bestaan alleen volledig vaste begrippen. Het toetsen van principes op zijn geldigheid is verder onnodig als eenmaal de waarheid ervan is vastgesteld, of als het logisch is. Iets wat volgens een absoluut principe moet bestaan, bestaat ook werkelijk, mits de groepering die dit absolute principe naar voren brengt dit zegt en hierin unaniem is. De volgende opvatting, het pragmatisme, vormt hierop een extreme reactie.
Het Pragmatisme is de filosofie die beweert dat er geen objectieve realiteit onafhankelijk van mensen bestaat, geen blijvende waarheid bestaat, en er geen absolute principes bestaan. Er bestaan geen geldige abstracties en geen vaste begrippen. Alles moet altijd op zijn praktische bruikbaarheid worden getoetst, want alles kan plotseling zijn geldigheid verliezen. Objectiviteit is niets anders als collectief subjectivisme. Alles wat de mensen voor waar houden is ook waar als hier algemeen overeenstemming over bereikt is. Alles wat mensen graag als bestaand zouden zien, bestaat ook werkelijk, mist voldoende mensen het hiermee eens zijn. Deze filosofie wordt heden ten dage (1988) door vrijwel iedere intellectueel (vooral van de softe hoek, psychologie, sociologie, enz.) verdedigd.
Beide opvattingen leggen teveel nadruk op ofwel het subject, ofwel op de realiteit, en zijn door deze eenzijdigheid in de kern onjuist. De volgende opvatting houdt zowel rekening met het onafhankelijke bestaan van het bestaan, als met het feit, dat voor het kennen van de werkelijkheid inderdaad een kenner nodig is. Vandaar dat ik deze opvatting ‘objectief’ noem.
Het Objectivisme beweert, dat er maar één realiteit bestaat, waarin waarheden voorkomen die weliswaar niet overal op toepasbaar zijn, maar die altijd toepasbaar zijn op die gebieden, waarvan door het experiment is vastgesteld dat ze daar inderdaad geldig zijn. (Dit geldigheidsgebied heet de context). Waarheden kunnen binnen hun context nooit weerlegd worden. Wél kan blijken dat waarheden speciale gevallen zijn van andere, nog fundamentelere waarheden, die dan een grotere context hebben. Alleen datgene is waar waarvan door het experiment is vastgesteld dat het waar is. Alleen datgene bestaat waarvan door waarnemingen, mede door experimenten veroorzaakt, is vastgesteld dat het bestaat. Waarheden zijn heel vaak niet voor de hand liggend en hoe fundamenteler een waarheid hoe meer moeizame arbeid er nodig is om hem te vinden. Het Objectivisme is het daarom zowel met het pragmatisme als het absolutisme oneens, en vecht beide visies tot in hun fundamenten aan.