In de vorige twee afleveringen van dit artikel hebt u kunnen lezen hoe ik met een fotokopieerapparaat reisde van Brussel naar Zürich en terug. Een reeks van douanebeambten maakte mij het leven moeilijk. Vooral de verificateur van het entrepot in Brussel. Dat incident werd besloten met mijn plotseling vertrek uit de douaneloods, met medename van mijn fotokopieerapparaat, toen de verificateur net aanstalten maakte om mijn fotokopieerapparaat in beslag te nemen.

Enige weken later word ik opgebeld. “Met inspecteur De Lange van de Opsporingsdienst Douanewezen. Vorige week zijn wij bij u langs geweest en toen was u niet thuis.” “Dat komt wel vaker voor”, zeg ik, terwijl ik z’n verhaal onderbreek. Ik voeg eraan toe: “De meeste mensen die mij willen zien bellen mij van tevoren op. Dat spaart tijd en geld. U bent zeker ambtenaar.” Enfin, na wat gehakketak worden wij het eens dat ik deze overheidsdienaar over drie weken met een bezoek zal vereren.

Achter zijn bureau gezeten, leest hij een procesverbaal voor dat kennelijk door de verificateur van mijn fotokopieerapparaat was opgesteld. De klacht luidt dat ik een Zwitserse Xeroxmachine heb ingevoerd zonder invoerbelasting te betalen en dat ik brutaal ben geweest. Ik antwoord de inspecteur dat de verificateur wist dat het toestel in België gekocht was en door mijzelf naar Zwitserland was meegenomen en legaal was uitgevoerd. Alle daarop betrekking hebbende dokumenten heeft de verificateur in handen gehad. De inspecteur gelooft mij niet. Als dat zo was dan zou de verificateur dat toch wel in zijn procesverbaal opgenomen hebben. “Waarom zou hij dat”, vraag ik de inspecteur, “die man heeft kennelijk besloten mij te pesten en daarbij verknoeit hij nu ook nog uw kostbare(?) tijd.’ De inspecteur hoort aan mijn zelfverzekerde stem dat ik meen wat ik zeg en vraagt hoopvol: “Kunt u dat bewijzen?” “Tuurlijk”, zeg ik, “ik heb de fakturen nog.” De inspecteur vraagt me vervolgens die te laten zien, maar ik heb die dokumenten niet bij me. “Waarom niet”, vraagt de inspecteur. Ik antwoord: “Omdat u niet precies wou zeggen waar dit gesprek over zou gaan.” “Tja”, zegt de inspecteur, “als ik dat had gedaan, zoudt u wellicht in de verleiding gekomen zijn bewijsstukken van de overtreding te verdonkeremanen.” Meewarig schud ik mijn hoofd. “Niet ik maar u is degene die verstoppertje speelt”, zeg ik. “Morgen stuur ik u alle paperassen.”

Twee weken later rinkelt de telefoon. “Ja, hier De Lange. Mogen we vanmiddag even langs komen?” ’s Middags staan er inderdaad twee douane-inspecteurs met sombere gezichten op de stoep. “De machine die op de faktuur staat is niet dezelfde als degene die u aanbood ter verificatie”, zegt de een. “Mogen we uw machine inspecteren?”, zegt de ander. Triomfantelijk legt hij de faktuur en het verificatierapport naast elkaar. En ja hoor, ze hebben gelijk: faktuur: 165.9055 verificatierapport: 58169.9055

Wat nu? Ik bel de IBM op en vraag pf ze soms een typefout op al hun fakturen gemaakt hebben. Ik zeg: “Ik zie zelfs twee cijfers te veel, een 5 en een 8. Antwoord van IBM: “Dat is de douanecode voor Holland, het land waar uw machine gemaakt werd.”

De beide inspecteurs raken geïnteresseerd. Ik hoor de een tegen de ander zeggen: “Dus het is in ieder geval geen Zwitserse machine, zoals de verificateur het deed voorkomen.” “Natuurlijk niet”, zeg ik, maar dat heeft u toch uit alle douanepapieren kunnen lezen?” De inspecteurs blozen. “Weet u”, zeggen ze, “we hebben inderdaad alle referentienummers van uw uit- en invoerdokumenten, maar die dokumenten zelf zijn zoekgeraakt. Daar zoeken we al drie weken naar bij de verschillende douanekantoren.”

Aangezien slechts een deel van de puzzle is opgelost, ga ik nu met mijn faktuur en het verificatierapport voor mijn schrijfmachine zitten en cijfer voor cijfer lees ik het nummer van dat ding op. Wat blijkt? Mijn faktuur is goed, maar het verificatierapport bevat een tikfout. Of is het een verificatiefout? O nee dat kan niet, want de ambtenaar is nooit fout, had de verificateur mij vorige maand nog gezegd. Alleen reizigers maken fouten, stond er in zijn reglement.

Schielijk schuiven de beide inspecteurs mijn huis uit.