1. Het enige principe dat met vrijheid verenigbaar is, is het principe dat vrije mensen geen…
1. Het enige principe dat met vrijheid verenigbaar is, is het principe dat vrije mensen geen andere keus hebben dan zich vrijwillig te verdedigen. Anderen, of zichzelf, tot slaaf te maken van een niet op vrijwilligheid gebaseerde verdedigingspolitiek resulteert slechts in het opheffen van hun status van vrije mensen. Libertariërs moeten dus, zonder compromis, vechten tegen twee kenmerken van de gebruikelijke “liberale” landsverdedigingspoliek.
a) De dienstplicht als een directe vorm van tijdelijke slavernij.
b) Belastingen ten behoeve van militaire uitgaven, die zoals alle andere belastingen, tijdelijke en indirecte slavernij zijn.
De strijd tegen de Dienstplicht en de Belastingen kan, en moet, unaniem door alle libertariërs aanvaard worden. Noch de splitsing in de groep van hen die geloven dat Rusland imperialistische bedoelingen heeft en de groep van hen die dat niet vinden, noch de splitsing in een groep anarchisten en een groep minarchisten heeft iets met bovenstaande principes te maken. Zelfs als Rusland wel degelijk imperialistische bedoelingen heeft dan kunnen we onze vrijheid nog niet verdedigen met deze huidige wijze van verdedigen van de min of meer vrije westerse wereld. Wij moeten onze vrijheidslievende landgenoten tonen dat om morele en ethische redenen een op vrijheid gegrondveste verdedigingspolitiek efficiënter is, dan welke andere politiek dan ook. Zelfs de minarchisten, die denken dat de landsverdediging een staatsmonopolie moet zijn, moeten erkennen, dat alleen een slechts uit vrijwilligers bestaand leger en een door vrijwillige bijdragen gesteunde regering, libertarisch genoemd kunnen worden. En zo kan er toch een Libertarische eenheid zijn met betrekking tot de politiek in de praktijk, alhoewel we moeten doorgaan met het bestuderen van de tegenstrijdige beschouwingen over de aard van de U.S.S.R. en de meer algemene vraagstukken betreffende minarchie/anarchie.
2. Op grond van het libertarische principe dat een ieder absolute verantwoordelijkheid voor eigen daden oplegt, moet het gebruik van wapens die iedereen in een bepaald gebied doden, verboden worden (d.w.z. iedereen met inbegrip van de niet aan de agressie deelnemende mensen). Libertariërs geloven niet in collectieve schuld. Iemand, die geen agressie pleegt, maar wel in dat land woont, kan niet schuldig zijn als hij niet aan die agressie deelneemt. Het is dus een daad van criminele agressie wanneer hij gewond of gedood wordt in een gevecht tussen die anderen.
Laten we eens aannemen dat er een gebied op de wereld is, dat bevrijd is, terwijl de rest statistisch blijft. De mensen in het bevrijde gebied kunnen dan door de omliggende staten gechanteerd worden doordat die dreigen alle vrije mensen met atoom-, biologische-, of chemische wapens uit te roeien. Hierdoor worden de vrije mensen gedwongen om een verdediging op te bouwen, zelfs als daarvoor de, in een puur libertarische maatschappij onaanvaardbare, wapens voor gebruikt moeten worden. Willen we hier echter binnen de grenzen van de libertarische moraal blijven, dan moet die verdediging vrij blijven van dienstplicht en belastingen, terwijl ervoor gezorgd moet worden dat die verdediging niet voor agressieve doeleinden gebruikt kan worden. Zo strookt ook het dusdanig vergroten van de voorraad “niet-discriminerende” wapens, boven de hoeveelheid nodig om als afschrikmiddel te dienen, niet met de libertarische principes.
3) We leven in een wereld die wel niet helemaal vrij is, maar niettegenstaande dat willen we (zelfs als we die vrijheid niet kunnen vergroten) de vrijheid die we in de westelijke wereld hebben, verdedigen tegen de landen met minder vrijheid, n.l. de landen die onder communistische of fascistische regeringen leven. De grote vraag is: “Hoe kunnen we de hierboven gegeven libertarische principes in de huidige wereld hanteren?”
De twee belangrijkste libertarische oogmerken voor de verdedigingspolitiek zijn:
a) Schaf de dienstplicht af.
b) Schaf de belastingen t.b.v. militaire zaken af (samen met andere belastingen).
Hierover mag er geen enkel verschil van mening zijn binnen het Libertarisme.
De twee volgende oogmerken zullen wel leiden tot moeilijker discussies.
i) Men moet niet méér “immorele” wapens, of wapens die ongediscrimineerd doden, aanschaffen dan ter afschrikking noodzakelijk is.
Om dit te bepalen moeten we het erover eens worden wat voor de NAVO noodzakelijk is en wat niet. Een discussie hierover zal waarschijnlijk niet tot overeenstemming leiden.
ii) Er mag geen agressie gepleegd worden of aan agressieve acties worden deelgenomen. Natuurlijk is isolationisme geen juiste oplossing wanneer dat zou inhouden dat vrije mensen niet vrijwillig anderen zouden moeten helpen om vrij te blijven. De discussie zou moeten bepalen of de verdedigingsstrategie van de NAVO in feite bedoeld is om de vrijheid te verdedigen, of dat die strategie slechts gericht is op het verdedigen van de staat, met inbegrip van fascistische dictaturen en Westelijke of zelfs Amerikaanse belangen tegen de vrije markt.
Het is duidelijk dat verschillende Libertariërs hier tot verschillende antwoorden zullen komen.
4) Hoewel de Libertariërs het eens zijn over de (politieke) doelen die aan een verdedigingspolitiek gesteld dienen te worden, zijn de opvattingen over de vraag of we loyaal tegenover de NAVO moeten blijven en binnen deze organisatie voor meer vrijheid moeten strijden, of dat we een volkomen afwijzend standpunt t.o.v. de imperialistische NAVO strategieën moeten innemen, verdeeld. Gezien de overeenstemming die er echter over de basisprincipes bestaat, geloof ik, dat we onze eenheid kunnen bewaren. Het feit dat sommigen onder ons in de vredesbewegingen werken en anderen in de NAVO-organisatie, maakt van deze groepen Libertariërs nog geen tegenstanders, beiden streven toch hetzelfde doel na! Zelf hoor ik meer tot de anti-NAVO groep, maar toch wens ik de aan de andere zijde werkende Libertariërs alle succes toe en ik hoop dat zij de mensen in de NAVO tot een meer Libertarisch standpunt kunnen overhalen. De “pro-NAVO” Libertariërs moeten van hun kant echter ook hopen op het succes van de Libertariërs die hun doel via de vredesbewegingen denken te bereiken. Er ligt dan, hoewel er op verschillende wijzen gestreden wordt, een Libertarische solidariteit aan ten grondslag. De kracht van het Libertarisme zal niet groter worden doordat we tot een unanieme analyse komen, maar als we internationaal onze solidariteit kunnen handhaven, en die solidariteit aan anderen kunnen uitdragen, zal dat de kracht van het Libertarisme zeker ten goede komen. Grondiger debatten en minder sektarische polemieken van beide groepen, zouden een eerste stap in de goede richting zijn. De vervelende vraag “Aan welke kant staat U?” is een vraag die op statistische logica gebaseerd is. Natuurlijk mogen we ons door dergelijke zaken niet laten afleiden, want beide groepen staan in feite aan één kant, n.l. die van de vrijheid! Dat we verdeeld zijn over de vraag hoe we de waarde van de NAVO zien, betekent niet dat we het met die statistische logica eens zijn. “Of U bent vóór ons (d.w.z. vóór de NAVO) en U slikt alles van onze politiek, of U bent tegen ons”; is de veel gehoorde statistische “logica” van de conventionele anti-communistische landen, en: “als U kritiek op ons hebt, dan steunt U de communisten”. De pro-NAVO Libertariërs geven als antwoord hierop: “Nee, hoewel ik om bepaalde redenen pro-Navo ben, sta ik dichter bij mijn Libertarische vrienden die voor de vrede strijden via de vredesbewegingen, dan bij de meeste Navo mensen. Beiden werken we aan een Libertarische samenleving; over de principiële vragen zijn we het allen eens, alleen over de tactiek kunnen onze meningen uiteenlopen.”
De logica van de socialistische vredesbewegingen stelt: “Of U bent vóór de vrede en dus moet U op alle NAVO-mensen spuwen en zelfs de kant van Rusland kiezen, of U bent oorlogszuchtig; een tussenweg bestaat er niet!” Het antwoord hierop van anti-NAVO Libertariërs is: “Neen, Hoewel ik om bepaalde redenen een anti-Navo standpunt inneem, sta ik veel dichter bij mijn Libertarische vrienden die in de Navo-organisatie werken, dan bij jullie socialisten. Het doel dat wij allen nastreven is een Libertarische samenleving en we hebben alleen over de tactiek om ons doel te bereiken, verschillende meningen.