Het Libertarisme is een filosofie voor samen leven. Het zegt, in eerste…
Het Libertarisme is een filosofie voor samen leven. Het zegt, in eerste instantie, niet hoe iemand gelukkig kan worden, hoe iemand vrienden verkrijgt, welk voedsel gezond is, enzovoorts.
Uitgangspunt van het Libertarisme is het volledig respect voor de vrijheid, het leven, en het eigendom van ieder ander individu … mits de ander ook dit respect voor anderen heeft. Anders gezegd: het Libertarisme heeft als uitgangspunt voor samen leven: het initiëren van geweld, of het dreigen daarmee (=dwang) is (ethisch) niet toegestaan.
Zolang individuen naar dit uitgangspunt handelen, is een ieder vrij te doen of te laten wat hij/zij zelf wil. Ieder kiest zijn eigen moraliteit, levensstijl, werk, hobby’s, enzovoorts.
Vanuit pragmatische,wetenschappelijke, psycho-filosofische of metafysische gronden zijn allerlei leidraden, richtlijnen, en adviezen te geven. Ieder individu blijft vrij om deze wel of niet aan te nemen om zijn/haar eigen leven te leiden. Zolang het Libertarische uitgangspunt voor samen leven (dus: voor een vrije samenleving) maar gerespecteerd wordt.
Deze redenering kan op ieder gebied toegepast worden: economie, rechtspraak, psychotherapie, werknemer en werkgever, samenwerken, en …
op kinderen
Wanneer men de conclusie trekt dat “kinderen” een recht hebben op onderhoud zonder meer, dan komt dit er op neer dat er (alweer) bepaald wordt dat er belangrijker dingen bestaan in het samen leven tussen mensen dan individuele vrijheid. Dit is (grotendeels) de uitspraak van Gilbert de Bruycker (zie Zijn Er Nog Libertariers?, VB mrt 86), en ik ben het ook volledig met hem eens dat dit soort redeneringen “de eerste stap tot het collectivisme” zijn.
A = A.
Vrijheid = geen geweldsinitiëring. Ieder individu gaat vrijwillig zelf contracten en afspraken aan of… er is sprake van dwang. Geen compromis!
Een voorbeeld waartoe zo’n compromis kan leiden is te vinden in het artikel van Guy de Maertelaere (zie Aandacht voor de Nederlandse Groenen, VB mrt 86) waarin hij zich afvraagt: “wie buiten (en zelfs binnen) de Libertarische beweging durft nog koudweg te stellen dat men, wie niet in eigen levensonderhoud kan voorzien, maar moet laten verhongeren?”
IK!
Niemand heeft aanspraken op mij die ik niet vrijwillig ben aangegaan. Of ze leggen me aanspraken op, en dat maakt hen tot misdadigers. In dit kader passen (collectivistische) uitspraken zoals:
“Ieder mens heeft recht op een basisinkomen.
“Ieder heeft recht op een woning”
“Ieder heeft recht op onderwijs”
“Ieder heeft recht op gezondheidszorg”
En wie moet daar dan voor zorgen? Wie wordt daartoe gedwongen? Ideeën hebben consequenties. Wat zijn nu de consequenties van het Libertarische “idee” voor de relatie ouderkind, of “volwassenen-onvolwassenen”, in het algemeen? Mijns inziens zijn er principiële en pragmatische consequenties.
Principieel
Een vrouw die een kind draagt is zelf volledig verantwoordelijk voor het wel of niet in leven laten van het kind. Abortus, op welk tijdstip dan ook, is zuiver haar verantwoordelijkheid. Het kind leeft in haar lichaam en ieder individu heeft, volgens het Libertarisme, volledig de beschikking over het eigen lichaam.
Wanneer het kind gebaard is dan is het een individuele entiteit en moet de Libertarische afspraak ook voor dit jonge mens gelden (zoals het voor ieder wezen geldt die zijn zelfbewustzijn kenbaar kan maken). Dus er mag geen geweld geïnitieerd worden. Het pasgeboren kind mag niet gedood worden. Omgekeerd mag ook niemand gedwongen worden voor het kind te zorgen. Als niemand voor het kind wil zorgen zal het uiteraard sterven.
Tot het tijdstip, in de ontwikkelingsfase van een kind, dat het kind bewust afspraken kan aangaan (en dit is veel vroeger dan de meeste mensen denken) zijn er geen wederzijdse verplichtingen. (Het lijkt mij verstandig wanneer een netwerk van (particuliere!) rechtspraakinstanties alleen contracten legitimeren en bekrachtigen waarbij duidelijk is dat beide partijen de termijn en de consequenties kunnen overzien. Maar dat is een onderwerp voor een ander artikel).
Buiten afspraken die kinderen maken zijn er geen Libertarisch rechtmatige wederzijdse aanspraken, behalve het Libertarisch uitgangspunt. Een kind bezit “zijn” ouder(s) niet, en een ouder bezit “haar” kind niet.
Pragmatisch
Ik zal er vermoedelijk even veel moeite mee hebben als ieder andere om iemand in moeilijkheden niet mijn hulp aan te bieden. Wat mijn beweegredenen daar ook voor zijn (egoïstisch in ieder geval) de zaak blijft dat ik vind dat ik niet daartoe gedwongen moet worden, noch zal ik een ander daartoe dwingen.
Daar ik, net als de meeste Libertariërs, er in eerste instantie naar streef mijn eigen vrijheid te vergroten, probeer ik als tweede doelstelling (pragmatisch uit het eerste voortvloeiend) (sommige) anderen er (soms) van bewust te maken dat een vrije samenleving ook voor hen voordelen heeft. Dit houdt voor mij vervolgens in dat ik er ook naar streef, voor zover in mijn beïnvloedingsvermogen, individuen zelf-respecterend en zelfstandig te doen zijn. Dus ook die jonge mensen die kinderen worden genoemd. Een groeiend aantal Libertarische denkers houdt zich met dit onderwerp bezig: Francis Kendall (zie haar boek Super Parents Super Childern), Peter Breggin (The Psychology of Freedom), Nathaniel Branden, Thomas Szasz, Ken Schoolland, e. a.
Kern van hun betoog, dat ik grotendeels deel, is dat:
- Als ik zelf mede zou kiezen kinderen te verwekken dan zal ik bijdragen in de zorg, ondersteuning, ontwikkeling, enz. die ik nodig vind.
- dat ik er naar zou sturen hen tot verantwoordelijke, zelfstandige,zichzelf respecterende, egoïstische en (rationeel- anarchistische) Libertarische individuen te ontwikkelen.
- dat ik er naar zou streven volwassenen die “hun” kinderen op andere wijze behandelen (zonder dat zij dwang uitoefenen) te overtuigen tot ander gedrag (door economische en/of sociale boycot, door beïnvloeding en overtuiging, door beroep op hun rede, enz.)
Oftewel: op pragmatische gronden (en/of eigen morele keuze) zouden Libertariërs eigen kinderen niet verwaarlozen (integendeel), en anderen onder (economische, sociale) druk zetten dit ook niet te doen.
Nog een stap verder: daar niemand een kind bezit lijkt het mij niet ethisch onaanvaardbaar wanneer iemand anders het kind aanbiedt bij zijn natuurlijke moeder weg te gaan om elders beter verzorgd te worden. (Kinderen die door hun ouders met respect en liefde worden behandeld zullen dit niet gauw doen).
Een instelling zoals LIFHAS zou b.v. contracten met jonge mensen aangaan, of zelfs een “gratis” verzekeringspakket aanbieden in gevallen waarin de jongeren nog te jong zijn dit zelf af te sluiten. Maar, op dit pragmatisch (Libertarisch, rationeel-anarchistisch) vlak wil ik uitgebreid terugkomen op een ander moment.
Hopelijk is met dit betoog duidelijk geworden dat er een fundamenteel onderscheid moet worden gemaakt tussen het Libertarische principe en de eigen moraliteit die een ieder zelf kiest (op grond van nadenken, ervaringen, gevoelens, impuls of geloof). Te vaak wordt dit in discussies en artikelen van Libertariërs en Libertarisch-gezinden vergeten.
Jan Smid, 31-3-86.