Hoewel Kerstmis alweer voorbij is willen wij toch onderstaande toespraak publiceren. Deze is uitgesproken door een (nog) niet-libertariër. Ze geeft heel goed weer hoe veel mensen in onze maatschappij denken, wetend dat er iets helemaal verkeerd zit, maar toch net niet de oorzaak kunnende vatten. Ook geeft de toespraak duidelijk de sfeer weer van algemene ontevredenheid. Maar leest u eerst de toespraak.

De donkere dagen voor kerstmis

Voorzitter, Vrienden,

We zitten weer in de donkere dagen voor Kerstmis en ik weet niet hoe het jullie dan vergaat, maar op mij zijn deze dagen altijd van invloed. Ik houd niet van die donkere dagen en wel omdat ze een negatieve invloed op mijn humeur uitoefenen. Ik moet me verzetten tegen allerlei pessimistische gedachten en negatieve uitlatingen.

Maar heb ik dit jaar eigenlijk niet een beetje gelijk met mijn pessimistische gedachten. Ik wil er niet graag aan toegeven, maar er is zo weinig om je aan op te trekken op dit moment.

Ik hoop maar dat jullie mij straks heftig gaan tegenspreken en mij gaan duidelijk maken dat ik het helemaal bij het verkeerde eind heb.

Maar waarom meen ik negatief te moeten zijn? Hiertoe zal ik kort een aantal punten aan de orde stellen. In de eerste plaats:

Economie

Het gaat nog steeds slecht met onze Nederlandse economie en daarvan krijg ik ook mijn trekken thuis als direkteur van een bedrijf. Inkrimpen – ontslagen – bezuinigen – geldzorgen – slapeloze nachten. Ik zal wel niet de enige direkteur zijn die deze kreten slaakt.

Er komen nog steeds vele faillissementen voor in het bedrijfsleven en we kunnen ons best voorstellen wat voor ellende dit alles veroorzaakt voor directie en personeel. Enorme aantallen werklozen en WAO’ers, terwijl ook het aantal bejaarden/gepensioneerden steeds groter wordt.

Ook de overheidssector – de ambtenaren dus – is de laatste jaren nog steeds gegroeid. Dit alles heeft tot gevolg dat steeds minder werkenden voor steeds meer niet-werkenden moeten zorgen. Het is dan ook de hoogste tijd dat hierin verandering komt. Waarschijnlijk zou al een groot gedeelte automatisch worden opgelost als er een groter verschil in inkomen zou zijn tussen werkenden en niet-werkenden. Wat dan natuurlijk eerst zou moeten resulteren in lagere premies voor de diverse sociale wetten. Ik hou hierover op en ga naar het volgende punt:

Politiek

Dit onderwerp kunnen we splitsen in diverse onderdelen.

Voor mij is het een vreemde zaak, de Nederlandse politiek. We leven in een democratie, zegt men. Dat wil zeggen dat we een regering hebben die gecontroleerd wordt door de door het volk op democratische wijze gekozen politici in Tweede en Eerste Kamer. Dat zal dan wel zo zijn, maar op mij komt het over alsof al die mannen en vrouwen die een dergelijke plaats hebben veroverd zich plotseling machtig voelen en allemaal streven ze ernaar in hun loopbaan minstens één nieuwe wet op tafel te brengen, waaraan het volk zich dan maar weer dient te houden. Er zijn zo langzaam aan zoveel geschreven wetten, dat niemand ze meer kent en je specialisten nodig hebt om ze te verklaren. En als je er nu mee te maken krijgt, kom je tot de ontdekking dat ze dikwijls volkomen indruisen tegen de ongeschreven wetten in onze maatschappij en daardoor tegen ons normale rechtsgevoel. Maar we worden wel verondersteld al die wetten te kennen.

Waaraan ik me ook zo kan ergeren is dat die Tweede Kamer haast altijd leeg is als er gedebatteerd wordt. Er zijn er meestal maar een paar. Hoe zit dat? We moeten ze toch allemaal betalen?

Tenslotte denk ik dat de werkelijke productie van een politicus zeer, zeer laag is. Enorm veel praten en weinig bereiken. Gaan we dan nu over naar de Europese politiek dan wordt het nog veel erger. Enorme salarissen – een buitengewoon goed leven – en geen schijn van kans om onder de huidige omstandigheden nog iets te bereiken. Het enige wat wel weer zal gebeuren is de boterberg resp. het melkmeer aan Rusland resp. andere buiten de EEG wonende volken voor een zeer zacht prijsje te “verkopen”; hoewel je het nauwelijks meer “verkopen” kunt noemen.

Een politiek van geleide economie, vol van subsidies en daardoor scheeftrekkerij, die de belastingbetalers van de gemeenschap enorme bedragen kost in plaats van een vrije markt economie, zonder bemoeiingen van allerlei overheidsinstanties en daardoor een leger van ambtenaren.

En wat te denken van de buitenlandse politiek. Hierbij denk ik dan niet alleen meer aan Nederland, immers de Nederlandse politici wijzen altijd wel naar allerlei misstanden in andere landen, maar ze hebben er wereldwijd gezien totaal geen invloed op en daarom kunnen ze zich er beter maar niet mee bemoeien.

De politici zorgen er m.i. ook voor dat er een eeuwige strijd, hetzij direct of via de zogenaamde “koude oorlog”, blijft bestaan. Ze hebben dat blijkbaar nodig voor hun eigen bestaan. Stel voor dat er geen voortdurende onrust werd geschapen tussen Oost en West. Dan waren een heleboel nu dagelijks lopende onderhandelingen al lang weg en zouden al die onderhandelaars, die overal ter wereld bezig zijn, zonder werk zitten. Als we ze dan 50% van hun inkomen zouden geven en een volkstuintje om zich in te vermaken, zouden we enorme bedragen kunnen bezuinigen op salarissen en onkostenvergoedingen.

Het is toch een aanfluiting dat zowel het Westen als het Oosten verklaren veel liever “geen” atoomwapens resp. raketten te hebben en na jarenlange ontwapeningsonderhandelingen nog geen stap verder te zijn gekomen. Natuurlijk kunnen we ook zeggen: laat ze maar praten, want dat kost minder dan wanneer ze werkelijk met bommen gaan gooien.

Al met al is het politiek gezien een grote bende op de hele wereld. Slechts in enkele landen is het rustig. Waarschijnlijk zouden we circa driekwart van de wereldkaart rood moeten maken als we op die manier zouden willen aangeven welke delen, politiek onrustig resp. aan het oorlog voeren zijn.

De pers

Als ik ’s avonds de krant pak, dan kan ik slechts zelden een positief bericht vinden. Nou is dat niet zo verwonderlijk, immers de pers schrijft voor ±60% de krant vol met politiek van Nederland en de hele wereld, en ik heb wat dat betreft al duidelijk gemaakt dat ik daar ook negatief tegenover sta. De rest is dan economie en daarvoor geldt ongeveer hetzelfde en tenslotte dan nog de criminaliteit.

Dat is zo ongeveer de inhoud van een normale krant. Bijna alles negatief resp. pessimistisch. Radio en TV zijn nog erger. Daar proberen de meeste reporters geïnterviewden tegen elkaar uit te spelen en daardoor tegen elkaar op te zetten, zodat op zijn minst een mooi gevecht met woorden ontstaat. Ook hier echter meestal degene die tegen gezag – zoals b.v. het bedrijfsleven en je baas – is, heeft de voorkeur en krijgt de beste gelegenheid het woord te voeren. De meeste reportages komen daardoor ook weer negatief – dikwijls afbrekend – over.

Cultuur

Moderne films zijn meestal gewelddadig en/of vol seks en hetzelfde geldt voor veel moderne boeken resp. toneelstukken. Een boek resp. film over normale omstandigheden met een gezellige inhoud kun je bijna niet meer vinden. Dit geldt ook voor de uitzendingen op TV. Ik vind de meeste moderne muziek niet om aan te horen.

Criminaliteit

Het normale begrip van mijn en dijn is zoek. Zelfs normaal opgevoede burgers zijn tegenwoordig in staat om, ik meen dat het heet “sociaal” te gaan winkelen, wat zoveel betekent als uit stelen te gaan in de grote warenhuizen.

Daarnaast kunnen we denken aan bankovervallen, kraken, roofovervallen, moorden, ontvoeringen, enz. En de politie en justitie kunnen het niet meer aan.

Voorzitter, ik hou er mee op; ik word zelf naar van alle negatieve punten die ik heb opgeschreven.

Ik vind het een aanfluiting dat het mensdom dat al zoveel duizenden jaren bestaat, nog steeds niet geleerd heeft gewoon met zijn medemens om te gaan; nog steeds niet weet dat het veel beter is als vrienden met elkaar te verkeren dan ruzie – oorlog – enz. met elkaar te bedrijven. Die menselijke geest moet toch wel een zeer vreemde zijn – wat we allemaal hebben uitgevonden – zo langzaam aan moeten we ons toch schamen tot het menselijke ras te behoren.

Wat blijft de mens tenslotte over? “HOOP”.

Naschrift

Wat kunnen we hieruit leren?

Zonder enige overdrijving heeft de spreker hier een aantal zaken besproken zoals ze nu in onze maatschappij zijn. Hij heeft niet gesproken over de oorzaak. Hij zegt daar niets over en het was ook niet zijn bedoeling. De vraag is echter of deze spreker ook weet waar hij de oorzaak moet zoeken, en dat geldt voor heel veel personen die net zo al die verschijnselen ervaren. Ik durf zonder meer te zeggen dat ze het niet weten. Het wordt hen (bewust) ook niet geleerd. En de media en de hedendaagse cultuuruitingen zorgen er voor dat men het ook moeilijk te weten komt.

De oorzaak zit namelijk (erg eenvoudig!) in de fundamentele mens- en maatschappijopvatting van de meerderheid van de bevolking. Die opvatting is vooral gebaseerd op een collectivistische basis: het belang van de gemeenschap gaat boven het belang van de enkeling. Het “algemeen belang” is de maatstaf van alle regelingen. Het individu hoort zich te schikken naar de wil (wens, gril) van de meerderheid. Het individu heeft geen vecht op zijn eigen leven en eigendom, enz. enz.

Zolang als het ons libertariërs niet lukt om meer mensen van de onjuistheid, van de slechtheid van deze principes te overtuigen, zal het steeds slechter gaan. De situatie in bovenstaande toespraak is dan nog maar het begin.

Maar wij zijn op de goede weg. Er komen steeds meer mensen die beginnen te begrijpen wat de oorzaak is van al die ellende in de wereld. Mensen die begrijpen, en er naar willen leven, dat ieder mens wél recht heeft op zijn eigen leven. Mensen die weten dat elk initiëren van geweld, dwang of fraude fout is, en alleen maar verder kan escaleren, uiteindelijk tot oorlog. Maar dat is niet genoeg. Want zoals ook Leonard Peikoff zegt in zijn boek The Ominous Parallels:

“Om de basiskoers van een volk te wijzigen is meer nodig dan een sfeer van algemene ontevredenheid. Dat vereist het definiëren van een nieuwe richting die de mensen moeten inslaan. Boven alles vereist het een theoretische rechtvaardiging voor die nieuwe richting, en wel een rechtvaardiging die de mensen ervan overtuigt dat de nieuwe richting praktisch én moreel is. Morele overwegingen alleen zullen wel niet voldoende zijn om mensen in beweging te krijgen als ze menen dat de aanbevolen koers onpraktisch is; praktische overwegingen alleen zullen de mensen niet in beweging krijgen als ze geloven dat de koers immoreel is. De combinatie van de twee echter is onweerstaanbaar”.

We zouden het op prijs stellen de mening van onze lezers over het bovenstaande te vernemen. Een volgende keer kunnen we er dan weer wat dieper op ingaan, en stap voor stap proberen verder te komen in de verwezenlijking van ons Vrijheidsideaal.