Ons eerste nummer is redelijk goed ontvangen, we hebben althans in onze postbus geen rotte…
Ons eerste nummer is redelijk goed ontvangen, we hebben althans in onze postbus geen rotte tomaten aangetroffen en ook rotte eieren zijn uitgebleven, zelfs na Pasen. We hebben derhalve de stoute schoenen aangetrokken en een tweede nummer geproduceerd. Niet alleen dat, we hebben ons zelfs nog een paar stoute overschoenen aangemeten en besloten dat dit blad met een zekere mate van regelmaat gaat verschijnen. Het volgende nummer zal rond de vierde juli verschijnen en gedeeltelijk gewijd zijn aan de op die dag verjarende Declaration of Independence, een stuk dat niet ten onrechte wordt gezien als een mijlpaal in de strijd voor de vrijheid. Het daaropvolgende nummer komt begin september uit en daarna hopen we een verschijning om de zes a acht weken aan te kunnen houden. Dat houdt echter tevens in, dat met ingang van het volgende nummer de gratis verspreiding moet worden beëindigd (TANSTAAFL, u weet wel zo niet, zie elders in dit nummer). Een jaargang van acht nummers gaat ƒ 14,- /210 Bfr. /Sfr. 13.50 kosten. U kunt u opgeven als abonnee p/a Postbus 5747 te Amsterdam. Betaling aan het adres van de Vrijbrief. Het advertentietarief is voorlopig vastgesteld op
ƒ 40,-/600 Bfr. per kwart pagina; groter of kleiner in overleg. Voor vignetten, tekeningen en foto’s wordt geen toeslag berekend.
Er heeft ons enig negatief commentaar bereikt over het Duitse zinnetje onder de kop [” … denn hier muss ein jeder nach seiner Fasson selig werden”].
Bij navraag bleek geen van de bezwaarden te weten, dat het hier om een stukje wereldliteratuur gaat. Het dateert uit 1740 en is afkomstig van Frederik de Grote, bekend filosoof, componist, fluitist en koning van Pruisen. We hebben het als motto gekozen omdat we vinden, dat het in een paar woorden de kern van het Libertarisme weergeeft, n.l. dat ieder voor zichzelf uit moet maken op welke manier hij zijn leven in wil richten, waaruit vanzelf voortvloeit, dat niemand het recht heeft het leven van anderen in te richten. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven, dat Frederik II zich zelf niet altijd even streng aan zijn uitspraak gehouden heeft, maar dat tast de juistheid ervan niet aan. We hopen met deze uitleg de bezwaren weggenomen te hebben en hebben het zinnetje dan ook in de kop gehandhaafd.