Dit boek werd voorgesteld op het eerste Libertarische Europese Congres augustus 1983 te…
Dit boek werd voorgesteld op het eerste Libertarische Europese Congres augustus 1983 te Brussel. De auteur is Fred Dekkers, vertegenwoordiger voor België en Luxemburg van de organisatie Libertarian International.
De keus van de titel is bedoeld om in te haken op de huidige Belgische federaliseringstendens, maar is eigenlijk een samenvattend overzicht van de voornaamste libertarische principes.
De behandelende onderwerpen zijn:
– de (dwingende) natuur van de overheid tegenover een vrije samenleving uitsluitend gebaseerd op betrekkingen ontstaan uit de vrije toestemming van alle betrokkenen;
– de oorsprong van waarden (worden uitsluitend gecreëerd door menselijke arbeid (manueel en/of intellectueel);
– de oorsprong van eigendom (creëren en/of vrije uitwisseling en vrije toestemming);
– hedendaagse en historische mistoestanden die gewoonlijk worden toegeschreven aan het vrije gedeelte van de gemengde economie in plaats van aan het dwingende overheidsgedeelte (het algemeen legaal verbod op vakbonden in de 19e eeuw, economische crisissen, oorlogen, monopolies, inflatie, werkloosheid, armoede, derdewereld problemen e.a );
– het immorele van de dienstplicht;
– de gevolgen van het verbod op drugs (astronomische prijzen die leiden naar intensere verkoopsinspanningen – gewoonlijk om de eigen behoeften te financieren – o.a. en vooral bij leerlingen en studenten. Een en ander leidt ook tot meer dan 60% van alle misdaden);
– de gevolgen van de monopolisering van de overheid van de communicatiemedia (televisie, radio, tot op belangrijke hoogte de kranten);
– de gevolgen van het overheidsmonopolie in het onderwijs (astronomische kosten, programma’s die het gevolg zijn van de invloed van politieke drukgroepen en niet van de behoeften van de samenleving).
Een diepgaande studie is gewijd aan de lonen, de fiscale en sociale afhoudingen en lasten daarop, en de omzettaksen (BTW) begrepen in de uitgaven van werknemers. Zij bewijst dat de gemiddelde werknemer over minder dan 50% van zijn productie vrij mag beschikken. De studie vergelijkt eveneens de kost van het wettelijke pensioensysteem met de (semi)vrije levensverzekeringen zoals die nu worden aangeboden, en daaruit blijkt dat voor dezelfde voorwaarden en voordelen, deze minstens 30% goedkoper zijn.
Evenveel kan bespaard worden op het wettelijke systeem van familietoelagen (te vergelijken met een lening gekoppeld aan een levensverzekering, levenslang terug te betalen tot 60 of 65). Er wordt ook aangetoond dat de huidige kost van het legale systeem uit drie delen bestaat, en alle drie ten laste van de werknemer; de sociale afhouding op het loon, de sociale lasten zogezegd ten laste van de werkgever, en het gedeelte van de fiscale last (voorheffing + verbruikstaksen), gedragen door de werknemer, dat via overheidssubsidies toegewezen wordt aan de sociale verzekeringsorganen.
Een interessante berekening is, hoe rijk een gezin zou zijn op hun 60e, dat vanaf hun 20e elk jaar de besparingen werkelijk spaart, aan een inflatievrije interest van 5% (kapitaal en intresten), met 2 kinderen, één partner parttime, brutoloon 35.000 + 17.500, en verder precies dezelfde voordelen als nu (besparing 70.000 fr. per jaar). Het antwoord is het ongelofelijke bedrag van 8.500.000 fr.
Daartoe komt dat een belangrijke sociale lastenpost niet in aanmerking werd genomen, nl. de werkloosheidsbijdragen plus de overheidssubsidies. Nu is het zo dat de auteur in een ander hoofdstuk stelt dat in een volledig vrije maatschappij onvrijwillige werkloosheid niet kan bestaan (de behoeften van de mens zijn haast onbeperkt en alleszins zijn mogelijkheid om te sparen (wat beperkt is zijn productiemogelijkheden), hetgeen betekent dat zonder die kost (in 1982 45.000 fr. per jaar per gezin) het gespaarde kapitaal van het beschouwde gezin op hun 60e meer dan de helft hoger kan liggen.
Het geheel van al deze theorieën wordt daarna nog eens in een gezamenlijk verband overlopen in een hoofdstuk genaamd Vrijlandia, de naam van een denkbeeldige ideale vrije staat. Tevens wordt onderzocht wat er zou gebeuren met de economie van een vrije staat, omringd door de huidige gemengde economie staten. Het besluit is zeer positief omdat zulke vrije staat bovendien ondernemers, kapitaal, enz. zou aantrekken uit de omliggende landen. Een aantal mogelijke overgangsmaatregelen wordt ook besproken.