Ir H.J. Jongen sr.

Voorzitter Stichting Libertarisch Centrum

Het is interessant om te bezien hoe er thans over het minimumloon wordt gepraat.

In het verleden werden wij vaak beticht van hardheid als we verklaarden dat afschaffing van dat minimumloon één van de beste middelen is om de werkgelegenheid te bevorderen. Zelfs al kon men geen speld tussen de redenering krijgen.

De laatste tijd horen we echter regelmatig dat verlaging van deze loondrempel veel nieuwe arbeidsplaatsen kan scheppen. Het Nederlandse Nationale Planbureau heeft het nu uitgerekend, en in de recente regeringsverklaring is gesproken over 15% verlaging. Allerlei andere percentages en varianten worden genoemd. Zo is er bijvoorbeeld door het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, het NCW, uitgerekend dat deze 15% al een vergroting van de werkgelegenheid met 200.000 banen oplevert en dat er dan f 1.900.000.000 minder aan uitkeringen hoeft te worden uitbetaald.

U kunt begrijpen dat het volledig vrij laten van de afspraken die een werkgever met zijn nieuwe werknemers maakt, een nog veel grotere winst oplevert.

Grotere vrijheid geeft meer welvaart. Waarom gebeurt het dan niet onmiddellijk? Ik zie daarvoor twee redenen.

Ten eerste is het minimumloon een praktisch middel voor politici, (en vakbonden) om aan het volk dat niet doordenkt, of niet de capaciteit heeft om het te begrijpen, aan te tonen wat zij allemaal gedaan en bereikt hebben. Ten tweede valt deze informatie op een vruchtbare bodem bij personen die werk HEBBEN. Want die zien natuurlijk een bedreiging in de mogelijkheid dat hun loon verlaagd zou kunnen worden. En uiteraard verzetten zij zich daartegen; zo nodig met geweld.

Dit is weer een duidelijk geval van een strijd tussen de “INS” tegen de “OUTS”. Net als dat met de meeste andere vergunningen het geval is. Of dat nu de licenties zijn voor medici of voor winkeliers of voor wie dan ook, het is steeds de strijd van degenen die goed zitten, tegen degenen die daarvoor als een bedreiging worden gezien.

Het is een goede zaak dat men werkt aan het verbeteren en behouden van de eigen positie. Het is echter een slechte zaak als men daarvoor gebruik maakt van de macht van de overheid en het daardoor voor anderen onmogelijk maakt om werk te vinden of om hun beroep uit te oefenen.

Los daarvan staat nog dat op den duur ook de beschermde personen zelf in een dergelijk systeem slechter af zullen zijn. Beperking van vrijheid betekent altijd verlaging van welvaart.