Reactie van Guy de Maertelaere

Naar aanleiding van onze opmerking in Vrijbrief nr. 140/141 over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, ontvingen we onderstaande brief van Guy de Maertelaere.

In deze “universele” verklaring is vastgelegd dat iedereen het recht heeft zijn land te verlaten. Wij stelden dat “Als je een land verlaat, je automatisch een ander land moet binnengaan. Als dat laatste niet mag, is het eerste zinloos”.

Guy schreef daarop:

Als libertariër van het eerste uur die evenwel thans al eens minder libertarische stellingen verdedigt, vooral inzake etnische en ecologische problemen, heb ik al een hele tijd eerbiedig gezwegen, om mijn vroegere ideologische vrienden niet nodeloos pijn te doen, maar nu wordt het me toch even te sterk. In het jongste nummer van de Vrijbrief (okt.-nov. 1989) haalt H.J. Jongen Ivo Cerckel aan waar deze stelt dat, als je het recht hebt het ene land te verlaten, je automatisch ook het recht moet hebben het andere land binnen te gaan. O ja? En moet ik dat horen van uitgerekend diezelfde libertariërs die altijd gesteld hebben dat mijn recht om te verkopen (of dat te proberen) uitdrukkelijk niet de verplichting van andere mensen insluit om mijn product te kopen; en dat mijn recht om werk te zoeken niet de verplichting van anderen impliceert mij dat werk te verschaffen; en dat mijn recht om alle vrouwen ter wereld het hof te maken niet de verplichting van ook maar één van die vrouwen met zich brengt om op mijn avances in te gaan!

Waarom als het om een immigratie gaat, impliceert het recht van de ene nu plots wel de verplichting van de andere? Ik weet dat voor libertariërs rechten van individuen en die van groepen fundamenteel verschillend zijn (een stelling die ik niet langer bijtreed – ik meen dat ook een groep wel degelijk het recht heeft zich te beschermen tegen de ontwrichting die kan voorvloeien uit b.v. massale overrompeling door vreemde elementen), maar daar gaat het nu niet om: als aanhangers van het rationalisme (nog iets wat ik met een zucht van verlichting van me afgeworpen heb) zouden de libertariërs wat zorgvuldiger met de logica moeten omspringen. Hopelijk zult u mij dus dankbaar zijn voor de volgende correctie van de stelling van Ivo Cerckel: Uit het recht van een persoon om zijn eigen land te verlaten volgt niet zijn recht om gelijk welk ander land binnen te gaan, maar alleen zijn recht om dat te proberen. Hij mag dus zoeken naar een land dat hem wil opnemen. Vindt hij geen enkel dusdanig land, dan keert hij braafjes terug naar zijn land van herkomst…. of neemt een ticket naar Mars. Wie zich dus geroepen voelt de universele gelijkschakeling die we thans kennen nog wat in de hand te werken, kan natuurlijk altijd verder pleiten voor onbeperkte immigratie, maar dan liefst niet op bovenvermelde pseudologische gronden.

Guy heeft voor een groot deel gelijk. Als ik iets mag verkopen, moet u het nog niet kopen. Dit is in onze opmerking ook niet gesteld. Het is alleen een zinloos recht als ik iets mag verkopen wat niemand hebben wil.

Het onderhavige probleem ontstaat doordat het bij migratie niet gaat om verhoudingen tussen twee vrije personen, maar tussen een persoon en een “overheid”. Die overheid beslist voor 100% van de mensen die in dat land wonen, zonder uit te zoeken of er mogelijk één persoon in dat land is die de migrant wel wil toelaten.

Diezelfde overheid is ook voor een groot deel de veroorzaker van de toevloed van immigranten. Omdat zij aan haar onderdanen cadeautjes uitdeelt in de vorm van allerlei uitkeringen, die gelden voor iedereen op “haar” grondgebied, (dus ook nieuwkomers), lokt ze daarmee immigranten, en wil dan bepalen wie ze wel of niet binnenlaten. De totale verhoudingen van vrije mensen ten opzichte van elkaar wordt daardoor scheefgetrokken.

Dit staat dan nog los van het feit dat op dit ogenblik het bovendien in bijna alle landen zo is, dat er zelfs geen objectieve criteria zijn waarop iemand voor toelating wordt beoordeeld. Migranten die het al kunnen proberen om ergens binnen te komen, leven vaak jaren in onzekerheid of ze wel formeel mogen blijven wonen.

Het zal duidelijk zijn dat in een libertarische samenleving dit hele probleem niet zou bestaan.