De vis in het water is de titel van de autobiografie van Mario Vargas Llosa, een van de meest gevierde hedendaagse Latijns-Amerikaanse auteurs. Het boek bevat een reeks herinneringen aan twee cruciale periodes in zijn leven. In de oneven hoofdstukken beschrijft hij zijn ontwikkelingsjaren tot hij in 1958 naar Parijs vertrekt; de even beginnen in het Peru van 1987, als de schrijver aan het begin van drie jaar intensieve politieke activiteit staat: de organisatie van de Movimiento Libertad, het fatale samengaan met twee afsplitsingen van de christen-democraten, het ijveren voor moderne democratie, privatisering en vrije markteconomie, en tenslotte de mislukte gooi naar het presidentschap in 1990, waarbij Vargas Llosa het onderspit delft tegen de onbekende Peruaan van Japanse afkomst Alberto Fujimori

De vis in het water is het relaas ‘waarom Peru naar de verdommenis is gegaan’, spannend als een politieke thriller, maar ook vol prachtige en herkenbare portretten, scherpe analyses en ‘gekleurde’ weergaven van de werkelijkheid. In 1987 werd Peru al twee jaar bestuurd door de socialist Alan Garcia en zijn populariteit was nog groot. Maar in de ogen van Vargas Llosa was zijn politiek een tijdbom. Het land moest levensmiddelen en producten importeren uit het buitenland en hield een schijnwelvaart hoog door de consumptiegoederen te subsidiëren. Dit systeem kon Garcia enkel in standhouden door alle reserves aan te spreken. Het gevolg was speculatie en misbruiken door handige smokkelaars. Het systeem verrijkte een handjevol mensen maar maakte het land met de dag armer. Tot het moment dat de internationale financieringswereld de geldkraan dichtdraaide. Daarop wou Garcia alle banken en verzekeringsgroepen nationaliseren, een systeem dat ook onder de militaire dictatuur van generaal Velasco voor andere sectoren werd toegepast, met alle catastrofale gevolgen als vriendjespolitiek en corruptie vandien. Samen met enkele vrienden kloeg Vargas Llosa de nakende nationalisaties aan via krantenartikels met de tekst dat ‘de concentratie van de politieke en de economische macht in de regeringspartij het einde zou kunnen betekenen van de vrijheid van meningsuiting en uiteindelijk van de democratie’. De reactie van de bevolking was enorm. Op de Plaza San Martin in Lima stroomden 130.000 demonstranten samen, hoofzakelijk mensen uit de middenklasse. Hiermee werd voor het eerst in de Peruaanse politiek de deur geopend voor een ‘liberaal denken’ in een land dat altijd beheersd was geweest door het ideologisch populisme van conservatieven en socialisten. In zijn toespraken beklemtoonde Vargas Llosa dat men armoede niet te boven kon komen door het weinige dat er was opnieuw te verdelen, maar door meer rijkdom te scheppen.

Vargas Llosa stapt naar eigen zeggen in de politiek om ‘morele redenen’, maar de ware reden kan ook zijn hang naar avontuur zijn. Alhoewel in Peru geboren voelt hij zich een kosmopoliet en een staatloze. Hij verafschuwt het nationalisme dat in de geschiedenis het meeste bloed heeft doen vloeien. Om front te vormen tegen de socialistische machthebbers richt hij de nieuwe politieke beweging Movimiento Libertad op met een radicaal liberaal programma. Er worden afdelingen opgericht en, alhoewel dit veel geld kost, staat Vargas Llosa erop om de comitées democratisch te laten verkiezen. Niet dat dit altijd lukte, want binnen de nieuwe en oprukkende beweging treden ook opportunisten toe. Samen met de Accion Popular en de Partido Popular Cristiano vormt de Movimiento Libertad dan de koepelorganisatie Frenté Democratico. Zijn coalitiegenoten blijven echter vasthouden aan hun klassieke machtsposities. Vargas Llosa ervaart al snel de echte of kleine politiek. “De politiek in de praktijk van alledag heeft weinig te maken met ideeën, waarden en verbeelding, met teleologische hersenspinsels – de ideale samenleving die we zouden willen opbouwen – en, om het ronduit te zeggen, met edelmoedigheid, solidariteit en idealisme. Zij bestaat vrijwel uitsluitend uit manoeuvres, intriges, samenzweringen, pacten, paranoia, verraad, veel berekening, niet weinig cynisme en allerhande trucjes.” Streven naar macht is in de politiek de essentie. Maar juist die macht boezemt hem wantrouwen in. Wantrouwen dat hem is ingegeven door zijn allergie voor de dictatuur zoals ook verwoord door Aron, Popper (‘de staat is een noodzakelijk kwaad’) en Hayek die het individu willen beschermen tegen de staat. De oprichting van de Frente Democratico leidt niet tot eenheid. Met ontzetting stelt Vargas Llosa vast hoe zijn coalitiegenoten vooral ‘macht’ willen. Het zit hem zo diep dat hij zich als kandidaat terugtrekt. De reactie hierop is overweldigend. Het volk keert zich af van de klassieke partijen en steunt hem. Het gevolg is dat ze weer achter Vargas Llosa aaneensluiten. Later zal blijken dat die coalitie met oude en verguisde partijen juist veel Peruanen niet bevalt. Vooral de armsten staan wantrouwig tegenover partijen die in vorige coalities niets voor hen deden.

De Movimiento Libertad bood een liberaal alternatief tegenover het socialistisch collectivisme en het mercantilisme. Hiermee wou Vargas Llosa een einde maken aan de privilegies, het protectionisme, de monopolies en het etatisme. Voor hem was vrijheid iets ondeelbaars, zowel op politiek als economisch vlak. Een logisch gevolg was zijn pleidooi voor privaat bezit. Hiervoor steunde hij op de ideeën van Hernando de Soto en zijn Instituto Libertad y Democracia die de enorme informele economie via erkenning van eigendomsrechten binnen de legaliteit wil trekken (hierover schreef De Soto later het boek Het Mysterie van het Kapitaal. Later raakte zijn relatie met De Soto verstoord toen die, blijkbaar uit eigenbelang, plots voor zijn tegenstander Garcia en later voor Fuyimori ging werken, nvdv). Opmerkelijk was alvast het pleidooi van de nieuwe beweging pro kapitalisme, in een land dat dit woord altijd verketterde. Naast de politieke beweging richtte hij de Accion Solidaria op om minderbedeelden te helpen met het opzetten van winkels en bedrijven. Vargas Llosa gelooft immers dat in de wereld van de armen met al zijn ellende en geweld ook een enorm potentieel bestaat van energie, vindingrijkheid en de wil om vooruit te komen. Een soort volkskapitalisme dat de motor van de liberale revolutie kan worden.

Vargas Llosa wou politiek bedrijven op een eerlijke manier. Dat lijkt evident, maar in een land als Peru waar corruptie en misbruik van publieke functies dagelijkse kost waren klok dit verfrissend. “Dat iemand in de regering zit van een arm land, waar de democratie nog in de kinderschoenen staat, zijn post gebruikt om
te stelen, heeft me altijd een nog erger misdaad gebleken.” Door staatsinterventie tot een minimum te beperken zouden niet langer ministers en bureaucraten beslissen over het lot van ondernemingen. De markt en niet langer ambtenaren zouden de waarde van deviezen vastleggen.
Er zouden geen quota meer zijn voor import en export. En privatisering zou ambtenaren geen kans meer geven om te plunderen. Daarvoor is wel een sterke en onkreukbare rechterlijke macht nodig. Interessant is ook de discussie binnen zijn beweging of ze nu liberaal of sociaal liberaal moet genoemd worden. Zelf pleitte Vargas Llosa ervoor om dit adjectief niet te gebruiken. Niet omdat liberalen geloven dat de vrije markt onverenigbaar is met herverdeling, maar omdat het woord ‘sociaal’ te pas en te onpas wordt gebruikt en misbruikt, zelfs door dictators. 

Peru staat er sociaal en economisch slecht voor. De omvorming van private haciënda’s tot gemeenschappelijk bezit door generaal Velasco in 1969 liep uit op een ramp. De door de regering aangestelde leiders van de coöperaties zijn vooral bezig met het plunderen van de zaak. De bloeiende visindustrie werd in 1972 genationaliseerd en kwijnde volledig weg. Buitenlandse investeringen bleven uit. En steeds meer producten moesten geïmporteerd worden. Vargas Llosa wees erop dat herverdeling van de rijkdom niet mag leiden tot een verlamming van de productie, want daardoor stijgt de armoede. Gelijkschakeling en strakke planning leiden tot bureaucratie en corruptie. Hij wilde dan ook nieuw kapitaal aantrekken, de prijscontroles afschaffen en eigendomsbewijzen verstrekken aan de honderdduizenden boeren. Ook de terreur zorgde voor het verval van het land. De maoïstische organisatie Lichtend Pad en de revolutionairen van Tupac Amaru vernielden wegen, bruggen en landbouwbedrijven en vormden een bedreiging voor de democratie. Alleen in de tweede ronde van de presidentiële campagne zullen meer dan honderd mensen van het Frente Democratico worden vermoord.

In de aanloop van de presidentsverkiezingen bezocht Vargas Llosa Japan, Taiwan, Singapore en Zuid-Korea, de ‘Aziatische tijgers’. Al die landen waren er op korte tijd in geslaagd een hoog levenspeil te bereiken dank zij openheid en particulier ondernemerschap. In de jaren vijftig bedroeg de export van Peru een veelvoud van Taiwan, maar dertig jaar later was de situatie omgekeerd. Zijn pleidooi om de markt open te gooien en protectionisme af te bouwen zorgde ook voor onrust bij de bedrijfsleiders in Peru zelf. Zij waren een systeem van akkoorden en steekpenningen aan ambtenaren gewoon om hun markten af te schermen tegen buitenlandse concurrentie. Een dergelijke houding ging regelrecht in tegen zijn geloof in de politicus die maar respect verdient als hij zegt wat hij gelooft, doet wat hij zegt en zijn ideeën niet gebruikt als een manier om carrière te maken. Een ander geschilpunt was de financiering van het onderwijs. Vargas Llosa wou een gemengd stelsel waarbij diegenen die de opleiding van hun kinderen konden betalen zouden bijdragen ten behoeve van de anderen. De linkse partijen trokken hiertegen in de aanval met de slogan ‘gratis onderwijs’, terwijl iedereen wist dat dit in de praktijk dode letter bleef.

Een ander gevoelig standpunt van Vargas Llosa was zijn verzet tegen de bedriegelijke sociale verworvenheden. Veel van die maatregelen zorgden er immers voor dat de arbeidsmarkt werd afgeschermd voor mensen die aan de slag wilden gaan. Zo is het minimumloon onrechtvaardig voor hen die een baan zoeken en die echt aan de slag willen. De bureaucratie zou worden gereduceerd zodat de staat alleen de ambtenaren overhield die nodig waren. Overheidsbedrijven en landbouwcoöperaties zouden worden geprivatiseerd. Het doel ervan was niet zozeer technisch of fiscaal maar sociaal, nl. het aantal particuliere aandeelhouders in het land te laten toenemen en de miljoenen Peruanen toegang te verschaffen tot bezit. Zijn politieke tegenstanders profiteerden van dergelijke ongebruikelijke politieke openhartigheid en joegen kiezers schrik aan (zo verspreiden ze het gerucht dat een half miljoen ambtenaren hun baan zouden verliezen). Vargas Llosa had allicht de juiste ideeën en analyses om Peru uit het dal te halen, maar eerlijkheid en juiste analyses zijn niet voldoende om kiezers te overtuigen. Hun gedrag vloeit voort uit de vaststelling dat ‘mensen het ongemak van de status-quo verkiezen boven het onzekerheid van de verandering.”

Onder de titel De vuile oorlog beschrijft Vargas Llosa hoe smerig politieke campagnes kunnen zijn. Hij werd door zijn tegenstanders beschuldigd als atheïst (!), pornograaf, incestpleger, medeschuldige aan moorden en belastingontduiker. In zijn boek weerlegt hij al die verdenkingen stuk voor stuk. Ik vermoed dat dit ook één van de redenen was voor het schrijven van dit boek. Uit een vorm van eergevoel en als ultieme vorm tegen alle laster en leugens uit die periode. Vanuit het niets dook plots Fujimori op als kanshebber. Die voerde vooral campagne in de arme buurten rond Lima en kreeg de steun van de regeringsgezinde pers. Als Japanner diende hij zich aan als de kandidaat van de minderheden, de indianen, de donkeren en de cholos. De eerste ronde van de verkiezingen bleken dan ook een teken aan de wand. Vargas Llosa haalde 29% en Fujimori 24% terwijl de linkse partijen de rest onder hen verdeelden. Voor Vargas Llosa was de nederlaag toen al zeker, want Fujimori zou bij de tweede ronde met zijn populistisch discours de steun krijgen van links. De campagne voor de tweede ronde werd nog smeriger. Fujimori bespeelde vooral de ongelovigheid van Vargas Llosa (die zichzelf een agnosticus noemt) en een vorm van racisme waarbij hij de diverse etnische groepen opzette tegen de ‘rijke blanken’. Alle gevoelens van wrok en frustratie van mensen die eeuwenlang waren uitgebuit en uitgesloten werden gemanipuleerd door een demagoog voor eigen gewin. De verkiezingen eindigden met een overwinning van Fuyimori met 57% tegen 34% voor Vargas Llosa. Een nederlaag, maar tegelijk een opluchting. Hij verlaat Peru en vestigt zich voor jaren in Parijs.

Vargas Llosa was steeds een verdediger van de democratie. Economische vrijheid kon alleen maar samengaan met politieke vrijheid. In navolging van Hayek streefde hij naar wettigheid, vrijheid en bezit. Hij wou van Peru een welvarende en stabiele democratie maken en verfoeide het machtsmisbruik, de corruptie en het etatisme. Op 5 april 1992, amper twee jaar later, stelde Fujimori met steun van het leger, het Congres, de rechterlijke macht en de Grondwet buiten werking. Fujimori bleef president tot 2001, toen hij moest vluchten voor de woedende massa’s en sindsdien leeft hij als banneling in Japan. Vargas Llosa schreef intussen nog verschillende boeken; meesterwerken die hij als politicus, bij gebrek aan tijd, waarschijnlijk nooit had kunnen schrijven.

Deze bespreking is hoofdzakelijk gebaseerd op de even hoofdstukken. In de andere verhaalt hij zijn jeugdj
aren tot 1958. Daarmee blijft in deze autobiografie een groot deel van zijn leven (van 1958 tot 1987) onbelicht. Nochtans is die periode belangrijk omdat hij in die jaren zijn socialistische denkbeelden liet varen en zich ontwikkelde tot een van de belangrijkste liberale intellectuelen van onze tijd. Maar dit boek blijft hoogst interessant en actueel, zeker nu in tal van landen het marxisme, in de vorm van antiglobalisme, opnieuw de kop opsteekt. Het programma waarmee Vargas Llosa de situatie in zijn geboorteland wou veranderen blijft alsnog dé manier om arme landen uit hun isolatie, armoede en wanbeheer te halen.

Deze recensie verscheen eerder op de website van Liberales, een onafhankelijke liberale denktank. Zij verspreiden elke week een gratis nieuwsbrief met columns, interviews en boekbesprekingen.
Inschrijven kan gratis op www.liberales.be.

Mario Vargas Llosa, De vis in het water, Meulenhoff, 1994