Stel dat een kunstenaar voor zou stellen om – bij wijze van symbool van onze snelle tijd – verspreid door het land 2000 Boeings 747 (de Jumbo) rechtop te zetten.
Toch is de Nederlandse overheid op het ogenblik bezig met een vergelijkbaar project : het massaal, desnoods onder dwang, plaatsen van grote windturbines. De rotoren van deze machines beslaan een groter oppervlak dan een Boeing 747 en dat alles bovenop een tientallen meters hoge paal. Om nog een andere indruk van de omvang te geven: als zo’n molen een rotor heeft met wieken van 48 meter (er zijn er daarvan onlangs in Vlissingen een aantal geplaatst, in Flevoland en Delfzijl staan nog grotere in de planning) dan bestrijken die een groter oppervlak dan een voetbalveld. Om het windenergiebeleid tot een succes te maken moeten er van dergelijke molens nog duizenden geplaatst worden in Nederland.
Het wordt echter steeds onwaarschijnlijker dat dat lukt. In Friesland is een aparte organisatie tegen windenergie opgericht (Gjin rommte foar wynhandel). Uit een enquete bleek dat de Friezen vinden dat de windmolens hun landschap aantasten, en het provinciaal bestuur heeft dan ook een rem gezet op de verdere invoering van windenergie in de provincie (het slopen van solitaire, d.w.z. alleenstaande, molens wordt gestimuleerd). Actievoerster Annie Jongedijk vertelt hier (in Real Audio) over de Friese anti-wind beweging. In Zeeland protesteert de Stichting het Zeeuws Landschap tegen ieder windmolenplan, in Delfzijl verzet de stichting Windhoek zich tegen het in aanbouw zijnde grootste windmolenpark van Nederland, en in Noord Holland heeft zich rond de zangeres Imca Marina een actiecomité gevormd. Overal in het land liggen gemeente- en andere besturen dwars als er weer een aanvraag voor een bouwvergunning wordt ingediend. Dit wordt dan altijd toegeschreven aan het ‘Not in My Backyard’-syndroom., kortweg NIMBY: men wil wel windmolens maar niet in de eigen achtertuin. (Het is curieus dat de diagnose ‘NIMBY’ vooral negatief bedoeld wordt, terwijl het in feite het bewijs is dat mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun leefomgeving – precies wat de overheid graag wil).
De protesten tegen windenergie beperken zich niet tot Nederland. In Duitsland bestaan volgens zeggen 200 ‘Burgerinitiativen’ tegen windenergie (zie ook de sites van Wilfried Heck en die van Michael Reutemann ). Honderd hoogleraren en wetenschappers ondertekenden het Manifest van Darmstad tegen windenergie (een Nederlandse aanpassing daarvan vindt U hier). Op 10 november 1999 vond bij de Berlijnse Reichstag de eerste demonstratie tegen windenergie plaats. Van de Engelse organisatie Country Guardian wordt (in de Washington Times van 30-12-99) gezegd dat deze een score haalt van 80% als het gaat om het tegenhouden van de plaatsing van windmolens. In Denemarken, Zweden, Nieuw Zeeland en Schotland.
Hieronder enkele argumenten tegen windenergie:
1. Windmolens zijn niet nodig: er zijn geen tekorten aan energie
2. De bijdrage van windenergie is futiel
3. Windmolens tasten de horizon aan
5. Windmolens zijn niet goed voor het milieu
6. Windmolens zijn onveilig voor mensen en vogels
1. Windmolens zijn niet nodig: er zijn geen tekorten aan energie
Wie windmolens afwijst wordt doorgaans op bestraffende toon de vraag gesteld, wat dan? Kernenergie? Voor ondergetekende zou dat geen bezwaar zijn, maar de vraag ‘hoe komen we aan onze energie?’ is niet urgent: er zijn geen energietekorten en ze dreigen ook in het geheel niet (ondermeer dankzij de inzet van de milieubeweging). Een paar voorbeelden:
Olie
De bewezen voorraden zijn nu stukken groter dan enkele decennia terug. Waarschijnlijk vinden oliemaatschappijen nog veel meer olie als ze door zoeken, maar dergelijke exploraties zijn peperduur, en hebben tot gevolg dat je vervolgens ook olie vindt, waardoor de voorraad dus toeneemt en de prijs zakt. Als olie echt zo snel uitgeput zou raken hoefden de voorstanders van wind-energie maar glimlachend achterover te leunen, want dan zou de markt hen toch meteen toevallen?. Dus: voorstanders van windenergie, zet je raam open en de kachel aan! .
Gas
De reden dat de NAM in de Waddenzee gas wil gaan boren is in feite: als we nu dat gas uitverkopen verdienen we er nog wat aan (en ook de staat der Nederlanden), straks komt die enorme hoeveelheid aardgas uit Siberië onze kant op en daar kunnen we niet tegen concurreren. In plaats van geld verdienen met onze eigen bodemschatten, moeten we dan betalen voor bodemschatten van elders.
Steenkool
Iedereen is het er over eens: de steenkolenvoorraden in de wereld zijn onbeschrijflijk groot. Als we in hetzelfde tempo doorstoken als nu hebben we nog voor honderden, wellicht duizenden jaren voldoende. En het milieu dan? De milieuproblemen die de kolencentrales in Nederland en Duitsland veroorzaakten, zijn grotendeels opgelost. Er bestaan diverse milieuvriendelijke technologiëen zoals kolenvergassing en recenter: de verwijdering van kooldioxide uit de afvalgassen van de centrales.
Duizenden jaren voorraad
Zelfs een uitgesproken pleitbezorger van windenergie als W.J. Lenstra van het Ministerie van VROM wijst er in Economisch Statistische Berichten (17-9-99) op dat de totale fossiele voorraad toereikend zou zijn om het huidige wereldenergieverbruik nog 3000 jaar voort te zetten. Volgens anderen is er nog voor 70.000 jaar voldoende.
Er is geen tekort aan brandstoffen, en wie nu geld uitgeeft aan dure en onnodige energievormen als windmolens of energiebesparing die is nogal decadent bezig. Toon Ahsmann legt uit. Pieter Lukkes heeft een andere invalshoek maar komt tot vergelijkbare conclusies: energietekorten zijn niet te vrezen.
Op de site van het Cato instituut (Washington) legt Robert Bradley uit waarom duurzame energiebronnen als windenergie vooral duur zijn en zeker niet ‘groen‘, en ook is Bradley ervan overtuigd dat fossiele energiebronnen (olie kolen en gas) steeds duurzamer kunnen worden toegepast.
Milieubeweging bedankt!
De milieubeweging heeft jarenlang paniekberichten over teruglopende voorraden verspreid en als gevolg daarvan is een enorme creativiteit losgekomen om nieuwe energiebronnen te vinden. Dat is behoorlijk gelukt: energie uit mest, brandstofcellen, waterstofmotoren, verf die (op het wegdek gesmeerd bijvoorbeeld) electriciteit oplevert, kernfusie en ga zo maar door. Er was dus al geen reden om je zorgen te maken, en dankzij de milieubeweging is die er helemaal niet meer. Overigens voorspelt het Journal of Political Economy dat de kosten van zonne-energie dusdanig snel dalen dat naar verwachting 90% van de wereldkolenvoorraad nooit zal worden gebruikt. Het is dus een goede zaak dat Shell niet tegemoet komt aan het verzoek van Greenpeace om een miljard in zonne-energie te investeren. Die prijs zakt toch wel en ondertussen kunnen we dan nog wat rijker worden met het verkopen van fossiele brandstoffen.
2. De bijdrage van windenergie is futiel.
Veel mensen kijken vertederd naar windmolens omdat ze in de veronderstelling verkeren dat zo’n molen de electriciteit levert voor een nabijgelegen boerderij. Het is een mooi cliché: de boer die in zijn eigen behoeften voorziet, maar het klopt niet: de windmolens staan gekoppeld aan het electriciteitsnet en vormen zo één systeem met de hoogspanningsmasten in het land. En de molens leveren niet alleen stroom aan het net, maar gebruiken er ook van: de interne electronica is er dusdanig van afhankelijk dat een storing op het net ogenblikkelijk het remmen van de molen tot gevolg heeft.
En de bijdrage die de molens aan dat electriciteitsnet leveren is weinig indrukwekkend. Pieter Lukkes, emeritus hoogleraar geografie van de Rijksuniversiteit Groningen zet wat cijfers op een rijtje: ‘In 1996 werd 90,6 miljard kubieke meter aardgas uit onze bodem geput. Daarvan werd 46,2 miljard kubieke meter aan het buitenland geleverd. De besparing door windenergie bedroeg 0.129 miljard kubieke meter aardgas. Dat betekent dat alle windturbines in Nederland 700 jaar moeten draaien om één jaar aardgaswinning uit te sparen. Het betekent ook, dat als de Gasunie de gasexport gedurende één jaar onderbreekt, de huidige windturbines in Friesland 1750 jaar lang kunnen worden stilgezet!! We zijn dan in het jaar 3750!(…) Het effect van windenergie op de besparing van fossiele brandstoffen is hetzelfde als dat van pissen in de oceaan’.
3. Windmolens tasten de horizon aan
Wie zich om esthetische redenen verzet tegen windenergie krijgt alras voor de voeten geworpen dat het landschap immers ook vol staat met hoogspanningsmasten. Dat is een vreemd argument: waarschijnlijk vinden de tegenstanders van windenergie die hoogspanningsmasten ook weinig fraai en weten ze ook dat meer windmolens geenszins betekent minder hoogspanningsmasten – die blijven gewoon staan. A.C. de Goederen schreef hierover op zaterdag 29 april 2000 in het Parool een ontnuchterend artikel: ‘Windenergie parasiteert op de conventionele centrales’.
Windparken kosten per eenheid energie 85 maal (range 30-200 keer) zoveel ruimte als een vergelijkbare centrale die draait op gas, olie, kolen of uranium ( Flavin and Lenssen, Power Surge, p. 294).
De Groningse professor Lukkes wijst op het valse van de vergelijking met oude windmolens (Real audio). Daarvan stonden er vroeger inderdaad duizenden in ons land maar ze waren maar een meter of 30 hoog (op het moment werkt men aan molens die drie maal zo hoog zijn), en ze draaiden alleen naar behoefte: graanmolens als de oogst binnen was gehaald, zaagmolens als er gezaagd moest worden en poldermolens als er overtollig water was. Voor de moderne windmolens is het voortdurend oogsttijd, dus als het even kan staan ze te zwiepen. ( overigens: beneden de windkracht 3 draaien ze wel maar leveren geen energie, boven windkracht 7 staan ze stil om reden van veiligheid ).
Volgens landschapsarchitecte Caroline Stanton, daarin ondersteund door windenergiepromotor Paul Gipe, is een windmolen van 30 meter hoogte dominant in een gebied van 12 vierkante kilometer en een belangrijk object in een gebied van 75 vierkante kilometer. In de provincie Zeeland waar ondergetekende woont staat op het ogenblik ongeveer 20% van de 250 megawatt vermogen die er volgens de planning zouden moeten komen. Nu al zie je waar je ook staat in deze platte provincie aan de horizon wel één of meer molens (In Friesland en Flevoland is het overigens niet anders). De provincie Zeeland heeft te kennen gegeven alle geplande windmolens ook daadwerkelijk te willen plaatsen, zij het dan wellicht wat later dan afgesproken. De voor ruimtelijke ordening verantwoordelijk gedeputeerde heeft overigens wel laten blijken zich zorgen te maken over de horizonvervuiling door GSM-masten.
Het energiebedrijf Nuon wil dit najaar voor kleinschalig gebruik 12 meter hoge windturbines op de markt brengen die bovenop daken van huizen geplaatst zouden kunnen worden. Niet in de oude wijken van de steden volgens woordvoerster Annemarie Goedmakers van NUON, maar wel op flats en kantoorgebouwen. Directeur Johan Keurentjes van molenbouwer Lagerwey tegen het Algemeen Dagblad: “Behalve opwekking van duurzame energie kunnen bedrijven en particulieren hier ook iets mee uitdragen. De belangstelling groeit. En ik zie ook windmolens bovenop flatgebouwen, zoals in de Bijlmer.” Tussen nu en 2004 hoopt hij 1000 molens (kosten ƒ35.000) af te zetten. “Dat zal het stads- en dorpsbeeld wel iets veranderen.”
Je kunt de esthetische kwaliteit van windmolens een subjectieve zaak vinden, maar op het moment dat er sprake is van een daling van de prijzen van onroerend goed in de omgeving van windmolens (zowel duitse als friese actiegroepen beweren dat) wordt de lelijkheid behoorlijk objectiveerbaar. Volgens de Country Guardian in Engeland zijn woningen binnen een mijl afstand van een moderne windmolen zo goed als onverkoopbaar. In de iets wijdere omgeving zou sprake zijn van een waardedaling van 20-50%.
De wind is gratis roept menige wind-enthousiasteling, en dat is natuurlijk waar. Het gas onder de Wadden en de kolen en olie in de bodem zijn ook gratis, niemand heeft ooit een cent neergeteld om ze daar te leggen. Maar als je er iets nuttigs mee wilt doen, zul je toch de beurs moeten trekken, de olie springt niet vanzelf in je kachel, en als je een gloeilamp in de wind houdt gaat-ie niet aan..
Wie de prijzen van energieopwekking wil vergelijken komt terecht bij de kosten van een kiloWattuur electriciteit. U als consument betaalt daar nu ongeveer 30 cent voor, maar dat bedrag bestaat maar voor een deel uit de werkelijke productiekosten. Volgens Theo de Lange van het Energieonderzoek Centrum Nederland in Petten bedragen de productiekosten per kiloWattuur electriciteit uit een kolen- olie- of gasgestookte centrale 8 a 9 cent, maar dat bedrag kan volgens president-directeur Carl-Eric Nyquist van de Zweedse electriciteitsproducent Vattenfall in Nederland binnen enkele jaren bijna gehalveerd worden tot 3,5 à 4 cent per kiloWattuur.
Volgens dezelfde berekeningen kost een kiloWattuur electriciteit uit een windmolen nu 14 tot 16 cent. Nu is windenergie dus al twee keer zo duur als conventioneel opgewekte electriciteit, en op de toekomstige geliberaliseerde stroommarkt wordt dat 4 keer zo duur. Windstroom lijkt een volstrekt onrendabel product, maar toch staan de potentiële windparkbeheerders te trappelen van ongeduld om molens te plaatsen: financieel is het op het ogenblik zeer aantrekkelijk om windmolens te bezitten, om de simpele reden dat de overheid iedereen dwingt om bij te dragen aan de winst van makers en gebruikers van windmolens.
Een windmolenaar kan aanspraak maken op diverse regelingen die de investering aantrekkelijk maken, zoals: de Regulerende Energiebelasting (REB/Ecotax), de Energie-investeringsaftrek (EIA), de Vamil (vrije aftrek milieu-investeringen), de Groen financiering, de Subsidieregeling Energievoorziening in de Non-profit- en bijzondere sectoren (EINP), het Besluit subsidies Economie, Ecologie en Technologie (EET) en het Energiebesparingsfonds energiebedrijven, het Besluit subsidies energieprogramma’s (BSE).
Een deel van de subsidies dient om de aanschaf en plaatsing van de molens aantrekkelijk te maken en vooral de Ecotax (ook wel Regulerende Energiebelasting) dient om het prijsverschil tussen fossiele stroom en windstroom goed te maken. Kleinverbruikers betalen 8 ct per kiloWattuur (de eerste 800 kWh zijn vrijgesteld), grootverbruikers betalen minder en hiervan worden ondermeer de producenten van windstroom betaald (ook andere duurzame energiebronnen worden gesponsord). In 1999 ontvingen zij ongeveer 50 miljoen gulden voor de in totaal geleverde hoeveelheid van 0,6 miljard kiloWattuur windstroom.
Dat betreft dus alleen de Ecotax, het is niet eenvoudig een compleet beeld te krijgen van de totale stroom geld die van de Nederlandse belastingbetalers richting producenten en uitbaters van windmolens vloeit . Het loopt waarschijnlijk in de honderden miljoenen. Volgens Theo de Lange van het ECN kan een bezitter van een windmolen uit gaan van een return on equity van 20%, en dat laat geen voor geld gevoelig mens passeren.
5. Windmolens zijn niet goed voor het milieu
Ooit was de dreiging van kernenergie met diens gevaren voor mens en milieu het belangrijkste argument voor windenergie. Maar toen, na het ongeluk in Tsjernobyl, het doek leek te vallen voor kernenergie kwam windenergie toch beduidend moeizamer van de grond dan menigeen had gehoopt. Dat was het gevolg van het NIMBY syndroom, het ‘Not In My Backyard Syndroom’ dat de windmolenliefhebbers ertoe noopte een nieuwe boeman aan te roepen: het broeikaseffect en de dreigende stijging van de zeespiegel.
Het ‘broeikaseffect’ staat tegenwoordig vooral bekend als de klimaatverandering zoals we die zouden veroorzaken door het stoken van de fossiele brandstoffen: daarbij komt het gas kooldioxide vrij en dat blijft als een soort isolerende deken in de atmosfeer hangen. De daarmee gepaard gaande opwarming zou besmettelijke ziektes, overstromingen, hongersnoden en andere rampspoed over ons brengen, en daarom is het devies minder stoken, meer windmolens. Volgens de Amerikaanse econoom Thomas Galen Moore heeft het broeikaseffect overigens vooral positieve gevolgen maar hier gaan we even mee op de golf van angst en vragen ons af: zijn windmolens de oplossing?
Neen. Een windmolen produceert geen kooldioxide, maar om zo’n stalen molen in elkaar te zetten moet je heel wat fossiele brandstoffen verstoken. Vergeleken met een oude electriciteitscentrale is een windmolen milieuvriendelijk maar niet als je de kooldioxide die die centrale produceert afvangt en opslaat. Dan slaat de milieubalans plots om ten gunste van een electriciteitscentrale, en bespaar je ook nog eens geld. Arie de Goederen schreef over deze materie een verhelderend verhaal.
Als de met het broeikaseffect samenhangende zeespiegelstijging doorzet (nadruk op ‘als’) dan verwacht men dat deze zo’n 50 cm zal bedragen over enkele decennia. Volgens sommigen kunnen windmolens (door hun besparing op fossiele brandstoffen) deze stijging beperken. Klopt, zegt professor Lukkes uit Groningen, bij elkaar zouden alle huidige Nederlandse windmolens deze stijging kunnen beperken met in totaal één tweehonderdste millimeter! Alle windturbines op de wereld bij elkaar zouden de zeespiegelstijging met een zevende millimeter beperken.
6. Windmolens zijn mens en vogel-onvriendelijk
Vogelliefhebbers vinden het verschrikkelijk, anderen maken zich er minder druk om, maar windmolens eisen slachtoffers onder de vogels. Veel?
* In de Altamont Pass in Californië staan meer dan 5000 windmolens die ieder jaar honderden steenarenden (officieel beschermd) roodstaartbuizerds, Amerikaanse oehoes, kalkoengieren en andere vogelsoorten slachtofferen. Deze grote roofvogels glijden door de lucht op zoek naar eekhoorns en konijnen en vliegen dan in de met 200 km per uur rondzwiepende wieken die zich op hun netvlies alleen manifesteren als een wazige plek. De vogels die aan dit lot ontsnappen en even uitrusten op de gondel van de molen worden bij het opvliegen soms in de rotor gezogen. Getracht wordt dit probleem te verminderen door twee maal zo grote molens (van 30 naar 60 m ashoogte) te plaatsen die niet zo snel draaien.
* Of dit een goede oplossing is valt te betwijfelen: molens van dergelijke omvang zijn gebruikelijk in Nederland, maar Vogelbescherming Nederland heeft (5 nov. 1999) minister Pronk opgeroepen om geen windmolenpark langs de Afsluitdijk toe te staan in verband met de te verwachten schade onder de vogels. ‘De Waddenzee vormt een trechter in de trekroute van ruim 8 miljoen vogels die vanuit het hoge noorden, waar ze broeden, vaak doortrekken tot diep in Afrika en terug. Ze rusten en fourageren in de Waddenzee om krachten op te doen voor het vervolg van de reis. Daarnaast verblijven er nog eens een miljoen vogels permanent. Op de Waddenzee zijn vele beschermende maatregelen van toepassing als Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, de Natuurbeschermingswet, Planologische Kernbeslissing en Ecologische hoofdstructuur. Des te opmerkelijker is de discussie over een windmolenpark van honderden hectares aan beide zijden van de Afsluitdijk, dat over duizenden hectares verstoring oplevert voor vogels. Een dergelijk windmolenpark betekent voor vogels niet alleen verlies van leefgebied, maar ook verstoring van vliegroutes, een energieverslindende barriere tussen voedsel- en rustgebieden en een groot aanvaringsgevaar’.
Vogelbescherming is niet alleen tegen windmolens in het Waddengebied, alle gebieden die vallen onder de ecologische hoofdstructuur zijn voor deze organisatie taboe. ‘We zijn niet tegen windmolens, hoewel je steeds vaker hoort dat we ze eigenlijk niet nodig hebben’, zo zegt een voorlichter, ‘maar zet ze wat ons betreft maar in industriegebieden’.
Meneer Henk Hutting van de Kema wijst er op dat als de afgesproken 1000 megawatt aan windmolens geinstalleerd zal zijn dat jaarlijks 20.000-40.000 vogelslachtoffers zal eisen. Wie dat veel vindt moet bedenken dat het autoverkeer in Nederland jaarlijks 6 miljoen vogelslachtoffers eist en hoogspanningsleidingen 1,5 miljoen. Dat plaatst het in perspectief. Je zou ook kunnen zeggen dat Nederland dan getroffen wordt door jaarlijks een gemiddelde olieramp, want die kosten vergelijkbare aantallen slachtoffers.
De amerikaanse expert Robert Bradley zegt: ‘Je kunt je indenken dat men technologische oplossingen zal bedenken waardoor windenergie minder vogels doodt. Die maatregelen zullen windenergie economisch gezien alleen maar minder concurrerend maken’.
Op deze website vind U meer informatie over de effecten van windturbines, hoogpanningsmasten en leidingen op vogels http://www.towerkill.com/
Ongelukken
In de periode van 16 januari tot 12 april 1999 vonden in Duitsland 12 ongelukken plaats met 15 windturbines. Bij vijf molens werden de wieken, of stukken daarvan, 168 meter weggesmeten (in een geval 300 meter) . Tweemaal kwam een complete gondel (het deel waar de as in zit) naar beneden. Begin maart 1998 kwam de machinekamer (de gondel) van een molen in Husum naar beneden . April 1997 was bij een vergelijkbaar ongeval in Kaiser-Wilhelm-Koog een sterfgeval te betreuren.
Volgens een artikel uit 1996 van de duitse hoogleraar Otfried Wolfrum, (Toegepaste Geodesie, Universiteit van Darmstadt) heeft er een aanzienlijk aantal ongelukken plaatsgevonden. Bij één daarvan werd een wiek van 500 kilo 280 meter ver gesmeten. Vooral de nieuwe 500 kilowatt molens zouden riskant zijn. Volgens Wolfrum zijn toeristenwegen langs windparken in Nordfriesland om veiligheidsredenen afgesloten. In Palm Springs (Californië) hebben de autortiteiten een afstand van een halve mijl tussen windmolens en de snelweg verordonneerd.
Met de onveiligheid van windmolens valt het volgens meneer Hutting wel mee. ‘Er valt wel eens een blad af ‘, zo geeft hij toe, maar van een sterfgeval heeft hij nog niet gehoord. De windmolens die bijvoorbeeld bij het veerplein van de pont Kruiningen-Perkpolder (Zeeland) staan hebben een risicoanalyse ondergaan en daarbij kwam dat er een kans van 1 op de 10 miljoen was dat een daaronder op de veerboot wachtende automobilist getroffen wordt door een afvallende wiek. Daarmee zijn molens veiliger dan dijken (maar dat zijn kerncentrales ook).
Op 9 December 1993 vlogen op een windfarm in Wales (Cemmaes) delen van een wiek 400 meter ver. In Tarifa (Spanje) braken in november 1995 tweemaal wieken af, een in zwaar weer, de ander in heel rustig weer. (Windpower Monthly, December 1995).
Een ander veiligheidsprobleem is dat zich ’s winters ijsafzetting op de wieken kan voordoen. Die stukken ijs kunnen bij dooi levensgevaarlijke projectielen vormen. In Nederland gaat een windmolen uit als er ijsafzetting wordt geconstateerd, maar In Duitsland heeft men ijsklompen gemeten van 15 cm dikte. Dergelijke stukken ijs zouden volgens eenvoudige berekeningen met een snelheid van meer dan 300 kilometer per uur door de lucht gaan en een halve kilometer verderop neerkomen. Op de duitse Ovenden Moor windpark staat ’s winters een waarschuwingsbordje ‘Vallend ijs’.
De Nederlandse stichting de Windhoek houdt een overzicht bij van incidenten met windmolens.
De tekst van deze site is voor publikatie toegezonden aan een aantal prominente voorstanders van windenergie in Nederland met het verzoek ons te wijzen op fouten. Behoudens een uitnodiging om eens te komen praten is er niet gereageerd.
Duurzame energie moet in deze tijd worden gestimuleerd. Helaas kan het landschap soms een vertekent beeld krijgen van de windmolens en krachtcentrales. Duurzame energie als wind-, zonne- en waterenergie zijn wel prima in opkomst en het is goed dat steeds meer energieleveranciers zich gaan focussen op duurzame energie. Het inzetten van grote duurzame projecten kan ik persoonlijk alleen maar stimuleren!
Comments are closed.