Dit is het vervolg op Het Europese Model – aflevering III : Nazi’s voor de vrede.

Op de dag dat Irakezen en Amerikanen samen het standbeeld van Saddam Hussein op het Al-Fardusplein neerhaalden, voelde de Belgische publieke tv-zender Canvas de behoefte in zijn journaal het volk nog eens uit te leggen dat de Amerikanen Saddam Hoessein in 1963 in het zadel hadden geholpen. [1] Ook de beelden van Rumsfeld’s theevisite bij Saddam in de jaren tachtig kwamen weer voorbij. Inderdaad heeft Amerika de Baath-partij op een aantal cruciale momenten geholpen, maar het Arabische nationalisme heeft zijn wortels in Europa en de Europese voorhoede heeft Saddam Hoessein tot het bittere eind gesteund. Frankrijk lijkt de laatste jaren aan te sturen op een verbond van de Europese Unie met de Arabische Liga als oplossing voor de puinhoop in het Midden Oosten.

De grondlegger van de Baath-partij was de Syrische christen Michel Aflaq die in de vroege jaren dertig studeerde aan de Sorbonne, de Parijse universiteit met een ongeslagen reputatie in het voortbrengen van ideologisch gedreven despoten en massamoordenaars. Aflaq nam uit Parijs het beste mee terug naar Damascus wat de Europese Cultuur in die tijd te bieden had; een giftige mix van marxisme, fascisme, nationaal-socialisme en anti-semitisme. Gedurende de Tweede Wereldoorlog stond Aflaq in Damascus aan de wieg van een pro-Nazi-beweging waaruit rond 1945 de Baath-partij ontstond. Na de oorlog was het niet de Baath-partij, maar Gamal Abdel Nasser die in de ogen van progressieve Europeanen de vaandeldrager van Arabisch anti-imperialisme en nationalisme werd. Nasser vernederde de koloniale machten door het Suez-kanaal te nationaliseren. Engeland, Frankrijk en Israel wilden militair ingrijpen, maar werden teruggefloten door de nieuwe supermachten Amerika en de Sovjet Unie.

Nasser was een van de leiders van de beweging van niet-gebonden landen. Met andere anti-koloniale, socialistische leiders zoals Soekarno, Nkrumah en Nehru werd hij een held van de Derde Weg-beweging. Het nieuwe socialistische ideaal was een Europees verbond met de ‘derde wereld’ als alternatief machtsblok tussen kapitalisme en communisme. Kolonialisme was een zonde van het oude Europa dat in 1945 ten einde was gekomen. Het nieuwe Europa zou voortkomen uit ‘het verzet’. De nieuwe generatie Europeanen die na de jaren zestig aan de macht kwam zou de voormalige kolonieën met raad en daad bijstaan in hun streven het kapitalisme buiten de deur te houden en hun maatschappijen op te bouwen volgens ‘democratische socialistisch’ plan. De Derde Weg gaf Europa een excuus voor blijvende invloed in de voormalige kolonieën en een strategie om iets van de verloren trots en invloed in de wereld te herstellen tegenover de twee supermachten.

Gamal Abdel Nasser beloonde de Amerikaanse steun in de Suez-crisis niet, want Amerika steunde ook Israel. Egypte werd onder Nasser een intolerante, nationaal socialistische, anti-semitische eenpartijstaat met concentratiekampen in de woestijn en Islam als staatsgodsdienst, wat een groeiend bondgenootschap met de goddeloze Sovjet Unie niet in de weg stond. In Irak bleef de situatie te onduidelijk om tot de verbeelding te kunnen spreken. In februari 1963 was de Baath-partij een leidend element in een bloedige coup tegen Abdel Karim Qassim die zelf een paar jaar eerder ook met een coup aan de macht was gekomen. Bij de coup zou de Baath-partij hulp hebben gekregen van de CIA die hoopte daarmee de groeiende invloed van de communisten in te dammen. Op dat moment had de Baath-partij minder dan duizend actieve leden. Saddam Hoessein zat in Egypte en kwam pas na de coup naar Bagdad, waar hij de verantwoordelijkheid op zich nam voor de bloedige vervolging van met name communisten. Dat duurde niet lang. In november volgde al een tegencoup van het leger. [2]

Pas in 1968 kwam de Baath-partij definitief aan de macht, nu bizar genoeg geholpen door een coalitie met de veel grotere communistische partij. De vijanden van 1963 vormden een Progressief Nationaal Front. Het nieuwe Iraakse regime kon rekenen op steun van de Sovjet Unie en Frankrijk, die beide inmiddels waren begonnen met het ontwikkelen van de olievelden. Het Franse staatsbedrijf ERAP (Entreprise de Recherches et d’Activités Pétrolières) had in 1967 een contract getekend voor ontwikkeling van de olievelden in het zuiden. In 1972 begon het Baath-regime met de nationalisatie van de olie-industrie, maar ERAP werd goed gecompenseerd en was vanaf 1976 afnemer van de olie uit de velden die het had ontwikkeld.

Chirac en Saddam in 1974 Eind 1974 vertrok Jacques Chirac naar Bagdad voor zijn eerste ontmoeting met Saddam Hoessein. Chirac was premier onder president Valéry Giscard d’Estaing. In september 1975 ontving hij Saddam Hoessein in Versailles. Chirac zag in Hoessein een Arabische De Gaulle en verzekerde hem van “mon estime, ma considération et mon affection”. Na een rondleiding in een Franse kerncentrale werden contracten getekend voor twee kernreactoren en genoeg verrijkt uranium voor drie of vier atoombommen. Frankrijk zou de opleiding van zeshonderd atoomtechnici verzorgen. Saddam Hoessein noemde de overeenkomst in een interview met een Libanese journalist in 1975 “the first concrete step toward the production of the Arab atomic weapon”. Irak kocht in Frankrijk wapens voor in totaal anderhalf miljard dollar, waaronder een luchtafweersysteem en zestig Mirage F1 gevechtsvliegtuigen. Israel bombardeerde de Osirak-centrale in juni 1981. [3]

Het Arabische nationalisme naar Europees model dat Chirac zo actief ondersteunde was een ramp voor het Midden Oosten. De problemen in de regio zijn niet begonnen met de ‘introductie’ van een Joodse staat. Joden woonden er al eeuwen. De staatsgrens van Israel is niet kunstmatiger dan die van Irak, Syrië of de andere landen die na dekolonisatie zijn gevormd. In de Arabische eenheid waar Nasser en Aflaq van droomden, die zich over minstens de hele breedte van het Midden Oosten uitstrekte, was gewoon geen plaats voor Joden en als het er op aankwam evenmin voor Koerden, Christenen en andere minderheden. [4] Arabische eenheid was een fata morgana. Syrië trok zich in 1961 na drie jaar terug uit de Verenigde Arabische Republiek, een unie met Egypte. In de oorlog tussen Irak en Iran koos Syrië de kant van het niet-Arabische Iran. Irak viel het Arabische buurland Koeweit aan, waarna andere Arabische landen zich aansloten bij een Amerikaanse coalitie tegen Irak. Tot op de dag van vandaag bestrijden seculiere Arabische nationalisten en islamisten elkaar.

Frankrijk blijft geloven in de heilzame werking van Arabisch nationalisme. Chirac verklaart in 1986 dat Frankrijk zich beschouwt “comme l’amie et l’alliée de l’Irak” en dat die ”attitude n’etait susceptible d’aucun changement dans ce domaine”. [5] Een week na de eerste golfoorlog onderhandelen Frankrijk en Irak alweer over oliecontracten. Het oliebedrijf Elf, opvolger van ERAP, sluit een aantal uiterst gunstige contracten. In oktober 1993 bezoekt Tareq Aziz Parijs. VN-sancties tegen Irak vormen een ernstig obstakel in de uitvoering van de overeenkomsten. Het zijn niet de en
ige Franse contracten die door de sancties in de la blijven. Airbus zou Iraqi Airways vijf vliegtuigen leveren. De Iraakse luchtvaartmaatschappij blijft gedurende de jaren negentig in contact met het Europese consortium. In september 2000 brengt een delegatie van Airbus een bezoek aan Bagdad om te bevestigen dat ze de toestellen zullen leveren zo gauw de VN-sancties worden opgeheven. [6]

Vanaf eind jaren negentig voert Frankrijk campagne tegen de sancties. Jacques Chirac keert zich in november 1997 tegen gebruik van geweld tegen Irak nadat de wapeninspecteurs het land uit zijn gezet. Het Iraakse persbureau prijst Chirac’s opmerkingen: “They reflect a balanced attitude rejecting the American hegemony under the cover of the so-called ‘New World Order’.” In januari 1998 vertrekt de eerste tank Iraakse olie onder het olie-voor-voedsel-programma richting Frankrijk. “We are now in a phase of drawing and implementing a real exit for the Iraqi crisis,” verklaart Jacques Chirac in december 1998 na het Amerikaans-Britse besluit de luchtaanvallen te staken. Een maand later stelt Frankrijk de leden van de VN-veiligheidsraad opheffing van de sancties voor gekoppeld aan nieuw wapeninspectieregime zonder de lastige Richard Butler. Iraakse kranten roepen de Arabische landen op het goede voorbeeld van Frankrijk, Rusland en China te volgen en zich te verzetten tegen de Amerikaanse lijn. [7]

Onder Chirac haalt Frankrijk de banden met de Arabische wereld aan. In de zomer van 1999 verleent Frankrijk het kantoor van de Arabische Liga in Parijs diplomatieke status. Chirac stemt zijn Midden Oosten politiek af in nauw overleg met de Arabische Liga. Die lijkt hij te beschouwen als de rechtmatige vertegenwoordiger van een Arabische natie en een logische partner voor het verenigde Europa. [8] Andres Ganee, het hoofd van het departement dat de Franse belangen in Bagdad behartigt, laat eind 1999 weten dat Frankrijk ook de economische banden met Irak wil uitbreiden. Op de Bagdad International Fair zijn 130 Franse bedrijven vertegenwoordigd. Frankrijk heeft de grootste buitenlandse delegatie. Ganee zegt na afloop dat contracten zijn getekend voor “modernisering van het communicatienetwerk”, maar dat het VN-sanctiecomité die nog niet heeft goedgekeurd. [9]

In december 1999 roept Saddam Hoessein Frankrijk en Rusland op tegen een VN-resolutie te stemmen die de sancties voor negen jaar opschort. Irak heeft bezwaar tegen de voorwaarde dat het land weer wapeninspecteurs moet binnenlaten, ook al zullen die nu onder leiding van de vriendelijke Zweedse bureaucraat Hans Blix staan. De Iraakse onderminister voor buitenlandse zaken Nizar Hamdoun verwijst naar Franse belangen – Frankrijk is inmiddels de grootste handelspartner onder het olie-voor-voedsel-programma – en dreigt impliciet met uitzetting van Total Fina Elf. Geheel in lijn met haar traditie geeft Frankrijk toe aan de Iraakse druk en onthoudt zich in de VN-veiligheidsraad van stemming. [10] “Politics is about interests. Politics is not about morals,” zegt de Iraakse VN-ambassadeur Mohammed Douri. “If the French and others will take a positive position in the Security Council, certainly they will get a benefit. This is the Iraqi policy.” [11]

Economische belangen zijn niet de enige reden waarom Europeanen het Arabische nationalisme steunen. In Europa is een generatie leiders aan de macht gekomen die in de jaren zeventig soms extreem-linkse sympathieën hadden. Met name het Palestijnse terrorisme werd geidealiseerd als een opstand van de verworpenen der aarde en het begin van een wereldrevolutie waarin de derde wereld de rol van het proletariaat vervulde. [12] Begin 2001 brengt een rechtszaak over een Palestijnse aanslag in 1975 het radicale verleden van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer boven tafel. Fischer getuigt dat hij zijn vriend Hans-Joachim Klein destijds van het terrorisme af probeerde te houden, maar de dochter van RAF-terroriste Ulrike Meinhof, Ilich “Carlos the Jackal” Ramirez Sanchez en anderen beweren dat Fischer wel degelijk zelf betrokken was bij revolutionair geweld. Fischer ontkent ook stellig dat hij in 1969 op een PLO-bijeenkomst in Algerije is geweest, waar Yassar Arafat steun kreeg voor zijn belofte Israel te vernietigen. Later geeft zijn woordvoerder toe dat hij er wel was, maar na een uur was vertrokken omdat hij het “te saai” vond. Uiteindelijk moet de woordvoerder bekennen dat Fischer er van begin tot eind bij is geweest. [13]

Joschka Fischer’s radicale verleden, zijn vriendschappelijke banden met RAF-terroristen en zijn leugens daarover hebben geen enkele negatieve invloed gehad op zijn grote populariteit of politieke positie. Het is duidelijk waar de Duitsers staan ten opzichte van Israel en Arabisch nationalisme en echt verrassend is het niet. De Franse ambassadeur in Engeland Daniel Bernard verwoordde de stille Europese concensus het beste toe hij Israel “that shitty little country” noemde. “Why should the world be in danger of World War Three because of those people?” aldus Bernard. [14] Ook Bernard’s woorden hadden geen gevolgen. Maar toen de Tsjechische premier Milos Zeman het waagde Arafat te vergelijken met Adolf Hitler riep hij de toorn van de Europese Commissie over zich af. [15] De Arabische Liga vond de vergelijking “unacceptable and hostile to all Arab countries”. De Europese Commissie dreigde: “Such language is not what we expect from a future member state. … The Czech Republic has agreed to follow the EU’s foreign policy … and those comments were not helpful.” [16] Zoals later opnieuw zou blijken rond Irak hoeft geen twijfel te bestaan wie dat Europese buitenlandse beleid bepaalt.


[1] In de ‘alternatieve’ of ‘onafhankelijke’ media is de consensus nu dat het Pentagon de gebeurtenissen op het plein zorgvuldig heeft geensceneerd. Zie bijvoorbeeld http://globalresearch.ca/articles/NYI304A.html. Op de vele andere beelden en portretten van Saddam Hussein die zijn neergehaald gaat deze theorie niet in.

[2] Het verhaal dat de CIA Saddam Hoessein aan de macht heeft geholpen lijkt bijna volledig te steunen op een passage in ‘Out of the Ashes, The Resurrection of Saddam Hussein’ van Andrew en Patrick Cockburn (Verso 2000): ‘In retrospect, it was the ClAs favorite coup. “We really had the ts crossed on what was happening,” James Critchfield, then head of the CIA in the Middle East, told us. “We regarded it as a great victory.” Iraqi participants later confirmed American involvement. “We came to power on a CIA train,” admitted Ali Saleh Sa’adi, the Baath Party secretary general who was about to institute an unprecedented reign of terror. CIA assistance reportedly included coordination of the coup plotters from the agency’s station inside the U.S. embassy in Baghdad as well as a clandestine radio station in Kuwait and solicitation of advice from around the Middle East on who on the left should be eliminated once the coup was successful.’ Deze lezing van de gebeurtenissen is op zich heel plausibel, maar als basis voor de claim dat Amerika uiteindelijk zelf verantwoordelijk was voor Saddam’s dertig jaar terreur is het wat mager. Daar komt bij dat niemand minder dan Scott Ritter’s echtgenoot op Amazon.com (8 juni 1999) de feitelijke juistheid van het boek in twijfel trekt – Scott Ritter is de voormalige UNSCOM-inspecteur die actief campagne voerde tegen de oorlog in Irak. De schrijvers beweren dat Marina Ritter banden met de CIA had. “I cannot understand how the authors could come up with a completely unfounded statement,” schrijft ze in haar recensie op Amazon.com. “Any non-fiction book, no matter how eloquently written, will be first and foremost judged on the basis of its factual correctness. As far as the facts that I am personally familiar with go, this book lacks credibility.”

[3]The Chirac-Hussein Connection’ – George Friedman, 19 februari 2003, Stratfor: ‘Former French President Valery Giscard d’Estaing, who held office at the time of the negotiations with Iraq, said in 1984 that the deal “came out of an agreement that was not negotiated in Paris and therefore did not originate with the president of the republic.” Under the odd French constitution, it is conceivable that the president of the republic wouldn’t know what the premier of France had negotiated — but on a deal of this scale, this would be unlikely, unless the deal in fact had been negotiated between Chirac and Hussein in the dark and presented as a fait accompli.’ Dit zou kunnen betekenen dat Chirac en Hoessein de overeenkomst in 1974 onderling in Bagdad hebben gesloten.

[4] Arabisch nationalisme keert zich net als het Europese idee tegen de liberale natiestaat en doet een beroep op een breder, continentaal volksbegrip. The Philosophy of the Revolution­ – Gamal Abdel Nasser: ‘But the era of isolation is now gone. Gone also are the days when barbes wires marked the frontiers seperating and isolating countries, and every country must look beyond its frontiers to find out where the currents that effected it spring, how it should live with others … It has become imperative that every country should look around itself to find out its position and its environment and decide what it can do, what its vital sphere is, and where the scene of its activity and what its positive role could be in this troubled world.’ Nasser definieerde zijn gedroomde Arabische natie met ‘drie cirkels’; het Midden Oosten, het Afrikaanse contintent waartoe Egypte behoorde en de moslimwereld inclusief Indonesië, delen van Rusland en moslims over de hele wereld. Een poging tot afbakening van het Arabische lebensraum uit Constitution of the Arab Ba’th Party, 1951: ‘Article 7. The Arab fatherland is that part of the globe inhabited by the Arab nation which stretches from the Taurus Mountain, the Pocht-i-Kouh Mountains, the Gulf of Basra, the Arab Ocean, the Ethiopean Mountains, the Sahara, the Atlantic Ocean and the Mediterranean.’ Citaten komen uit Arab Nationalism, an anthology – selected and edited with an introduction by Sylvia G. Haim, University of California Press Berkeley 1962

[5]La petite musique franco-irakienne’, André Fontaine, Le Monde, 28 september 2002

[6] ArabicNews.com, 17 december 2000. In september 2000, dezelfde maand waarin het bezoek van de Airbus-delegatie plaatsvond, landden Franse en Russische ‘humanitaire NGO’s’ met gecharterde toestellen op Saddam International Airport in een actie om de sancties te breken. De Franse vlucht was georganiseerd door Jerad Hubo, tevens secretaris generaal van het Franse bureau voor industriële en culturele promotie.

[7] Iraqi dailies call upon the Arab states to follow France’s steps in supporting it, ArabicNews.com, 10 maart 1999

[8] Lees ook dit verbijsterende satirische artikel van een Arabische schrijver: Chirac for President…of the Arab League – Imad al-Din Husayn, Al-Bayan (government-owned), Dubai, United Arab Emirates, 14 februari 2003 (http://www.worldpress.org/article_model.cfm?article_id=1076&dont=yes Originally from http://www.albayan.co.ae/)

[9] Paris confirms its endeavor to support joint cooperation with Baghdad, ArabicNews.com, 16 nove
mber 1999

[10] Iraq urges France and Russia to reject United Nations resolution, ArabicNews.com, 13 december 1999

[11] Iraq Uses Its Buying Power As Leverage – Colum Lynch, Washington Post, 3 juli 2001: In de tweede helft van 2000 begint Bagdad Frankrijk daadwerkelijk te straffen voor gedeeltelijke steun aan Amerikaans beleid met een halvering van de handel.

[12] Jean-Paul Sartre noemde terrorisme ooit instemmend de atoombom van de machtelozen en schreef een apologie voor revolutionair geweld als voorwoord bij Frantz Fanon’s Les Damnés de la Terre uit 1961, het boek dat de rol van de voormalige kolonieën als voorhoede in de wereldrevolutie expliciteerde.

[13] It’s Cool Again to Be Communist – J. Michael Waller, Insight Magazine, 15 augustus 2001 / Nine years in jail for Jackal helper – Kate Connolly, Guardian, 16 februari 2001

[14] Islamists overplay their hand but London salons don’t see it – Barbara Amiel, Daily Telegraph, 17 december 2001

[15] De vergelijking van Arafat met Hitler is bepaald niet uit de lucht gegrepen. Arafat’s mentor en voorganger als Palestijnse leider was Haj Amin Al Husseini, de groot-mufti van Jerusalem vanaf 1920. Tijdens de Tweede Wereldoorlog reisde Al Husseini naar nazi-Duitsland waar hij Adolf Hitler probeerde te overtuigen het door de Britten bestuurde Palestina binnen te vallen en te zuiveren van Joden. Er zijn foto’s van Al Husseini’s bezoek aan een concentratiekamp. Terug in Jeruzalem bleef de groot-mufti een enthousiast propagandist voor de Duitse oplossing van het ‘Joodse probleem’. In een interview met Al Sharq Al Awsat (London Arabic Daily) van 2 augustus 2002 zei Yasser Arafat: “We are not Afghanistan… We are the mighty people. Were they able to replace our hero Haj Amin Al Husseini?… There were a number of attempts to get rid of Haj Amin, when they considered him an ally of the Nazis. But even so, he lived in Cairo, and participated in the 1948 War and I was one of his troops.”

[16] Czech PM upbraided for comparing Arafat to Hitler – Andrew Osborn, Guardian, 20 februari 2002