In zijn boek Islam onder mijn huid doet de Nederlandse Arabist en islamitisch rechtsgeleerde Maurits Berger verslag van zijn persoonlijke ervaringen in de islamitische wereld.
In zijn boek Islam onder mijn huid doet de Nederlandse Arabist en islamitisch rechtsgeleerde Maurits Berger verslag van zijn persoonlijke ervaringen in de islamitische wereld. Aan de hand van een soort reisverslag beschrijft hij een periode vol aangrijpende gebeurtenissen: de aanslagen van de moslimextremisten in Egypte, de tweede intifada in Palestina, de dood van de Syrische dictator Assad en de reacties op de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Ondanks het feit dat hij zich thuis voelt in de cultuur, de gebruiken en gewoonten van de Arabische wereld blijft de auteur zich een buitenstaander voelen. Zo stoort hij zich aan het gebrek aan individuele vrijheid, maar tegelijkertijd beseft hij dat dat de prijs is die men betaalt voor een sterke gemeenschapszin, hechte familiebanden en duidelijke normen en waarden. Als Nederlander is hij geneigd de rol van de religie nagenoeg te ontkennen, terwijl die in de Arabische wereld bijna gelijk staat met iemands identiteit.
In de inleiding maakt Berger een vergelijking tussen het proces tegen de Nederlandse auteur Gerard Reve die in 1966 in Nederland werd aangeklaagd wegens godslastering en de Egyptische hoogleraar Nasr Abu Zeid die in 1996 hetzelfde overkwam. Reve werd uiteindelijk vrijgesproken. De Egyptische Hoge Raad verklaarde Nasr Abu Zeid evenwel schuldig aan afvalligheid en dat de hoogleraar geen moslim meer was. De auteur vraagt zich af hoe het mogelijk is dat twee bijna identieke juridische systemen (zowel het Egyptische als het Nederlandse zijn afgeleid van het Franse) tot een zo tegengestelde uitspraak komen. Zijn conclusie is treffend: terwijl men in Nederland de rechten van het individu essentieel vindt, beschermen de Egyptische rechters vooral de mening van de meerderheid. Diezelfde gedachtegang schetst de auteur ook in het belang dat mensen in de Arabische wereld schenken aan het begrip vrijheid. Terwijl men in Nederland (en in het Westen) juist trots is op de verworven individuele vrijheid en zich zorgen maakt over een teloorgang van de gemeenschapszin, bestaat een tegengestelde houding in de Arabische wereld. Daar staat de geborgenheid binnen de familie en het hooghouden van normen en waarden centraal. Het lijken clichés maar Marits Berger beschrijft het allemaal vanuit persoonlijke ervaringen.
Toen hij in Caïro woonde, werd hij geconfronteerd met een asjwiya, een soort illegale wijk die vergelijkbaar is met de bidonvilles, favelas en barrios marginales en aan de rand van andere grote steden in de wereld. Het zijn plaatsen waar arme mensen zich een plek bouwen om te leven, een soort ‘ruralisatie’ waarbij plattelanders, met hun meer conservatieve ideeën op korte tijd een dominante groep vormen. Ruralisatie, overbevolking en werkloosheid vormen de voedingsbodem voor het islamitisch fundamentalisme dat in Egypte gestalte kreeg in de Moslimbroederschap. Het zijn religieuze fundamentalisten die met een eigen organisatie praktische oplossingen en sociale hulp bieden daar waar de overheid tekortschiet. Op die manier verwerven ze, aldus de auteur, heel wat aanzien bij de bevolking. Toen de bewoners van de volkrijke buurt Imbaba hun wijk in 1986 uitriepen tot een islamitische staat greep het leger in. De opstand werd hard neergeslagen maar intussen blijkt diezelfde overheid toch steeds meer fundamentalistische elementen op te nemen.
Tijdens zijn verblijf in Syrië stelt de auteur vast hoezeer de overheid greep tracht te houden op de moderne communicatiemedia. Tal van websites worden er door de staatscensuur afgesloten om politieke of morele redenen. Desondanks slagen jongeren erin om contact te krijgen met de rest van de wereld. In zijn contact met een Syrische juriste merkt de auteur hoezeer het begrip religieuze tolerantie een andere invulling krijgt. Zo kent Syrië geen burgerlijk huwelijk en trouwt iedereen binnen de eigen religieuze gemeenschap met een eigen familiewet en eigen rechtbanken. In Nederland (en andere westerse landen) zijn alle mensen gelijk voor de wet en wordt geen onderscheid gemaakt naar religie. Men trouwt voor de wet en daarbuiten kan men, zo men wil, een eigen religieuze ceremonie vieren. Hiermee wordt duidelijk dat de scheiding van kerk en staat in de islam moeilijk, zoniet onmogelijk is. Juist het feit dat men in het westen voorrang geeft aan het burgerlijk huwelijk maakt de weg vrij voor een verregaande secularisering. “Religieuze tolerantie in de islam heeft daarom niets te maken met individuele keuzevrijheid, maar met de garantie van een recht, namelijk het recht van het individu om tot zijn geloofsgemeenschap te behoren en het recht om de regels van deze gemeenschap toegepast te krijgen”, zo schrijft Maurits Berger. Het is van de eerste keren dat hij aanvoelt dat een compromis onmogelijk is omdat twee beginselen tegenover elkaar staan.
Die tegenstelling groeide nog door de aanslagen van 11 september 2001. In Nederland werd deze daad nadrukkelijk veroordeeld maar leidde eveneens tot veralgemeningen van de ‘vrouwonvriendelijke, polygame, handjesafhakkende, fundamentalistische fanatici’ terwijl heel wat moslims niets van doen hadden met Osama Bin Laden. Vooral de uitspraak van Bush ‘wie niet voor ons is, is tegen ons’ maakte het voor veel moslims moeilijk. In die periode ging Maurits Berger als journalist ook naar Saoedi-Arabië waar geen enkele religieuze tolerantie bestaat, vrouwen verplicht een hoofddoek moeten dragen, geen auto mogen rijden en de religieuze politie met harde hand optreedt inzake de gebedsplichten. Het is een wat verwarrend deel in het boek omdat de auteur zelf blijk geeft van verwarring. De meeste personages die hij opvoert blijken zich goed te kunnen schikken in hun situatie maar het blijken doorgaans mensen met een hogere opleiding of uit een bemiddeld gezin. Hoe de echte situatie voor de Saoedische doorsneevrouw is laat zich raden. Niet zozeer de verplichte hoofddoek blijkt het echte probleem te zijn, dan wel het feit dat men zijn gedachten in zijn/haar hoofd niet mag uiten. Het is opnieuw een essentiële tegenstelling die de discussie over het al dan niet dragen van de hoofddoek overstijgt en ook in onze contreien van belang is.
In de slotbladzijden geeft Maurits Berger toe dat zijn opvattingen over religieuze tolerantie niet zozeer uitgaan van een ‘evidente universaliteit’ maar wel door de Westerse geschiedenis van reformaties en humanisme die zijn denkbeelden hierover hebben gevormd. Het is bijna een verontschuldiging maar dat hoeft het niet te zijn. De gelijkwaardigheid van man en vrouw mag dan wel als ‘westers’ worden aanzien, daarom is ze niet minder van toepassing in andere landen en culturen. Opnieuw blijkt hoezeer Paul Cliteur met zijn pleidooi voor een ‘universele seculiere moraal’ de weg toont naar een vreedzaam samenleven van mensen uit diverse culturen en religies. Dit boek toont aan dat de weg nog lang en moeilijk is, maar tegelijk ook mogelijk. Tot in de jaren zestig was de greep van de religie en familie ook in het westen bijzonder groot. In vier decennia zijn de meeste Nederlanders (en heel wat westerlingen) erin geslaagd om hun leven zelf in handen te nemen. Het individualisme als wapen tegen de druk van de gemeenschap.
Maurits Berger, Islam onder mijn huid, Contact, 2003, 208 blz.
Deze recensie verscheen eerder op: |
Liberales verstuurt wekelijks een gratis nieuwsbrief met interviews, essays en boekbesprekingen. Inschrijven kan op www.liberales.be.
Uit bovenstaand verhaal blijkt maar weer dat het gedwongen conformisme wat de mohammedaanse religie leert haaks staat op het individuele westen ook al denken sommige struisvogel ‘intellectuelen’ hier dat er best mee samen te werken valt. Zolang de rechtspraak in de islamitiesche landen het belang van de gemeenschap boven die van het individu stelt is er geen vergelijk mogelijk tussen het westen en de islam. Gelukkig beginnen er in het islamitiesche bolwerk steeds meer scheurtjes te komen door de overweldigende en onophoudelijke stormloop van de westerse media en communicatie kanalen. En via die scheurtjes sijpelt toch langzaam een kritische geest naar binnen die het latente individualisme en onafhankelijkheids denken van de moslims die daar bevattelijk voor zijn beginnen te stimuleren.
Comments are closed.