z1422284N.jpg“Het islamitische denken heeft vijfhonderd jaar stilgestaan. Een religie kan niet hollen of stilstaan, de aanhangers ervan wel. Die hebben vijfhonderd jaar stilgestaan, hun kop in het zand gestoken en hun geloof niet bijgesteld. De islam is niet achterlijk, maar veel Moslims wel. Die willen veertienhonderd jaar oude voorschriften van toepassing laten zijn op het leven en denken van de eenentwintigste eeuw. Dat kan niet. Daarom is er nu zoveel ellende en zijn er zulke grote problemen.”
En voor u nu denkt: Nee he, daar gaat Ayaan Hirsi Ali weer. Dit is een citaat van Haci Karacaer, directeur van de Turkse organisatie Milli Gorus. Ik bedoel maar: er is veel dat ons bindt, meneer Karacaer en mij.

Ik wil u vandaag een beeld schetsen van een vrouw met blauwe plekken, gebroken ribben, kapotte lippen, dikwijls ook verkracht, gekneusd en bloedend rondgesleurd in haar eigen woning – haar meest intieme en vertrouwde sfeer. De vrouw die van haar in de wet vastgelegde vrijheid moet afzien uit angst voor klappen, ervaart in alle eenzaamheid een enorme geestelijke terreur. Haar eigenwaarde wordt ernstig en langdurig gekrenkt. Zo’n vrouw voelt zich mislukt. Ze schaamt zich voor haar lot. Als ze kinderen heeft, moet ze ook nog de verwarde en angstige blik van haar zoontje of dochtertje verwerken. Vaak zijn de kinderen niet alleen getuige van geweld tegen hun moeder, maar zelf ook slachtoffer. Het zijn altijd die momenten waarbij haar vernedering en machteloosheid compleet zijn.

Dit beeld kennen heel wat vrouwen in deze zaal. Het was een van de grote, schokkende ontdekkingen in onze westerse landen tijdens de Tweede Feministische Golf. Het heet: huiselijk geweld. Huiselijk geweld komt nog steeds voor. Volgens cijfers van de politie is 21 procent van de Nederlanders slachtoffer van huiselijk geweld dat langer dan vijf jaar duurde. 66 procent van alle Nederlanders kent iemand – of denkt iemand te kennen – die slachtoffer is van huiselijk geweld. Uit cijfers van Amnesty International Vlaanderen blijkt dat ook in België 1 op 5 vrouwen slachtoffer is van matig tot ernstig huiselijk geweld: slaan, schoppen of erger. Het komt voor in alle rangen en standen.

Maar er zijn ook verschillen en die mogen niet worden verdonkeremaand. Bijvoorbeeld de houding ten aanzien van huiselijk geweld. Als van een Nederlandse of Belgische man uitkomt dat hij zijn vrouw of kinderen slaat, kan hij tegenwoordig in eigen kring rekenen op afkeuring en afschuw. Een moslimman daarentegen heeft laten zien dat hij een echte man is, geen watje, geen softie. Hij is de baas in huis, hij heeft ballen. Mishandeling? Welnee, geen sprake van. Het ging om een normale, corrigerende tik.

Zijn alle moslimmannen zo? Nee, natuurlijk niet. Maar het zijn er wel heel veel. Dat verklaart het grote aantal allochtone vrouwen in opvanghuizen. En dan zien we, volgens de hulpverleners, nog maar het topje van de ijsberg. Er heerst onder allochtone vrouwen een enorm lijden. Psychisch en fysiek. Geldt dat voor alle moslimvrouwen? Nee, natuurlijk niet. Maar wel voor veel van hen. Laten we solidair zijn met deze vrouwen. Zij hebben onze hulp hard nodig. En toch krijgen ze deze steun niet. Niet van een groot deel van de al dan niet behoofddoekte moslimvrouwen in Nederland en België en ook niet van een groot deel van de westerse feministes die vasthouden aan hun cultuurrelativisme.

Ik zou daartegenover willen stellen: al die mishandelde vrouwen voelen zich op geen enkele manier gesteund door die behoofddoekte moslima’s, die net doen of ze niet weten dat wegloopsters door hun vaders, broers en zonen worden bedreigd. Ook voelen ze zich niet gesteund, erger nog: ze voelen zich in de steek gelaten door degenen die zeiden: dat zit nu eenmaal in hun cultuur, daar mogen we ons niet mee bemoeien. Dat is een totaal misplaatste vorm van tolerantie, waarvan mishandelde vrouwen de dupe zijn. Soms tot de dood erop volgt.

Wat mij verontrust, is de geringschatting die er onder de Nederlandse en Belgische multiculti’s lijkt te bestaan ten aanzien van vrouwen en meisjes van moslimafkomst. Dat hun niet gegund wordt wat vanzelfsprekend is voor Nederlandse en Belgische vrouwen, namelijk vrijheid. Dat wordt weggewuifd met: ach, dat is nu eenmaal hun cultuur. Een Nederlandse of Belgische vrouw in een blijf-van-mijn-lijfhuis moet haar man van haar lijf zien te houden, dat is al moeilijk genoeg. Een weggelopen, mishandelde moslima kampt niet alleen met haar echtgenoot, maar ook met haar vader, broers, zonen, ooms en neven. Een bij voorbaat moedeloos makende overmacht. Moslimvrouwen dragen de last van de ‘eer en schande’-gewoonte. Mannen en jongens genieten vrijheid, maar als hun zusters of echtgenotes datzelfde recht opeisen, hebben ze ‘een grote mond’, zijn het ‘losse vrouwen’ oftewel ‘hoeren’.

‘Ze vroegen er toch zelf om?’ Dat was een van de uitdrukkingen die tijdens de Tweede Feministische Golf met succes werd bestreden, waardoor vrouwen het recht kregen ’s avonds door het bos te wandelen, zelfs in een minirok. Dat wil namelijk helemaal niets zeggen over hun zedelijke toestand. Ze willen gewoon een frisse neus halen. Nederlanders en Belgen kennen dus de problematiek en de woorden. Zo ver liggen de culturen echt niet uiteen. Er is veel wat ons bindt.
Voor de zelfbenoemde spreekbuizen van de moslimgemeenschap is kritiek op het denken over sekse en seksualiteit taboe en verachtelijk, zelfs als die kritiek gefundeerd is. Als ik een pleidooi houd voor werkelijke integratie, in een publiek debat argumenten wil uitwisselen, dan ‘moet ik mijn mond houden’, ben ik ‘psychisch ziek’ of ben ik uit op ‘goedkoop politiek succes’. Al die uitdrukkingen geven aan hoe gering de werkelijke bereidheid tot integratie is van die zogenaamde moslimleiding, Het resultaat van dit taboe op kritiek is dat het leed in stilte geleden moet worden. Ik denk dan aan ongewenste zwangerschappen: onnodige abortussen, hiv-besmetting en andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Meisjes wie een van deze dingen overkomt, worden uitgestoten.

Steeds als ik de onderdrukking van moslimvrouwen aankaart, word ik gewezen op de zichtbare verbetering van de positie van de derde generatie. “Kijk maar, hoe goed ze het doen, die meisjes.” Dat zal ik zeker niet ontkennen. Ik zie inderdaad dat de aantallen meisjes van Turkse en Marokkaanse afkomst in het hoger onderwijs snel toenemen. Maar ik zie diezelfde aantallen niet meer terug op de arbeidsmarkt. Na een paar jaar wint de dwingelandij van traditie, geloof en groepscultuur het van hun onafhankelijkheid. Ze worden uitgehuwelijkt of onder zware familiedruk gezet, waardoor ze in een gearrangeerd huwelijk terechtkomen. De cijfers van importhuwelijken liegen er niet om: tussen de 70 en 80 procent van de Turkse en Marokkaanse huwelijken in onze contreien vindt plaats met iemand uit het land van herkomst. Dat is geen geïmporteerde liefde, zoals je in linkse kringen hoort verkondigen. Dat is geïmporteerde liefdeloosheid.

Ik wil Haci Karacaer nog een keer citeren. Hij zegt hierover: “Er is geen sprake van liefde, het gaat uitsluitend om economisch belang. Die huwelijken moeten worden afgeschaft. Je zou het moeten zien, de kermis die zich afspeelt als je naar Turkije op vakantie gaat met een stel dochters. De eerste avond komen er al familieleden op bezoek die hun oog op dochter A hebben laten vallen als huwelijkspartner voor hun zoon. Wil dochter A per se niet, dan switchen ze binnen een minuut naar dochter B. Idioot.”

Contacten tussen mannen en vrouwen worden doorgaans gearrangeerd door de familie. Seks voor het huwelijk wordt absoluut niet toegestaan. Op de huwelijksnacht heb je dus meestal een man en een vrouw die elkaar niet kennen en die niet voor elkaar hebben gekozen. Het huwelijk begint met de opdracht voor het meisje om te bewijzen dat ze nog maagd is. Ze moet bloeden, en dat moet het meisje ook bewijzen. De ene komt uit een westerse stad en de andere bijvoorbeeld uit het platteland van Marokko. Dat leidt al snel tot conflicten. En ze vertrouwen elkaar niet want er bestaat geen basis voor vertrouwen.

Eigenlijk gaat het om één grote leugen die iedereen instandhoudt, want de waarheid is vaak dat die twee mensen elkaar niet willen. En dan begint het dagelijks leven met allerlei problemen. Zo wil een meisje dat hier is opgevoed naar haar vrienden gaan of een opleiding volgen, maar dat wekt de jaloezie van haar echtgenoot. Vaak zal ze dan liegen. Zo zal een meisje tegen haar echtgenoot in bed zeggen dat ze ongesteld zijn. En vaak weten de mannen dat ze dat niet is. Sommigen zwijgen dan, maar anderen verkrachten haar en verantwoorden hun gedrag met de koran waarin Allah de toestemming geeft aan de man om ‘haar te nemen’ en dat zij niet mag weigeren. In de Nederlandse en Belgische wet is verkrachting binnen het huwelijk strafbaar, maar in de moslimgemeenschap wordt het gedoogd. In de praktijk heerst er dus wantrouwen, leugen en gemeenheid. Ik zou zelfs zeggen: Hier is sprake van een gearrangeerde verkrachting, die in Nederland en België achteraf nog gelegaliseerd wordt ook. Hoeveel schade richt zoiets aan in een mensenziel?

Er moet zo vroeg mogelijk getrouwd worden: het maagdenvlies heeft nog steeds marktwaarde. Maar de marktwaarde van een verblijfsvergunning is minstens zo groot. Moslimvrouwen zijn handelswaar op de huwelijksmarkt. En na dat huwelijk is er de familiedwang om kinderen te baren. Als je daar psychologisch nog lang niet aan toe bent, als dat eigenlijk voor je eigen ontplooiing te vroeg is, dan zijn kinderen geen lust, maar een last. Hoeveel schade richt dat aan bij een kind?

Ook in Nederland en België werden, nog maar enkele decennia geleden, ‘gemengd’ huwen met gemengde gevoelens bekeken. Maar de afkeuring daarover en de sanctie daarop stonden in geen verhouding tot wat er nu, in Nederland, kan gebeuren als een moslimvrouw zou willen trouwen buiten haar religie. Als iets ons zou moeten binden, is het toch wel dat mensen vrij hun partner mogen kiezen. Desnoods een Nederlander, een Belg, een ongelovige, desnoods een lesbienne. Maar dat wordt gezien als verraad en als onzedelijk. Moslimmannen mogen een ongelovige vrouw trouwen, maar moslimvrouwen moeten seksueel beschikbaar blijven voor de eigen groep. Wat een slimme samenzwering. “Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen.” Kent u die uitdrukking nog? Er is veel dat ons bindt.

Ik heb me verbaasd over de ontwikkeling van het hoofddoekgebruik in Nederland en België onder jonge vrouwen. Een paar jaar geleden zag je ze nauwelijks. En net in de periode dat in Algerije moslimvrouwen door fundamentalistischere medemoslims massaal de hals werd afgesneden omdat ze weigerden een hoofddoek te dragen, net in die periode begonnen jonge moslima’s hier een hoofddoek te dragen. Lazen ze geen kranten? Hadden ze geen behoefte aan solidariteitsbetuigingen met hun bedreigde, onbehoofddoekte moslimzusters? Was het misschien een steunbetuiging aan de halsafsnijders? Was het puberprotest, zonder enig besef van de wereld om hen heen? Waarom knoopten ze niet massaal een bloedrode doek om hun hoofd?

We horen nogal eens dat hoofddoekdraagsters niet onderdrukt zijn, dat zij zelf kiezen voor deze hoofdbedekking. Waarom zien we dan tegenwoordig in Amsterdam en Brussel zelfs kleuters al met zo’n doek om? Hebben die daar zelf voor gekozen? Is het van daar een kleine stap naar de niqaab en de burka? In Amsterdam kwam je ze de laatste tijd al regelmatig tegen. En ook in Brussel zijn de eerste burkadragers te zien. Daar hoefde je niet voor naar Afghanistan. Maar wie bivakkeerden daar onder die niqaabs? Waren dat tachtigjarige uit Afghanistan geïmporteerde oma’s? Vermomde mannen van Al Qaida die alvast terrein kwamen verkennen voor toekomstige aanslagen? Ongelukkige jonge importvrouwen die thuis verregaand onderdrukt werden en buitenshuis, door het gluurspleetje van hun spookgewaad, met blikken vol medelijden of afschuw geconfronteerd werden? Je weet het niet.

Wat we wel weten, is dat jonge moslima’s in Amsterdam en Brussel ervoor kiezen om steeds strenger gesluierd naar school te gaan. En dat was in dezelfde periode dat we in de krant lazen hoe in Saoedi-Arabië veertien meisjes omkwamen en tweeënvijftig anderen gewond raakten, toen zij verhinderd werden uit een brandende school te ontsnappen omdat zij geen niqaab droegen. Liever een dode moslima dan een onzedige moslima? Lezen die meisjes in Nederland en België geen kranten?

Sommigen zeiden dat ze zich zo veel mogelijk in hun doen en laten wilden spiegelen aan de vrouwen van de profeet. Een hoofddoek als middel om naar school te mogen, dat pragmatisme begrijp ik. Maar om dat vrijwillig te doen… Een hoofddoek als instrument om mannen niet te verleiden, kan het niet wezen. Daarvoor zijn hun rokken te kort en de hakken te hoog. Er spreekt in ieder geval geen mededogen uit met hun onderdrukte moslimszusters in andere landen. In die zin heeft het bijna iets wreeds.

De hoofddoek wordt hier, op een van de weinige speldenknopjes van de wereld waar het voor vrouwen redelijk te harden is, gebruikt als symbool van segregatie. Hij wordt gedragen om aan te geven: wij zijn anders. Ik zou het liever willen hebben over wat ons bindt, allochtoon en autochtoon, mannen en vrouwen, gelovigen, ongelovigen en twijfelaars. Wat was ik blij toen ik laatst op de televisie een reportage zag over de oprichting van de Nederlandse tak van de AEL van Abou Jahjah, en ik een marktkoopman tegen AEL-aanhangers hoorde zeggen: “Wat nou Arabieren, ik ben Europeaan!”
Dames en heren, het is tijd voor de Derde Feministische Golf. Laten we die vandaag uitroepen. Ik roep de vrouwen op die de Tweede Feministische Golf bewust hebben meegemaakt. Waarom geen inhaalslag voor de Moslimvrouwen? Waarom geen solidariteit met vrouwen, die vandaag, net als westerse feministes vroeger, psychisch en fysiek onderdrukt en mishandeld worden?

Die oude garde heeft trouwens wel wat boter op het hoofd. Destijds hebben vrouwen uit deze golf de vrouwen en mannen die toen uit andere landen en culturen naar Nederland en België kwamen geen deelgenoot gemaakt van hun emancipatieproces. Althans, lang niet genoeg. De algemeen aanvaarde wijsheid was toen: ze moeten het in eigen kring doen en in hun eigen tempo. Enkele prominente feministen uit die tijd, zoals Cisca Dresselhuys in Nederland, geeft nu volmondig toe dat zij dat verkeerd heeft ingeschat. Zij heeft daar nu spijt van. Zij heeft de kans gegrepen om dat verzuim nu volop goed te maken. Want juist zij en haar generatiegenoten kunnen zich als geen ander inleven in de psyche en de situatie van de mensen die onderdrukt worden vanuit gewoonte en geloof.

Het valt me steeds op dat er wel kritiek mogelijk is op het christendom en de paus. Kijk naar wat Simone De Beauvoir schreef. Zij was van huize uit katholiek en heeft veel kritiek gehad op de religie. Zij wordt door zowat alle westerse feministes gevierd. Blijkbaar mag je wel kritiek hebben op het christendom maar niet op de islam.

Hun redenering is dat je tegenover minderheden respect moet hebben. Als die minderheden daarbinnen individuen, meestal vrouwen, onderdrukken dan zeggen ze dat we ze tijd moeten geven om te evolueren. Op die manier scheppen ze een hiernamaals voor de vrouwen die onderdrukt worden, want het zal wel een keer beter worden. En dan zitten die vrouwen vast want de imam zegt ‘wees gehoorzaam en Allah zal je belonen in het hiernamaals’ en westerse feministes zeggen ‘het zal in de loop van de geschiedenis wel goed komen, want het is met ons ook goed gekomen’. Ik wil niet wachten tot het hiernamaals. Westerse feministes zouden moeten beseffen dat ze door hun stilzwijgen heel wat moslimmeisjes veroordelen om hun leed in stilte te lijden. Ze moeten ons helpen in de Derde Feministische Golf

We moeten met zijn allen reageren. Mannen en vrouwen. Autochtonen en allochtonen. Ouderen en jongeren. We moeten reageren omdat het niet langer kan dat vrouwen die geen hoofddoek willen dragen, die weigeren te trouwen met een onbekende man, die een voorhuwelijkse relatie hebben, die zich verzetten tegen hun seksuele verminking of die gewoon zichzelf willen zijn, nog langer vernederd, verkracht of vermoord worden.

Dit is de toespraak die Ayaan Hirsi Ali hield op de Liberales-lezing op de Boekenbeurs in Antwerpen op 29 oktober 2004

Dit artikel verscheen eerder op: liberales.gif

Liberales verstuurt wekelijks een gratis nieuwsbrief met interviews, essays en boekbesprekingen. Inschrijven kan op www.liberales.be.

4 REACTIES

  1. Waarom worden er geen echte maatregelen genomen om te zorgen dat het minder aantrekkelijk is om huwelijkspartners uit het buitenland te halen. De beste manier is om te zorgen dat er niet meteen recht is op uitkeringen hier in Nederland. De bijstandswet zou niet moeten gelden voor personen die geen arbeidsverleden hebben in Nederland. Eerst plichten, dan rechten. Het is nu veel te gemakkelijk en daardoor zijn Marokkaanse en Turkse meisjes etc. geliefde huwelijkskandidaten voor buitenlandse mannen. Laten we dan meteen de kinderbijslag beperken tot maximaal twee kinderen, dan zullen de asociaal grote (moslim)gezinnen ook wel verdwijnen.

  2. Grote gezinnen zijn niet asociaal als beide partners – man en vrouw – vrijwillig en met volle verantwoording ervoor hebben gekozen. Wat mw. Ali schrijft bewijst echter dat de moslimvrouw hier heel weinig keuze heeft.
    Ik vind dat progressieve Nederland en Belgie de hele zaak van emancipatie van de (moslim)vrouw in de steek heeft gelaten. In de ogen van de linkse partijen is emancipatie van minderheden veel belangrijker dan emancipatie van de vrouw. Hoezo vrouwonderdrukking? Kennen we niet.

  3. COGNITIEVE DISSONANTIE

    Die linkse houding t.o.v. (moslim)vrouwenemancipatie is alweer zo’n voorbeeld van cognitieve dissonantie, waarmee de pseudo-intellectuele linkse kerk per definitie behept is, waarmee ze elke discussie uit de weg gaat en waarmee zij haar wensdromen oplegt aan andersdenkenden.

  4. Voorlopig is Ayaan ondergedoken
    en treft Geert Wilders hetzelfde lot.
    Theo van Gogh is vermoord en
    iedereen past voortaan op z’n woorden.
    Hoezo spreken over vrouwenemancipatie?

Comments are closed.