Kort na elkaar bereikten ons berichten over de oprichting van drie nieuwe Belgische Partijen. In Nederland met zijn enorm groot aantal partijen zou dit helemaal niets bijzonders zijn. Dit te meer omdat die partijen toch maar gradueel van elkaar verschillen . Praktisch alle partijen, ook die zich “rechts” noemen, werken in de richting van een groter collectivisme.

Dit bleek ook het geval met twee van die Belgische partijen. Maar de derde heeft een veel belovende beginselverklaring, en een programma dat koerst naar een grote individuele vrijheid. Deze partij noemt zich Partij der Radicalen, (P.d.R.) en zij wil de overheidsinvloed radicaal verlagen. Zij wil komen tot een radicaal herstel van de individuele vrijheid.

Het eerste punt van de beginselverklaring luidt:

De P.d.R. verdedigt het principe van de individuele vrijheid:

-omdat wij wezens zijn en het individu uniek, eenmalig en onvervangbaar is.

Ieder mens heeft daarom het recht zijn leven in te richten zoals hij dat wenst. Hij moet zich in de wereld kunnen ontplooien en zijn idealen kunnen nastreven op de voor hem persoonlijk meest zinvolle manier.

Dit recht impliceert een volkomen vrijheid, met als enige mogelijke beperking de even grote vrijheid van de andere mensen.

Andere beperkingen zijn ontoelaatbaar en moeten zoveel en zo snel mogelijk weggenomen worden, want elke inperking van de vrijheid vermindert de kans op zelfrealisatie en tast de kwaliteit van het leven aan.

Samenleven in gemeenschap brengt natuurlijk de noodzaak tot samenwerking met zich mee. Alleen de vrij aangegane overeenkomst mag aangenomen worden als basis van deze samenwerking, want zij alleen kan de mogelijkheid tot vrije ontplooiing gaaf houden.