Zürich, 27 oktober 1976.

Veertien landen zonden vertegenwoordigers naar Zürich voor het bijwonen van de International Free Market Conference.

Twee dagen lang werd er gediscussieerd over vragen als: “Hoe propageren wij de vrije markt-economie” en “Wie zijn onze tegenstanders”.

Voorts werd besproken hoe men naast een “dag voor de arbeid” ook een “dag voor de ondernemersvrijheid” kon organiseren. Tijdens de conferentie kreeg iedere organisatie de kans het licht te werpen op de politieke en economische situatie in het eigen land. Eigenlijk vertonen alle landen hetzelfde beeld. Tomeloze stijging van overheidsuitgaven, nulgroei van de economische bedrijvigheid, werkloosheid, inflatie en verlies van normbesef. Zelfs Zwitserland, dat momenteel niet met werkeloosheid en inflatie te kampen heeft, ziet haar overheidsuitgaven snel stijgen en haar economische activiteit dalen. Hoewel Zwitserland de meeste vrije markt economie en dus de hoogste levensstandaard van Europa heeft, wordt ook daar de jeugd opgezweept tot het voeren van haatacties tegen ieder die wat presteert.

De Finnen, Noren en Engelsen bleken wel het meest actief in eigen land. De Finnen via een ondernemersorganisatie die 58.000 leden telt. De Noren via Libertas, een welvarende educatieve organisatie met o.a. een geïllustreerd weekblad met 70.000 abonnees. Eén derde van de lezers zijn geschoolde arbeiders.

Voorts organiseren zij cursussen in handenarbeid, talen en economie en analyseren zij de infiltratie van het collectivisme in radio, t.v., kranten en scholen.

De Engelsen verheugen zich in een goede arbeidsverdeling tussen een zevental organisaties. Sommige publiceren vooral economische studies (IEA), anderen houden lezingen voor scholen, pers en politici (Aims for Freedom and Enterprise), weer anderen verlenen rechtsbijstand aan de kleine zakenman (ASP) of attaqueren de vakbonden (NAFF) of delen aan de fabrieksuitgangen pamfletten uit over de vrije markt economie (Economic League). Daarnaast hebben de Engelsen nog twee zogenaamde “Think Tanks”: de Center for Policy Studies en het East-West Institute.

Van Nederlandse zijde namen aan de conferentie deel de Stichting het Libertarisch Centrum en de Vereniging van Kritische Ondernemers (KNO).