Zoals in uitzicht gesteld, een kort overzicht van de waaier van mogelijkheden voor wie wil werken aan een verruimde visie op innerlijke en uiterlijke realiteit. Wie nog wat beter wil ingelicht zijn kan er, behalve de vorige keer vermelde werken, nog Roszaks Unfinished Animal (o.m. uitgegeven bij Faber paperbacks, ook vertaald) en Jacob Needlemans De nieuwe godsdiensten op nakijken. Wegens de overvloed van materiaal zal het misschien een wat saaie opsomming worden.

Laten we onze eerste sprong niet te ver nemen. De psychologie: Freud en de psychoanalyse (Karen Horney voor wie zelfanalyse wil proberen), nog streng wetenschappelijk, C.G. Jung (al een heel stuk mythischer), de gestaltpsychologie, de psychosynthese (Assagioli), Primal Scream, de humanistische psychologie (Maslow) of Carl Rogers.

Ook als psychologische systemen te beschouwen, maar al wat exotischer, verregaander, minder academisch, sommige ook wat meer risico’s opleverend: Arica, EST, Sylva Mind Control, Alfaseminaries, bio-feedback, (auto)hypnose en Scientology (kan een zware financiële aderlating worden als je niet oppast!). Meer lichaamsgericht: autogene training (warm aanbevolen – insiders hebben het grapje al beet – en bovendien, voor de sceptici,zeer wetenschappelijk gefundeerd), Rolfing, bio-energetica, Reichiaanse therapie, Alexandermethode, Feldenkrais en massage.

Alternatieve gezondheidszorg (ik vermijd met opzet het woord “geneeskunde”; een van de stellingen die het alternatieve denken scherp op de korrel neemt is precies dat je eerst ziek zou moeten zijn om iets aan je gezondheid te doen): Homeopathie, fytotherapie (=kruidengeneeskunde), psychische chirurgie, iridologie, bloementherapie (Dr. Bach), acupunctuur, neuraaltherapie, bindweefselmassage, vegetarisme, macrobiotiek. En als je je nu zit af te vragen wat dit allemaal met ons onderwerp te maken heeft, wees er dan maar van overtuigd dat b.v. een grondige homeopathische behandeling of overschakelen naar vegetarische voeding je ook psychisch flink dooreen schudden. Bovendien is het “wetenschappelijk” natuurlijk allemaal kletskoek: bij een sterke homeopathische verdunning (precies de meest werkzame!) zit er geen enkele molecule van de oorspronkelijke stof meer in het middel en wat de meridianen van de acupunctuur betreft, lichamelijk “bestaan” die niet.

Maar dit brengt ons eigenlijk bij onze volgende afdeling, wat ik bij gebrek aan beter “underground science” zou noemen: er zit wellicht iets in (soms heel wat) maar van de universitaire faculteiten wordt het weggelachen: piramidologie, bioritmen, radiësthesie (= pendelen), astrologie, alchemie, auralezen, kundalini research, theorie der parallelle universa, vierde, vijfde en verdere dimensies (lees o.m. Ouspensky), dromen interpreteren en beïnvloeden, reïncarnatietheorie. Iets meer aanvaard zijn: de nieuwe fysica (Capra en Zukav) en de parapsychologie. Vergis je echter niet wat dit laatste betreft: parapsychologie (of psi-fenomeen) is gewoon het woord dat men gebruikt als een “ongewoon” fenomeen zodanig onloochenbaar geworden is dat men wel van erg slechte wil moet zijn om nog verder te doen alsof zijn neus bloedt (niet dat sommigen zich daar overigens laten door afschrikken!).

Oosterse religie en aanverwante systemen vormen een volgende, en uiteraard zeer belangrijke groep: yoga, boeddhisme (met o.a. Zen en Tibetaans lamaïsme), tantra en taoïsme dienen hier vermeld. Verder zijn er de soefi’s en subud. Tot het taoïsme behorend, maar met aparte betekenis zijn: tai chi (meditatieve gymnastiek) en de I Ching.

Onafhankelijke goeroes en leraren in het spoor van die oosterse systemen: Maharishi (transcendente meditatie), Aurobindo, Bhagwan Shree Rajneesh (de bekendste en veelzijdigste), Ghb’gyam Trungpa, Tarthang Tulku (beiden Tibetaanse vluchtelingen), Krishnamurti (de soberste, voor wie ook hier de banden met de westerse nuchterheid niet totaal wil verbreken). Westerse occult-esoterische systemen: het traditionalisme (Guénon, Schuon), theosofie, antroposofie (met de geniale en veelzijdige figuur van Rudolf Steiner), Gurdieff (keihard en elitair), kaballah, tarot, rozenkruisers, rituele magie. Én dan tenslotte al wat te maken heeft met ecologie en organische levensbeschouwing, primitivisme, neoheidendom, hekserij, enz.: de culturen van primitieve volkeren, de Amerikaanse indianen, de werken van Castaneda en (als studiemateriaal) Eliade, mythologie, animisme, sprookjes (die van Grimm)en oude folklore. Vonden ergens geen plaats bij dit alles: Pythagoras, het vroege christendom én zijn rivaal, het gnosticisme, de filosofie van Herakleitos, Parmenides, Plato, Spinoza, de romantiek.

“Geloof” ik in al de bovenvermelde denkers, systemen en methodes? Onbelangrijke vraag! Ik geloof in de zin en het nut van de beslissing om, afhankelijk van je eigen belangstelling en aanleg, er een of enkele uit te pikken, te bestuderen, te ondergaan en op jou en je leven te laten inwerken. Wil je dadelijk macrobiotieker worden; of zen-meditatie gaan doen (om meteen twee voorbeelden te geven waarin ik wel degelijk in “geloof”) dan vind ik dat prachtig, maar zelfs een schuchter ondernomen en halfgelukte poging met iets als telepathie kan al voldoende zijn om je te doen aanvoelen wat Shakespeare bedoelde toen hij zei dat er meer tussen aarde en hemel te vinden was dan datgene waarvoor de filosofie van betrokkene ruimte overliet.

Ik ben geen deskundige in al wat werd aangehaald (toch niet!), maar mochten er vragen of bedenkingen zijn: laat maar horen.