De economische cyclus: bedrijven en beleggen

Soms denk je wel eens ‘ze leren het nooit’. Daar bedoel ik deze keer nu eens niet de overheid mee, maar de gemiddelde manager. Die gemiddelde manager, in tegenstelling tot de goede, neemt regelmatig beleidsbeslissingen die misschien wel juist zijn, maar niet op het juiste tijdstip uitgevoerd worden.

Dan ga je, net als bij beleggingen, grotelijks de mist in. In de economische cyclus zien we namelijk een aantal steeds terugkerende elementen.

Simpel gesteld is dat als volgt te bezien:

a. stel er was recessie: iedereen snoeit in zijn bedrijf dat het een lieve lust is. Veel efficiencyverbeteringen worden gezocht, maar het mag allemaal geen geld kosten, integendeel lastenverlaging is het devies, schulden (ook lasten) worden zoveel mogelijk verlaagd, de vraag naar geld neemt af (investeringen worden toch niet gedaan) de rente daalt en niemand ziet het meer zitten.

b. De balansverhoudingen worden hersteld, rotte plekken of overbodige zaken/bedrijven zijn afgestoten en veel verspilling is opgeheven. De bedrijven richten zich vooral op die zaken waar ze goed in zijn (gebleken).

c. De verliezen verminderen, winsten stijgen en aarzelend begint de economie op te leven. Voorzichtig wordt wat personeel aangenomen, liefst tijdelijk, want je weet maar nooit hoe lang het goed blijft gaan en owee als je iemand zou moeten ontslaan, kost het maanden om alleen al een ontslagvergunning te krijgen.

d. Het een versterkt het ander, de economie stijgt goed verder en iedereen ziet het helemaal zitten. Er wordt driftig geleend om hoognodige capaciteitsuitbreidingen te doen, personeel wordt aangenomen, nieuwe fabrieken worden gepland en het blijkt vaak goedkoper om bedrijven over te nemen dan om nieuwe op te zetten. Dus veel overnames. (Dit laatste is te illustreren met bijv. huizenprijzen: bestaande huizen zijn per m3 meestal goedkoper dan de m3 prijs van nieuw te bouwen huizen).

e. Het gaat fantastisch in de economie, de vraag naar van alles is toegenomen, iedereen heeft overal vertrouwen in en niets kan meer stuk. Hier worden dan de grootste fouten gemaakt. De bedrijven draaien op topproductie, iedereen heeft het razend druk en tussendoor worden nog wat bedrijfjes overgenomen; want ‘we waren zo gewend dat de laatste 2 jaar onze omzet elk jaar 30% toenam’. Je komt dan situaties tegen dat staalfabrieken oliemaatschappijen overnemen en dat drukkerijen door groothandels worden overgenomen.

f. Dan vallen een paar integraties van overgenomen bedrijven tegen of blijkt men teveel betaald te hebben voor een waardeloos bedrijf. Dat valt natuurlijk precies samen met wat daling in de economie en veel bedrijven zitten onmiddellijk in de rode cijfers, want ze hadden veel geleend, veel kosten voor capaciteitsuitbreiding gemaakt die NB langer op zich laten wachten en nu eerder tot verlies dan tot winst bijdragen.

En voor je het weet zitten we weer in fase a.

Nogmaals dit is echt een -enorm vereenvoudigde- samenvatting van een cyclus zoals ik die als bedrijfsbemiddelaar in de praktijk zie. Natuurlijk zijn er goede overnames aan te wijzen in fase e, maar het gaat hier om de grote lijnen en wat we er nu privé mee kunnen doen.

Om een lang verhaal kort te maken heb ik een schemaatje gemaakt waarin de zojuist beschreven economische cyclus staat en tegelijk daarmee een aantal ingrediënten die voor u in de dagelijkse beleggingspraktijd van belang kunnen zijn.

Economische cyclus

-winstgevendheid bedrijven: in het algemeen gelijk met economische cyclus

– rente en inflatie:

a. blijft gelijk-hoog,

b. daalt,

c. kleine daling,

d. gelijk,

e. begin stijging,

f. stijgt.

– beleggingen:

a. defensief: consumenten, farmacie, koopobligaties.

b. c. efficiencyverbeteraars, machinebouw, auto’s

d. handels- en banken, basisindustrie

e. grondstoffen en edele metalen, vastgoed

f. geen aandelen

Natuurlijk is binnen het zeer gesimplificeerde verhaal, het schemaatje een zeer ruwe indeling. Daarbij gaan de fases gelijkmatig in elkaar over en zijn er bijv. best handelsbedrijven in een andere fase ook hoogwaardig.

Dit is een veralgemenisering en dan nog alleen naar bedrijfstakken en niet naar bedrijven. De truc van beleggen had ik u al verklapt: ‘koop laag, verkoop hoog’.

Echter met zo’n schema kun je iets meer trachten om beleggingen te kopen op een laag peil; als niemand nog ziet dat de basisindustrie in fase d al meer afzet en orders krijgt, staan die koersen laag; maar in fase e komen de verbeterde winstcijfers naar buiten en koopt de gemiddelde belegger (maar dan is de koers een stuk hoger).

Belangrijk is vooral om aan te geven waar we nu zo ongeveer staan.

In Nederland en België denk ik dat we in fase d/e zitten. Dus nog een pietsie rente daling, maar meer vanwege dollarhulp dan echt vanzelfsprekend. Dus nu moet u rekening houden met rentestijging (verkoop obligaties, verleng/neem nu uw hypotheek, koop nu een huis, edele metalen en grondstoffen).

Verder gaat nu de inflatie omhoog en zullen via hogere looneisen veel bedrijven straks minder winst gaan maken.

Wilt u niet beleggen, maar consumeren dan is nu een aardig tijdstip om consumentenartikelen te kopen; t.v.’s, auto’s, videorecorders etc. gaan straks door inflatie, in prijs stijgen.

Daarbij zijn er nogal wat prijzen verstoord vanwege de lage dollar.

Houd daar ook rekening mee als u iets aanschaft. In tegenstelling tot de Japanse yen, zijn de dollar en de Koreaanse munt flink gezakt t.o.v. onze munten. Een VS-auto of een Koreaan zou nu dus aan te bevelen zijn.