Ingezonden In het laatste nummer van de Vrijbrief, wekt Jan Smid in zijn artikel…
Ingezonden
In het laatste nummer van de Vrijbrief, wekt Jan Smid in zijn artikel over privatisering de indruk dat er in een libertarische wereld plaats zou zijn voor fascisten, dictators, communisten en andere politieke doctrinairen. Ik meen dat de auteur zich hier op zijn minst aan verbale slordigheid te buiten is gegaan. In een libertarische wereld is er geen plaats voor dergelijke ideologieën, tenzij ze ophouden fascistisch, dictatoriaal of communistisch te zijn.
De basis van een lïbertarische wereld is het recht op zelfbeschikking van elk individu, hetgeen een symmetrische relatie is tussen elk individu en alle andere individuen. Dit betekent dat elk individu er fundamenteel als een moreel wezen zal handelen en op elk moment de morele keuze moet maken of zijn handelingen het zelfbeschikkingsrecht van anderen niet aantasten. Dit betekent o.a. dat een libertarische wereld er geen zal zijn van absoluut zelfbeschikkingsrecht voor elk individu maar eerder een wereld waarin dit zelfbeschikkingsrecht optimaal zal zijn. Immers, bij elke handeling bestaat de fundamenteel morele keuze er in het eigen zelfbeschikkingsrecht af te wegen tevenover het zelfbeschikkingsrecht van anderen. Dit vergt kennis over de gevolgen van het handelingen voor de anderen. Aangezien deze kennis begrensd is, leidt dit tot niet altijd gewilde aantasting van andermans zelfbeschikkingsrecht. In zekere zin is het een geluk dat moreel handelen risico inhoudt want anders zou,in het extreme geval, de enige moreel verantwoorde handeling niets doen zijn. Op zichzelf kan dit laatste beschouwd worden als een (onrechtstreekse) aantasting van het zelfbeschikkingsrecht want zonder mogelijkheid tot uitwisseling van goederen en diensten met anderen, is er geen sprake van zijn zelfbeschikkingsrecht op een positieve wijze te consumeren.
Derhalve bestaat de morele daad er in risico te nemen, met de hoop dat men zijn tijd en middelen goed zal besteed hebben. Dit laatste houdt een maximalisatie van het eigen zelfbeschikkingsrecht en dat van de anderen in.
Is er in dergelijke wereld plaats voor niet-libertariërs? Op het eerste gezicht wel. Eerste voorwaarde daarbij is dat deze groep zijn mening niet dwangmatig oplegt aan anderen.
Tweede voorwaarde hierbij is dat men als individu vrij moet blijven tot deze groep toe te treden of ze te verlaten.
Derde voorwaarde is dat men binnen deze groep het zelfbeschikkingsrecht van de leden moet nastreven. Geen enkele van deze voorwaarde is mijn inziens in hetgeen vandaag voor fascisme, dictatuur of communisme doorgaat, vervuld. Al deze systemen hebben politieke gevangenen, ijzeren gordijnen om de mensen binnen te houden en leiden vroeg of laat aan de manie om hun defensie-apparaat voor andere zaken aan te wenden dan defensie of politiediensten. Wat hun propaganda- apparaat ook moge verkondigen, het geweld, onder zowel zijn zachte als harde vormen, maakt integraal deel uit van deze inherent immorele systemen. In deze zin, is een libertarische fascist er een die er alleen maar over denkt (maakt deel uit van zijn moreel keuzeproces), maar nooit een fascist wordt. Winston Churchill heeft dit aardig verwoord: Wie op zijn twintigste geen socialist is, heeft geen hart. Wie op zijn dertigste nog socialist is, heeft geen verstand.’ Tenslotte, indien de stelling van Jan Smid waar zou zijn, dan is onze wereld al aardig libertarisch. Want onafgezien van enkele ‘conflicten’ tussen de verschillende ideologieën, is de wereld grosso modo een verzameling van fascistische, dictatoriale en communistische staten, waarin er voor de libertarisch denkende, jammer genoeg, nog weinig plaats is.