Geachte Redactie, Gaarne wil ik enkele kanttekeningen plaatsen bij het artikel van dr…
Geachte Redactie,
Gaarne wil ik enkele kanttekeningen plaatsen bij het artikel van dr. Frank van Dun, “Is eigendom eeuwig”.
Het komt mij voor dat het artikel ‘verlaten’, ‘in de steek laten’ gelijk wil stellen aan ‘de eigendom opzeggen’. En dan kan natuurlijk een ander over het niet meer in eigendom zijnd goed beschikken. Het gaat er mijns inziens om: wie bepaalt of een goed beschikbaar, dat wil zeggen geen eigendom, is en op welke manier wordt dit meegedeeld? Is dat de laatste eigenaar, met woorden of daden, of is dat een eventuele nieuwe gebruiker?
Ik denk dat dat de laatste eigenaar moet zijn, op een manier die door de traditie bepaald kan zijn. Een mens heeft het recht over zijn leven te beschikken en dus over zijn op rechtmatige wijze verkregen eigendom. Hij kan wat hij produceert consumeren, bewaren, weggeven bijvoorbeeld aan zijn kinderen, ofwel van de eigendom afzien. Alleen in het laatste geval kan ieder ander erover beschikken. Dan moet de eigenaar meedelen of in feite tonen, op een manier die men begrijpt, dat het goed beschikbaar is. In het geval van schepen bestaat deze mededeling uit het verlaten van het schip. In nomadenstammen bestaat de mededeling uit het wegtrekken, waarbij ook de tijdsduur dat men verdwijnt een rol speelt: verzamelen van een kudde gedurende een nacht of een seizoen is nog geen wegtrekken van de weidegronden. Een libertarische samenleving zal uitdrukkingen moeten bedenken of ontwikkelen om mee te delen dat een eigenaar afziet van een eigendom, dus een traditie ontwikkelen zoals men die in scheepvaart en nomadenkringen al kent. Wel is waar zijn veel eigendommen niet rechtmatig verkregen. Dat is in de eerste plaats het probleem van de diefstal, al of niet gelegaliseerd. Maar dan nog: Als nu A besluit de eigendommen van B te nemen omdat A vindt dat B deze niet meer gebruikt en bovendien de voorouders van B er op onrechtmatige wijze aan zijn gekomen, terwijl B op rechtmatige wijze heeft geërfd, dan pleegt A agressie tegen B. Het is trouwens in vele gevallen helemaal niet na te gaan of een eigendom al of niet rechtmatig tot stand is gekomen mogelijk een aantal generaties (hoeveel?, ter bepaling aan wie?) terug. De meeste eigendommen zullen wel deels rechtmatig, deels onrechtmatig tot stand zijn gekomen. Niets anders lijkt me mogelijk dan alle eigendom te accepteren waar de huidige eigenaar op rechtmatige wijze aan gekomen is, en te proberen in gevallen waar dit redelijk lijkt eigenaars te overreden de eigendom op te geven.
Een paar praktische vragen:
Iemand heeft een huis en verlaat dit om elders te gaan wonen, maar handhaaft de eigendom om het later te verhuren of omdat….; de reden gaat niemand iets aan, als hij dit huis rechtmatig heeft verkregen. Trouwens wie zal iemand verplichten zijn eigendom te ‘gebruiken’? Kan iemand dit huis betrekken? Iemand heeft een groot huis en bewoont een deel ervan op de gebruikelijke manier. Kan een ander het andere deel bezetten? In hoeverre is een goed deelbaar? Iemand heeft een kunstwerk gekocht en is daarop (tijdelijk?) uitgekeken, en heeft het in zijn garage opgeslagen. Kan iemand die het wenst te aanschouwen het verplaatsen naar zijn eigen huis? Iemand bezit een productiemiddel en gebruikt dit inefficiënt. Is dit op te vatten als gebruik van een deel van het goed en kan iemand anders het andere deel inpikken? Bijvoorbeeld een stuk land met onkruid gaan cultiveren, een standje inrichten in een lege hoek van een winkel? Iemand sterft. Doet hij dan afstand van zijn lichaam, zodat eenieder het zich kan toeeigenen voor transplantatie, wetenschappelijk onderzoek of het vervaardigen van kunstmest?
Wat de vinder en de eigenaar betreft: hiervoor geldt hetzelfde als voor het afstand doen van de eigendom: de eigenaar is verantwoordelijk en de vinder hoeft niet te gaan zoeken. Maar dat betekent niet zonder meer dat hij over het gevondene kan gaan beschikken, tenzij het gevondene op een vuilnisbelt wordt aangetroffen, dit op te vatten als de mededeling van de eigenaar dat hij afstand doet van het goed. Anders kan een overbruggingsperiode worden ingelast, waarin de eigenaar kan zoeken, vergelijkbaar met een tijdsduur waarin land of huis ongebruikt wordt gelaten alvorens het als verlaten wordt beschouwd.
Trouwens, wat ‘is ‘vinden’? Iets tegenkomen op een plaats waar het normaal niet voorkomt? Men ‘vindt’ een portemonnee op straat, maar men ‘vindt’ geen onafgesloten auto op straat, mogelijk wel in de sloot. Wie (behalve gevreesde ‘vinders’) zal een eigenaar beletten zijn goed op een ongebruikelijke plaats te stationeren?
W. Albada