Mensen kunnen alleen onder bepaalde condities leven. Als enigen op de wereld hebben zij de…
Mensen kunnen alleen onder bepaalde condities leven. Als enigen op de wereld hebben zij de ratio als instrument meegekregen. De ratio is er om de natuur te observeren en daarna de natuur te leren gehoorzamen en er zo gebruik van te maken en te beheersen. De wil om er gebruik van te maken noemen we de “vrije wil”, dit houdt de keuze in tussen het willen “denken” of “niet denken”.
Goden zijn onsterfelijk en daarom conditieloos. Hen wordt de almacht en alwetendheid toegeschreven en er wordt verondersteld dat de goden het beste met ons voor hebben: zij zijn gerechtigd alles te doen.
Ethiek is een methode van denken en handelen, die we voor het leven – ons en mijn leven – nodig hebben. Daarom kent alleen de mens het begrip ethiek. Er bestaan tot dusver zeven soorten ethiek. De ene ethiek zal voor de ene mens beter zijn dan voor de andere. Vanuit het begrip ethiek komt het begrip rechtvaardigheid voort, d.w.z. dat volgens de logica beloond of gestraft wordt.
De rechtvaardige mens put uit zijn methode van denken en handelen zijn kracht. Mislukt er iets door een stommiteit, dan zal hij zich aanpassen, hij leert van de builen die hij valt.
Uit de almacht volgt de absolute macht der goden. Eén begrip kunnen de goden echter niet kennen en dat is het begrip “rechtvaardigheid”, ze zijn immers conditieloos. Dat de goden alwetend zijn moet dus ontkend worden.
Nu is het geestige, dat de goden jaloers zijn op de mens, omdat de goden het begrip rechtvaardigheid niet kennen. Vandaar ook de verhalen, die vertellen dat de goden zo nu en dan “mens” worden.
Het is triest te zien dat er mensen zijn die jaloers zijn op de almacht van de goden. Zij proberen op de goden te gaan lijken door constant te streven naar macht en meer macht. Macht wil zeggen: zeggenschap hebben over andere mensen. Deze lieden, de collectivisten, zijn daar zo fanaat in, dat hun betweterige arrogantie zo langzamerhand onuitstaanbaar wordt. Door het volk in groepen te verdelen en elke groep bepaalde privileges te geven, die een andere groep weer moet opbrengen, spelen ze die groepen tegen elkaar uit. Zo verkrijgen zij “democratisch” de macht.
Zij zijn evenwel voor de individuele kracht, het kennen en kunnen, van personen in het volk, en willen daarom niet inzien dat uitsluitend met kracht auto’s te bouwen zijn, kinderen op te voeden zijn, niet met meer macht.
Het stralend goddelijk aura waarmee de collectivisten zich omgeven laat des te beter het verschil zien tussen kracht en macht, en daarmee het verschil tussen rechtvaardigheid en gerechtigheid.