Stel dat we een kapitalistische maatschappij zouden hebben, diverse zaken zouden dan heel…
Stel dat we een kapitalistische maatschappij zouden hebben, diverse zaken zouden dan heel anders zijn geregeld. Een van de punten van kritiek op een dergelijke orde is dat de arbeiders zouden worden uitgezogen door de zogenaamde kapitalisten. Dit is maar ten dele waar. Het valt weliswaar niet te ontkennen dat in een dergelijk systeem de zwakke medemens nauwelijks aan zijn trekken komt, maar de vraag is of in een socialistisch systeem dit niet ook zo is. Ik kijk naar het aantal ontevredenen en kom tot de conclusie dat het louter kunnen beschikken over geld niet voldoende is voor de mens. Mogelijk redt hen dit van een hongerdood, maar een menswaardig bestaan lijkt er nauwelijks uit voort te spruiten. Het ontbreekt de werkloze medemens aan een rol waarin hij zich nuttig kan voelen en een volwaardig lid van de maatschappij kan zijn.
Een kapitalistisch systeem geeft hier ruimere mogelijkheden. Dit komt omdat daar niet zozeer de beschikbaarheid van werkers van belang is, uitgedrukt in het aantal uren dat zij in het bedrijf doorbrengen, maar veeleer de prestatie die zij leveren. Dit opent een aantal perspectieven die de heren Marx en consorten waarschijnlijk niet hebben gezien. Wanneer prestatie centraal staat, werkt dat een zekere efficiency in de hand. „Waarom zou ik tien uur aanwezig zijn wanneer ik dezelfde taak ook in minder tijd kan realiseren”, is een eerste aspect. Het rendement van deze instelling komt volledig ten goede aan de werker, dat is al iets, maar tegelijk kan hij ook kiezen of hij de winst wil opnemen in vrije uren of dat hij een extra taak zal aannemen en wat extra munt mee naar huis nemen. De conclusie is duidelijk, de werker is in een kapitalistisch systeem beter af.
Wanneer we deze taakgerichte arbeid verder onder de loep nemen, blijkt dat er nog veel meer mogelijkheden in zitten. Belangrijk is dat in een taakgericht systeem het er niet toe doet hoe en door wie de arbeid wordt verricht. Wanneer aan alle kwantitatieve en kwalitatieve eisen wordt voldaan, is dit niet interessant voor de opdrachtgever. Dit betekent dat de werker de mogelijkheid heeft op eigen initiatief zijn werk aan een ander uit te besteden. Hij houdt uiteraard de verantwoordelijkheid, maar kan tegelijk meerdere taken organiseren of uitvoeren. Doet hij dit goed, dan komt hij automatisch op een ‘managementpost’, immers hij organiseert onder eigen regie een bedrijfje of afdeling. De arbeider is kapitalist geworden. Merkwaardig genoeg presteren zelfs mensen die in hun bedrijf op de onderste trap van de sociale orde staan dit in hun vrije tijd. Er schuilen veel verborgen talenten onder de mensen. De kunst is deze los te maken en maatschappelijk te gebruiken.
Nog sterker zijn de voordelen van een andere orde wanneer we de massaproductie er bij halen. Wanneer de opdracht taakgericht is, is er voor de werker veel voor te zeggen een aandeel in een productieautomaat te kopen. Misschien dat hij met behulp van de bank zo’n robot zelfs in zijn eentje kan aanschaffen. Ook hier heeft de werker de keus op zijn krent te gaan zitten en maandelijks de gecontracteerde gelden in zijn zak te steken of een tweede opdracht te gaan zoeken en extra verdiensten te realiseren. Dit is wel radicaal anders dan de houding van ondernemingsraden die, om arbeidsplaatsen te redden, de modernisering tegenhouden.
De huidige orde – en daarom zijn vele uitkeringstrekkers ontevreden – schrijft de minder getalenteerde mens onmiddellijk af en geeft hem nauwelijks een kans zijn gaven op bijvoorbeeld sociaal of organisatorisch terrein te gebruiken. Dit laatste zijn namelijk niet erkende waarden in een systeem dat aanwezigheid honoreert. Talenten worden gemeten in diploma’s en jaren ervaring. Organiseren mogen alleen degenen die daarvoor zijn aangesteld, talent of niet.
De huidige structuur onderschat de natuurlijke talenten van de mensen en vervangt deze door papieren waarden. In een kapitalistisch systeem worden deze talenten wel gehonoreerd en hoeft niemand bang te zijn niet in een van bovenaf opgelegd schemaatje te zullen passen. Iedereen die niet helemaal zonder talent is, kan zich op zijn eigen manier nuttig maken. Hij is niet afhankelijk van dat ene kleine talentje dat toevallig wordt gevraagd. Zelfs een frêle Parisienne kan een taak aannemen waarvoor alleen brute kracht wordt gevraagd. Ze kan rustig de opdracht aannemen een bos te rooien. Een zogenaamde arbeidsongeschikte kan zich ineens nuttig maken. Bejaarden worden niet gedwongen op non-actief gezet. Al deze mensen kunnen een maatschappelijke taak krijgen wanneer ze zin hebben de verantwoordelijkheid hiervoor aan te nemen. In een kapitalistische, taakgerichte orde wordt niemand maatschappelijk afgeschreven wanneer hij dat niet zelf wil.