In 1982 werd, op initiatief van de Nederlandse libertarische organisatie, deze jaarlijkse ‘Award’ ingesteld. De bedoeling is ieder jaar iemand te huldigen die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor het bevorderen van een vrije samenleving in het algemeen en meer individuele vrijheid voor ieder van ons, de bewoners van dit deeltje van de wereld, in het bijzonder.

De 1986-prijs werd toegekend aan de heer Guy Verhofstadt, vice-eerste minister en minister van begroting van België. Hij werd uitgereikt op 4 november 1986 en deze Vrijbrief is speciaal om deze heuglijke gebeurtenis te herdenken.

Opvallend veel leidende politieke figuren stellen zich thans, in het westen, achter de zaak van de vrijheid: president Ronald Reagan, premier Margaret Thatcher, premier Jacques Chirac en dus ook vice-premier Guy Verhofstadt.

Kan dit het begin zijn van een nieuwe, een pro-individuele vrijheidsperiode? Zeker niet onmogelijk, maar ook allesbehalve zeker. Een te optimistische instelling zou waarschijnlijk te weinig rekening houden met de realiteit der dingen zoals de wet van Parkinson (overheidsinterventies groeien onvermijdelijk en automatisch omdat dit in het persoonlijk belang is van hen die het zelf voor ’t zeggen hebben) en de haast griezelige dingen die men in de scholen de jeugd voorschotelt. Te pessimistisch zijn betekent wellicht het ontwaken van meer realiteitszin onvoldoende naar waarde te schatten. Maar wat er ook van zij, de raad van L. Ron Hubbard blijft onverminderd gelden: “De prijs van de vrijheid? Een ononderbroken waakzaamheid en steeds bereid te zijn, zijn waarden te verdedigen en de strijd te aanvaarden. Het is de enige mogelijke weg.”