Vrijwel dagelijks horen of lezen we via de media woorden die de er achter liggende begrippen onduidelijk maken en/of verdoezelen.

Eveneens worden vaak de feiten op een zodanige manier omschreven dat de lezer niet geconfronteerd wordt met wat er echt aan de hand is. “Overheid” en politici zijn zeer sterk in deze kunst van woordvervalsing. Neem het woord “openbaar”. Oorspronkelijk betekent dit dat het betrekking heeft op iets dat voor iedereen toegankelijk is. Maar steeds meer is de echte betekenis geworden dat het betrekking heeft op iets dat door de overheid bestuurd en gecontroleerd wordt.

Zo is een “openbare school” ontstaan als tegenpool van de “bijzondere school”. Op de openbare school zou iedereen worden toegelaten, en nog wel liefst gratis. Dat gratis betekent dat de “overheid” alle kosten betaalt. En dat wil natuurlijk zeggen dat de BELASTINGBETALER het allemaal betaalt.

En dan gaat ook hier op dat degene die het geld verstrekt, de dienst uitmaakt. De overheid bepaalt wat de leerlingen op de openbare scholen geleerd krijgen en wat niet. Zo wordt er in het onderwijs via allerlei vakken geleerd hoe de leerlingen “goede burgers” moeten worden. Het lijkt er sterk op dat het zelfstandig denken niet wordt geleerd maar dat er wordt geïndoctrineerd. Het OPENBAAR VERVOER is in feite het vervoer dat door de overheid wordt verstrekt. Miljoenen subsidies worden er ingestopt. Geld dat komt uit het particuliere vervoer. Zonder dat geld was het openbaar vervoer al jaren geleden failliet geweest.

Een groep libertariërs overweegt thans of er op één of andere manier een einde te maken is aan het steeds verder uitmelken van de automobilist. U hoort daar nog wel meer over. Maar ik stel al voor om als één van de eerste stappen vanaf nu het kind echt bij de naam te gaan noemen, en niet meer te spreken van openbaar, maar van OVERHEIDSVERVOER.

Ir. H.J. Jongen sr.

Voorzitter Stichting LIBERTARISCH CENTRUM.