(Sexisme = discriminatie of vooroordeel op grond van onderscheid in het geslacht. Sexisme is evenals racisme een onredelijke vorm van oordelen, zowel in gedachten als in daad.) Evenals racisme moet Sexisme worden geanalyseerd en bestreden door alle voorstanders van gerechtigheid en individualisme.

Sexisme is echter niet zo eenvoudig te begrijpen en te onderkennen als racisme, met het gevolg dat er allang behoefte bestaat aan een koele en redelijke analyse hiervan.

Dit artikel is een poging om zo’n analyse te maken, te beginnen bij de beschouwing van de aard van sexisme in deze maatschappij en om wegen aan te geven om het te bestrijden in eigen omgeving en in de maatschappij als geheel.

Sexisme en racisme

Racisme is het in groepen onderbrengen van mensen, die een gemeenschappelijk lichamelijk kenmerk hebben (zoals huidsof haarkleur) en dit tot algemeen groepskenmerk te verheffen in morele, sociale, intellectuele en/of politieke betekenis. Racisme heeft als uitgangspunt dat iemands intelligentie en karakter geen produkten zijn van zijn geest, maar eerder van iemands lichamelijke kenmerken of van een in bijgeloof ontstane identiteit, afkomstig van zijn ras. Het gevolg van zo’n houding is, dat mensen bevooroordeeld zijn en niet beoordeeld worden naar hun persoon, maar naar een groepskenmerk. Dezelfde oorzaken van het racisme liggen ten grondslag aan het sexisme.

Sexisme is het beoordelen of benaderen van mensen op basis van hun geslacht. In onze cultuur is de sexuele identiteit voornamelijk van belang voor de ontwikkeling van de man/vrouwrollen in de maatschappij, die veel mensen wederzijds van elkaar verwachten.

Algemeenheden als: “De plaats van de vrouw is thuis” weerspiegelen zo’n houding. Enkele andere voorbeelden: “De man is de kostwinner” – “Een heer staat op voor een dame” – “De man moet de initiatiefnemer zijn in bed” en “De vrouw moet de kinderen opvoeden”.

Onze cultuur zit vol met dergelijke sexistische voorbeelden en een grote meerderheid van de bewust denkende mensen brengt het sexisme heel duidelijk in praktijk en aanvaardt het als een juist denkbeeld.

Eén van de problemen bij het analyseren van sexisme is, dat zekere niet-lichamelijke eigenschappen kunnen worden toegeschreven aan het geslacht. Bijvoorbeeld: Het feit dat de vrouw gemiddeld kleiner en zwakker is dan de man, zou inhouden dat ze daarom minder agressief zou zijn. (In werkelijkheid wordt dit verschil veroorzaakt bij de vrouw daar het niveau van de veranderingen in de stofwisseling lager ligt dan bij de man.) Hoewel, opgrond van onderzoek, sommige waardevolle, psychologische algemeenheden kunnen worden gesteld over mannen en vrouwen, ondersteunen deze statistische verschillen het sexisme niet.

Sexuele- en persoonlijke identiteit

Ten eerste hebben de aspecten van identiteit naar geslacht geen betrekking op morele, sociale of politieke vraagstukken. Het al dan niet in staat zijn om kinderen te baren, het sterker of zwakker zijn dan een ander of het meer of minder agressief zijn dan een ander heeft niets te maken met iemands zuiver ethische of wettelijke rechten.

Ten tweede is de verscheidenheid tussen verschillende mannen en verschillende vrouwen in elke denkbare eigenschap, zoals lichamelijke kracht en agressiviteit, veel groter dan het verschil tussen mannen en vrouwen onderling. Bijvoorbeeld: hoewel het waar is dat de gemiddelde vrouw minder kracht heeft in haar bovenlichaam dan de gemiddelde man, zal een vrouw die vol inzet aan sporttraining doet sterker blijken te zijn dan een man, die in het geheel niet aan sport doet.

Tenslotte: alle verschillen tussen man en vrouw, zowel geestelijk als lichamelijk, zijn veel minder belangrijk voor iemands karakter dan de manier waarop iemand zijn/ haar verstand wenst te gebruiken of te handelen in de maatschappij. Sociale factoren, zoals opgelegde rollen voor de verschillende sexen en uiteenlopende verwachtingen voor mannen en vrouwen, hebben veel meer te maken met de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van een persoon, dan met zijn door geboorte verkregen geslachtelijke identiteit.

De oorsprong van sexisme

De oorsprong van de houding van de sexist is zowel van culturele als van psychologische aard. Cultureel gezien is sexisme altijd een traditionele manier geweest om de mannelijke rol in stamverband te bevestigen, om de arbeidsprestaties op te voeren en taakverdeling te regelen.

Het kunstmatig onderscheid tussen mannen en vrouwen is door de hele menselijke geschiedenis heen beschouwd als een goede methode om het huishouden te organiseren. (Bij jagen/geld verdienen en koken/huishouden doen, met een minimum aan wedijver.) Echter, door het benadrukken van dit sexistische onderscheid en het voorbijgaan aan de individuele verschillen, hebben dergelijke rolpatronen veel mensen onvermijdelijk gedwongen een voor hen ongeschikte rol te vervullen. Dit mondde uit in enorme frustraties en in grote verliezen voor de maatschappij als geheel. Een andere factor die de man/vrouw rol voortdurend heeft versterkt is het van kinds af aan opvoeden van de man tot een actieve rol: de man moet ondernemend, onderzoekend en sociaal actief zijn, terwijl de vrouw wordt geleerd volgzaam en gehoorzaam te zijn en geduldig thuis te zitten.

Nog steeds wordt meisjes geleerd dat het onfatsoenlijk is om luidruchtig te zijn, te vechten, mee te doen aan zware sport of mannen uit te dagen; terwijl jongens nog steeds geleerd wordt geen emoties te tonen, goed te zijn in sport en om te wedijveren. Met het resultaat dat beide geslachten geleerd wordt om zekere aspecten van hun menselijke natuur te benadrukken en andere aspecten te onderdrukken. Dit is verlies van menswaardigheid voor iedereen.

Psychologisch gezien is sexisme een produkt van geestelijke luiheid, de wens om automatisch kennis te verwerven omtrent de medemens, zonder zijn/haar individuele waardigheid te onderzoeken. De man verhult zijn eigenwaarde door zijn veronderstelde aangeboren superioriteit, terwijl de vrouw leert dat haar weg naar maatschappelijk succes ligt in het handig manipuleren van mannen. Deze opvattingen worden op hun beurt versterkt door de sociale druk om je aan te passen.

Het bestrijden van sexisme

De eerste stap naar bestrijding van het sexisme is om ons eigen sexistische gedrag te leren kennen en verwerpen. Je kunt jezelf de volgende vragen stellen:

1. Sta ik zelf toe, dat mijn niet sexuele houding ten opzichte van anderen beïnvloed wordt door hun geslacht?

2. Zijn mijn eigen opvattingen over anderen beïnvloed door sociale sexuele stereotypen? B.v. denk ik zelf dat de plaats van de vrouw thuis is? Dat de man de enige kostwinner is? Dat de vrouw voor de kinderen moet zorgen?

Het tweede terrein om sexisme te bestrijden is de juridische weg. Een groot aantal discriminerende maatregelen ligt vast in wetboeken, waarin mensen, alleen om hun geslacht, gediscrimineerd worden.

Een klaarblijkelijk in geheel Nederland geaccepteerd gegeven is, dat mannen meestal gedoemd zijn tot het betalen van alimentatie, terwijl vrouwen hiervan zijn gevrijwaard, ongeacht haar inkomen.

Tenslotte: sexisme moet aan de wortel worden bestreden, daar het in de opvoeding is ingeburgerd dat sexuele rollen en stereotypen worden geschapen en gehanteerd. Hierin onderscheiden we twee tegenovergestelde richtingen: de ene is autoritair, de andere Libertarisch.

Het autoritaire standpunt is om het sexisme tegen te gaan door middel van de macht van de overheid. Voorvechters van dit type, waaronder groepen als “wij vrouwen eisen”, verlangen gratis kindercrèches, wetten als “gelijke betaling voor gelijke werkzaamheden” en verbod op het aannemen of promoveren van mensen op grond van hun geslacht.

Het Libertarische standpunt is om sexisme uit vrije wil tegen te gaan, zonder ingrijpen van de overheid, b.v. in de opvoeding, door overreding, door economische en sociale boycot, enz.

Libertariërs argumenteren als volgt: Ondanks het onredelijke van sexisme, worden de individuele rechten van een persoon niet geschonden door sexuele, particuliere discriminatie.

Ondanks de onredelijkheid en immoraliteit van sexisme worden individuele rechten geschonden door een verbod op discriminatie.

Als men mensen vertelt dat ze niet onredelijk mogen discrimineren op grond van het geslacht, schept dit een wettelijk precedent om op redelijke gronden discriminatie naar geslacht te verbieden. Wij hebben dit keer op keer zien gebeuren: met de wetten op de burgerrechten; wetten gemaakt met de bedoeling om het effect van onredelijke discriminatie te bestrijden, zijn uitgemond in een “papieren rompslomp”, omgekeerde discriminatie, het bestoken van privé-verenigingen en eindeloze juridische gevechten. Discriminatie komt heel vaak voor op zeer subtiele en niet te bewij.zen manieren. Zo is er werkelijk geen verbod mogelijk van discriminatie op grond van willekeur, zonder tegelijkertijd discriminatie op grond van intelligentie te verbieden. B.v. het wetsontwerp dat in een bedrijf 5% van de arbeidsplaatsen moet worden ingenomen door gehandicapten, is het vervangen van de ene vorm van discriminatie door de andere.

Voorts is het subsidiëren van kinderdagverblijven of abortus, het verkrachten van eenieders recht op zijn eigen inkomen, ten behoeve van een sociale minderheid. Dit soort wetgeving ten behoeve van belangengroepen verhoogt de reeds bovenmatig gestegen belastingdruk, schendt elk rechtsgevoel en doet de wettelijke diefstal door middel van belastingheffing toenemen. Daarom beschouwen Libertariërs het gebruik van overheidsmacht om sexisme tegen te gaan als fundamenteel immoreel, dus is dit in de kern onpractisch.

Het kwaadaardige van sexisme is tenslotte dat het afbreuk doet aan de menselijke waardigheid, maar politieke dwang heeft hetzelfde effect. Daarom moet men de mensheid veranderen door ontwikkeling en redelijkheid. Met dwang vervangt men slechts het ene kwaad door het andere.

Elke poging om “gelijke beloning voor gelijk werk” af te dwingen of om op kosten van de maatschappij kinderdagverblijven op te richten, zal duidelijk de vervreemding tussen mannen en vrouwen eerder bevorderen dan verminderen. En zulke wetten verhogen in belangrijke mate de macht en bemoeizucht van de staat, zonder te voorkomen dat discriminatie op grond van het geslacht in meer subtiele vorm plaats vindt. Een vreedzame samenleving en redelijke verstandhouding tussen beide sexen hangt af van politieke vrijheid en van respect voor individuele rechten. Het extra belasten van de werkende gehuwde vrouw is een duidelijk Voorbeeld van sexisme in Nederland. Samenvattend kunnen we stellen dat de Libertarische methode de enige effectieve is om sexisme te bestrijden, door het respecteren van eenieders individuele rechten, het beschermen van eenieders vrijheid en eigendomsrecht, ook al wil men zelf sexistisch zijn of dom overkomen.