De VARA-televisieserie “Alle mensen zijn ongelijk”, met professor Galjaard in de hoofdrol, heeft – terecht – veel lof geoogst en veel discussie losgemaakt Helaas werden in de serie ook enkele misverstanden bestendigd. Een vraag waarover werd gediscussieerd was: moeten wij in het rijke Westen bereid zijn een deel van onze welvaart in te leveren ten behoeve van de mensen in arme landen? Uit een enquête bleek dat niet alleen professor Galjaard, maar ook de meerderheid van de Nederlandse bevolking deze vraag volmondig met ‘ja’ beantwoordde. Het kwam echter bij niemand op om te vragen of het nodig is dat wij een deel van onze welvaart inleveren ten behoeve van de armen in de wereld. Er werd stilzwijgend vanuit gegaan dat er een min of meer vaststaande hoeveelheid welvaart bestaat en dat het erom gaat hoe die te verdelen. Waarom de arme landen arm zijn en de rijke landen rijk, kwam nauwelijks aan de orde.

In de afgelopen eeuwen is de bevolking in het Westen verveelvoudigd – evenals de welvaart. Dit feit toont aan dat er geen vaststaande hoeveelheid welvaart is. De rijke landen zijn rijk omdat de produktiviteit per hoofd van de bevolking met sprongen omhoog is gegaan sinds de Industriële Revolutie, De oorzaak hiervan ligt in technologische ontwikkelingen die plaats konden vinden in het kader van een politiek systeem, waarin de rechten van het individu – met name het recht op particulier eigendom – in hoge mate werden beschermd. (In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft het kolonialisme nauwelijks een bijdrage geleverd aan de welvaartsgroei in het Westen. Dit blijkt onder meer uit analyses van de Britse ontwikkelingseconoom Peter Bauer.)

Daarentegen zijn de arme landen arm, omdat ze gekenmerkt worden door socialistische of fascistische systemen, waarin de rechten van het individu – in het bijzonder het recht op particulier eigendom – op grote schaal worden geschonden. In 1960 was Afrika nog voor 90% onafhankelijk in zijn voedselvoorziening. Sinds die tijd worden de meeste Afrikaanse landen gekenmerkt door dictatuur, oorlog en onderdrukking. In veel landen is de voedselproduktie vernietigd door gedwongen collectivisering van de landbouw. Ethiopië is een schrijnend voorbeeld.

Zolang er in een arm land geen politiek systeem is gevestigd, waarin de mensenrechten worden gerespecteerd, is het zinloos voor ons om onze welvaart in te leveren ten behoeve van dat land. (Het kan zelfs contraproduktief werken.) En zodra een arm land wel een rechtvaardig politiek systeem heeft, is het niet meer nodig voor ons om onze welvaart in te leveren. Dan hebben we er snel genoeg een economische concurrent bij.

Een tweede storend element in de serie was professor Galjaard’s evidente bewondering voor Cuba, met name voor het geavanceerde gezondheidszorgsysteem in dat land. Om te beginnen werd dit systeem vergeleken met de primitieve gezondheidszorg in de Dominicaanse Republiek. Een vreemde vergelijking. De implicatie was dat er voor arme landen maar twee mogelijkheden zijn: een militaire dictatuur, zoals in de Dominicaanse Republiek, of een communistische dictatuur. Waarom werd Cuba niet vergeleken met een democratisch land? Maar dat terzijde. Laten we ervan uitgaan dat professor Galjaard gelijk heeft en dat Cuba een fantastische gezondheidszorg heeft. Is dat echt zo geweldig? Een kenmerk van een dictatoriaal geregeerd land, is dat de regeerders bepalen wat er met de economische middelen in dat land gebeurt. In een socialistische dictatuur kan de regering besluiten om absolute prioriteit te geven aan de gezondheidszorg (of, zoals in de Sovjet-Unie, aan de militaire industrie en de ruimtevaart). Dit kan inderdaad resulteren in een goed gezondheidszorgsysteem. Maar ten koste van wat? Als het aan de bevolking van Cuba had gelegen, dan had men zijn geld misschien liever besteed aan een vakantie naar Florida, of aan sigaren en rum, in plaats van aan de gezondheidszorg. De prijs die de Cubaanse mensen moeten betalen voor hun perfecte gezondheidszorgsysteem, werd door professor Galjaard niet ingecalculeerd. Zeker voor gezonde mensen is het geen prettig idee dat een groot deel van hun inkomen wordt besteed aan geavanceerde medische technologie; ze zouden misschien liever van het leven genieten! In het geval van Cuba komt daar nog eens bij dat dit land decennia lang door de regering van de Sovjet-Unie is gesubsidieerd, hetgeen betekent dat de kosten van het perfecte gezondheidszorgsysteem in Cuba werden gedragen door de verpauperde bevolking van de Sovjet-Unie.