Op 21 september jl. kwam Torbjorn Herminge van de Zweedse televisie, met zijn geluidsman en…
Op 21 september jl. kwam Torbjorn Herminge van de Zweedse televisie, met zijn geluidsman en filmman, aan in Nederland. Zij wilden de drugs-scene filmen en interviews afnemen bij voorstanders van druglegalisering. In drie dagen. Ik had twee weken de tijd om een programma voor te bereiden.
ACHTERGRONDEN:
De onverwachte aanleiding hiervoor was een lezing die ik gaf op de internationale libertarische conventie te Noorwegen (SELCON in Beitostolen) in 1985. De lezing ging over de drugssituatie in Nederland en had als titel: DRUGS: The Good, the Bad and the Ugly.
Begin ’92 vroeg Jan Sommerfelt Pettersen, een bekende Noorse libertariër, of ik een artikel over hetzelfde onderwerp, up-to-date gebracht, voor de Scandinavische libertarische tijdschriften wilde schrijven. Dit leidde ertoe dat Christian Gergils, ook libertariër, met een boekenwinkel te Stockholm* in mei vroeg of ik contacten in de “drugswereld” in Nederland had ten behoeve van een mogelijke tv-opname. Toevallig had zojuist Radio Rijnmond een telefonische enquête gehouden met de vraag: bent u voor of tegen legalisering van drugs. Een ruime meerderheid zei voor te zijn. (Een van de sprekers tijdens dit programma was dhr. Reitsma, politiecommissaris van Rotterdams District West). Ik nam contact op met Erik Post van Radio Rijnmond (en dit leidde weer tot , een ander avontuur: een radio interview), ik vergat dat er ooit iets over de Zweedse TV was geopperd totdat ik begin september door hen gebeld werd: of ik contacten en interviews voor hen kon organiseren. Na minstens vier voorlopige “definitieve” programma’s was het eindelijk zo ver; de Zweden kwamen.
ZWEEDSE TV WENSEN:
Het filmen van de “drugsscene” en interviews met, vooral, voorstanders van drugslegalisering die “nauw,” betrokken zijn bij het gebeuren cq. belangrijke maatschappelijke posities/functies bekleden.
DE DRUGSSCENE:
Na hun aankomst op maandag 21 september 1992 kreeg de tv-ploeg een uitgebreide rondleiding over de walletjes en vervolgens door de drugsscene van Amsterdam. Dit was niet zonder risico’s, vooral omdat zij met (weliswaar verborgen) camera’s en materiaalkoffertjes door dealend en gebruikend Amsterdam toerden.
Op dinsdag bezochten zij eerst de hasj winkel van SensiSmile in Rotterdam. Hier wordt nederwiet verkocht (de kwalitatief zeer goede hasj van Nederlandse bodem). Ook worden adviezen gegeven aan hen die, thuis hun eigen hasj willen kweken. Plantjes, van verschillende kwaliteiten zijn te koop, alsook instructieboekjes. SensiSmile heeft ook een coffeeshop, een stukje verderop.
JUSTITIE:
’s Middags bezochten wij de Hoge Raad in Den Haag, waar de heer Jan Leijten, Hoge Raadsheer, geïnterviewd werd. De vragen werden in het Engels gesteld en hij antwoordde in het Nederlands, om voldoende duidelijk en genuanceerd zijn mening over dit ingewikkelde onderwerp uit te drukken. Dhr. Leijten (L) werd gevraagd naar zijn mening ten aanzien van het Nederlandse beleid met betrekking tot (hard) drugs, door Zweedse tv-journalist Torbjorn Herminge (T).
T: Wordt er bijvoorbeeld heroïne gebruikt in Nederland?
L: Zonder twijfel. Met name in de grote steden, en in het grensgebied bij Duitsland en België. Er zijn concentraties van straathandel, vooral in de grote steden. De straathandel is te zien als de laatste fase van de drugshandel. Dit heeft als probleem dat door de openlijke handel vaak overlast ontstaat en vooral jonge mensen gemakkelijker in de verleiding komen om drugs te proberen. Er is ook sprake van verslaving en aan drugs gerelateerde misdaad.
T: Doet de politie daar niets tegen ? ‘
L: Natuurlijk wel, tot op zekere hoogte. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van agressieve handel. De handel is echter zo uitbundig en een zorg voor vele mensen, dat het vaak niet opportuun is voor de politie om in te grijpen. Daarnaast zijn er wetstechnische complicaties. Maar de politie patrouilleert; en soms wordt de handel verspreid, weg van de concentratiepunten.
T: Hoe stelt u zich voor dat dit probleem opgelost kan worden?
L: Door drugs te legaliseren. Dan zou er geen zware straathandel meer zijn, hetgeen overlast, .onrust en verstoringen veroorzaakt. Door legalisering kan er ook controle worden ingesteld op de kwaliteit van drugs.
T: Is dit op korte termijn te realiseren ?
L: Nee. Vanuit een internationaal gezichtspunt is legalisering haast onmogelijk. Er is een wereldwijde kruistocht tegen drugs. Om van Nederland een vrijhaven te maken is bijna onmogelijk. Echter: men kan zien wat de effecten zijn van drugsverbod door dit te vergelijken met de alcoholprohibitie in Amerika, in het begin van deze eeuw. Legalisering zou gepaard moeten gaan met strenge controle op productie en handel van drugs. En goede voorlichting: alcohol, tabak en andere drugs kunnen gevaarlijk zijn. Ze kunnen leiden tot persoonlijke catastrofes. Maar: het behoort aan iedere volwassene zelf over te worden gelaten. Je kunt, evenals met alcohol en tabak, proberen mensen te overtuigen om het niet te gebruiken, maar je mag het niet verbieden. De huidige situatie, waarbij het verboden is, leidt ertoe dat er zeer hoge winsten worden gemaakt. Legalisering zou marktmechanismen introduceren hetgeen tot prijsverlaging zou leiden. (Jan Smid: Een reden waarom de georganiseerde misdaad tegen legalisering is!)
T: Zou legalisering er niet toe leiden dat meer mensen drugs gaan gebruiken?
L: Misschien aanvankelijk. Maar denkt u dat men drugs pas zal kopen wanneer ze in een normale winkel verkocht worden? Drugs zijn nu al te koop, coke wordt overigens al veelvuldig gebruikt in allerlei sociale klassen, meestal als genots/ontspanningsmiddel. Een taak van de overheid zou kunnen zijn: het adviseren om drugs niet te gebruiken, zoals bij alcohol en tabak nu het geval is. Jongeren moeten echter kunnen experimenteren en daarvan leren. Je kunt wel laten zien hoe vernietigend en dodelijk drugs kunnen zijn. Ik denk wel aan een drugsverbod voor de zeer jonge kinderen.
T: Is het Nederlandse beleid effectief ?
L: Voorzover ik kan overzien, en dat is relatief: ja. We moeten echter onderscheid maken tussen de drugswetgeving en de ministeriële richtlijnen. Nederland heeft een gedoogbeleid. Bezit van (hard) drugs blijft een overtreding. Het is nog steeds onwettig. Maar er wordt zelden justitieel en politioneel opgetreden. In jeugdcentra worden dealers niet vervolgd. Maar: niet altijd vervolgen betekent niet nooit vervolgen. Justitie en politie behouden de macht om op te treden. Handel in grote hoeveelheden soft drugs blijft een grove wetsovertreding,
T: Zijn soft drugs een probleem in Nederland ?
L: Geen groot probleem, denk ik. In het algemeen is er sprake van een verstandig gebruik van soft drugs. Problemen ontstaan pasbij het gebruik van hard drugs. Wat soft drugs betreft: meestal wordt er hasj gerookt bijvoorbeeld, na het eten. Er is veel minder kans op nadelige gevolgen zoals met alcohol bij voetbalwedstrijden. Voetbalvandalisme en geweld gaan meestal gepaard met alcoholmisbruik, niet met drugsgebruik.
T: Wilt u uw standpunt ten aanzien van drugs samenvatten?
L: Onlangs werd mij dit ook in een ander kader gevraagd. Er is officiële druk op en boosheid over mensen die zich openlijk uitspreken voor druglegalisering. Ik heb daar begrip voor. Ik vind echter dat ik een leeftijd heb bereikt dat ik welhaast verplicht ben mijn opvatting duidelijk te maken. Waarom ik voor legalisering ben:
1. De basis is een liberale gedachte, namelijk dat: ieder individu zelf moet bepalen hoe hij/zij gelukkig of ongelukkig zal zijn.
2. De gevangenissen zitten vol met jonge overtreders, druggebruikers of handelaren. Terwijl er een cellentekort is. Er zitten ook veel buitenlanders voor drugsgebruik, dan wel -handel, in Nederlandse gevangenissen. Het legaliseren zou hen uit de gevangenissen ontslaan.
3. Volledig verbod leidt tot het ontbreken van enige invloed, van rijkswege, op kwaliteit, toename en verspreidheid van de markt. Een volledig verbod maakt de overheid machteloos! Politiemensen geven nu al toe dat zij de oorlog tegen drugs verloren hebben.
4. Puur praktisch: de kleine (drugsgerelateerde) criminaliteit zou grotendeels verdwijnen. Denk aan: auto-inbraken, straatovervallen… dit heeft als belangrijkste oorzaak: drugsgebruikers hebben geld nodig om (de nu dure) drugs te kopen.
POLITIE:
’s Avonds werd het hoofdkantoor van het politiedistrict West in Rotterdam bezocht en de heer Tjibbe Reitsma werd geïnterviewd. Commissaris Reitsma is hoofd van het bureau District West, en lid van het drugsoverleg van de gemeente Rotterdam. Dhr. Reitsma is ook goed op de hoogte en voorstander van het recente plan van de gemeentepolitie om de voorwaarden te onderzoeken voor een experiment om een zeer selectieve groep gebruikers van harddrugs te voorzien van gratis heroïne. Het betreft gebruikers die stervende zijn en veel criminaliteit veroorzaken. Rotterdam is moordstad nr. 1 van Nederland, en van de 33 moorden, voornamelijk drugsgerelateerd, die dit jaar in Rotterdam gepleegd werden, vonden er 15 plaats in District West Ook vindt er in ditzelfde district veel drugshandel en -gebruik plaats, en wordt hiervan door veel inwoners overlast ervaren. In de loop van het interview noemde Reitsma nog een aantal interessante gegevens:
* Voor wat betreft drug-gerelateerde misdaad: 70% van de autokraken wordt gepleegd door een zeer kleine groep harddrugsgebruikers. 50% van de woninginbraken, 80% van de straatovervallen cq. berovingen (maar hoogstens 20% van winkeldiefstallen) worden gepleegd door harddrugsgebruikers. Het motief voor de misdaad van deze harddrugsgebruikers is aan geld te komen om hun drugsbehoefte te betalen.
* Een belangrijke reden, volgens Reitsma, om harddrugs te legaliseren is omdat het verbod op (hard) drugsgebruik, -handel en -productie het juist in de hand werkt dat de georganiseerde misdaad de markt beheert en dat de prijzen zeer hoog zijn. (De prijzen zijn mede zo hoog doordat de drugshandel riskant is en daarmee een hoge “risicovergoeding” met zich meebrengt).
* Reitsma sluit aan bij enkele argumenten die Leijten ook gaf: legalisering van drugs zou overheidsinstanties mogelijkheden geven om, bijvoorbeeld, vergunningen te eisen, verkooppunten te regelen, (omzet) belasting te heffen. De markt krijgt ook meer ruimte: producenten, consumenten en consumentenorganisaties kunnen invloed krijgen op de betrouwbaarheid van produkt en kwaliteit. Je geeft de mogelijkheid om de echte vraag- en aanbodmechanismen hun werking te laten hebben op, bijvoorbeeld, de prijsbepaling.
* Nog een bewijs voor de verloren “oorlog tegen drugs”: tien jaar geleden werd een grote drugsvangst door politie, onmiddellijk gevolgd door enorme prijsstijgingen op de (zwarte cq. illegale) markt. Nu zijn de drugsvangsten veelal 10 x zo groot als vroeger, en ze hebben geen enkel effect op de straatprijzen! Onlangs kreeg Bush’s “War on Drugs” vernietigende kritiek van een senaatscommissie in Amerika. Het afgelopen jaar zou zo’n 50 miljard dollar besteed zijn aan drugsbestrijding, terwijl er geen afname is van drugsgebruik, -handel of -productie. Wel was er een drievoudige toename in drugsgerelateerde moorden. Reitsma: “het is doodzonde van het geld en de inzet – het heeft geen effect gehad !”
HULPVERLENING/OPVANG
Woensdagochtend bezochten we ds. Hans Visser van de Pauluskerk. De Pauluskerk en het werk van ds. Visser zijn zeer bekend in Nederland; hij ‘is vaak op regionale en landelijke radio te horen en op de tv te zien. De Pauluskerk is een echt toevluchtsoord, in de ware betekenis, onder andere, voor drugsgebruikers, daklozen, prostituees en illegale immigranten. De Zweedse tv-ploeg interviewde eerst ds. Visser over het werk van de Pauluskerk en zijn visie op legalisering van harddrugs: hij is een duidelijke voorstander van drugslegalisering. Mede op grond van zijn christelijk geloof, vindt hij dat individuen zelf uit moeten mogen maken hoe zij willen leven, en welke genotsmiddelen zij wensen te gebruiken. Ter aanvulling op zijn filosofie: in het kader van de onlangs in de Pauluskerk georganiseerde Nacht van de Liefde zei Hans Visser met betrekking tot seksualiteit: “De kerken willen ook altijd zeggen wat goed en slecht is. Laat de mensen dat alsjeblieft zelf uitmaken. God vindt het leuk als mensen samen leuke dingen beleven”. Vervolgens werden enkele bereidwillige druggebruikers geïnterviewd en kon de tv-ploeg de nodige ellende verfilmen ter bevestiging van het vooroordeel dat in Zweden heerst: druggebruik is slecht, misdadig en altijd verwerpelijk. Tenslotte werd het beruchte Perron O, bij het Centraal Station van Rotterdam, bezocht. Hier wordt methadon verstrekt en een bepaalde mate Van handel getolereerd. De aanwezige dealers, gebruikers, politie en hulpverleners waren van tevoren op de hoogte gebracht van ons bezoek door ds. Visser; toch heerste er die middag een agressieve sfeer. Niet verwonderlijk: er zijn veel mensen die de aanwezigheid van tv-ploegen als opdringerig en bemoeizuchtig ervaren. Met enige politiebegeleiding werden enkele aanwezigen geïnterviewd en gefilmd.
DE UITKOMST
Op 14 oktober jl.is het uiteindelijke programma uitgezonden op de Zweedse televisie. Meer dan drie dagen filmen weergegeven in ongeveer anderhalf uur. Zijn “de Zweden” voorstanders geworden van drugslegalisering? Ik betwijfel het. Wel zijn de drie Zweedse tv-mensen met een genuanceerdere mening vertrokken dan die waarmee zij aankwamen. Dankzij Henrik Bejke, Zweedse libertariër en Europese vertegenwoordiger van de International Society of Individual Liberty, heb ik een videokopie van de uiteindelijke uitzending. Hieronder een kort verslag van het programma: Het programma beslaat ca. anderhalf uur en is als volgt opgebouwd: een presentator stelt telkens bepaalde kwesties aan de orde, legt vragen voor aan een panel in de tv-studio, en beelden van opnames en interviews in Denemarken, Stockholm, Hamburg, Amsterdam en Rotterdam. Het grootste deel gaat over de drugsituatie in Hamburg, Denemarken (alcohol) en Zweden zelf. In totaal 15 minuten een weergave van de opnames in Nederland. Vooral politiecommissaris Reitsma komt vaak aan het woord. En uiteraard de ellende van drugsmisbruik, de “scene” in de Pauluskerk, Amsterdam en op Perron Nul. Het panel, dat telkens terugkeert voor commentaar op de beelden, uitspraken en op vragen van de presentator van Striptease, bestaat uit: Mattias Bengtsson: een van de hoofdredacteuren bij Stockholm’s grootste ochtendkrant (SvD), schrijver van hun redactioneel commentaar; libertariër “van het eerste uur” in Zweden. Gunnar Hokmark: secretaris van de Zweedse conservatieve partij; anti-drugs, groot voorstander van liberalisatie van het Zweedse alcoholbeleid. Een ex-alcohol verslaafde, die nu tegen ieder genotsmiddel is, zoals zovelen die tot een nieuw geloof zijn bekeerd. Een arts die werkt met verslaafden; groot tegenstander van iedere vorm van drugslegalisering, inclusief alcohol, terwijl hij er prat op gaat een uitgelezen wijnkenner en -bezitter te zijn. De presentator kiest een neutrale positie en speelt vooral de “advocaat van de .duivel” met betrekking tot de drie tegenstanders van drugslegalisering. Hij haalt vaak argumenten aan die o.a. door de heren Reitsma, Visser en Leyten werden gegeven. Deze worden uiteraard ook gesteund door Bengtsson, die duidelijk voor algehele decriminalisering van drugs is. Voorts vergelijken de programmamakers alcohol met de zgn. harddrugs; duidelijk worden de grote problemen van alcoholmisbruik, vnl. in Denemarken, in vergelijking met de veel geringere problemen van harddrugsmisbruik. Daarnaast wordt duidelijk gesteld dat het juist de illegalisering van harddrugs is dat verschrikkelijke problemen veroorzaakt. Het programma werd door de Zweedse libertariërs als zeer positief gezien, hetgeen ook mijn indruk is. Hopelijk droeg het bij tot andere opvattingen bij sommige Zweedse kijkers. Omdat het gebruik van harddrugs kennelijk door de meeste Zweden als uiterst misdadig wordt beschouwd is de objectiviteit van dit programma des te opmerkelijker. De reacties van Zweedse libertariërs op de uitzending is positief: nadelen van drugscriminalisering zijn naar voren gebracht, alsook de argumenten voor decriminalisering. Het is een goede bijdrage aan de discussie over drugs in Zweden.En een aantal mensen, waaronder ik, hadden een boeiend avontuur!
TENSLOTTE
De libertarische filosofie is gebaseerd op het volledige respect van het individu, op het volledige respect van haar/zijn leven, vrijheid en eigendom. Slechts dezelfde vrijheid van ieder ander individu beperkt de individuele vrijheid, zoals verwoord in het libertarische gebod: geen agressie, oftewel geen geweldsinitiëring. Ten aanzien van drugsgebruik volgt .hieruit: ieder individu moet zelf mogen bepalen welke genotsmiddelen zij/hij wel of niet wenst te gebruiken. Dit standpunt is in meerdere of mindere mate ook verwoord door de drie voorstanders van drugslegalisering die geïnterviewd werden.