Het traditionele liberalisme ziet in de overheid een essentiële kwaaddoener. Het vreest de overheid en probeert daarom beperkingen op zijn macht te leggen.

Zoals Woodrow Wilson het uitdrukte, “De geschiedenis van vrijheid is de geschiedenis van het limiteren van staatsmacht”. De neo-progressieven van tegenwoordig geloven in het versterken van de staatsmacht ten koste van de individuele vrijheid. Communisten streven naar de centralisatie van alle machten in een staat als noodzakelijke voorspel van een politiestaat. Vele neo- progressieven hebben een hekel aan deze vorm van staat. Wat zij louter willen is goed doen en het menselijke lot verbeteren. Maar zij willen dan wel dat deregering ongelimiteerde macht heeft, om goed te doen. Ze kijken met wantrouwen naar de burgers; met goedkeuring naar de regering. Zij trachten een regering te stichten die ongelimiteerde macht heeft, om het individu te leiden en in bedwang te houden voor het welzijn van de maatschappij. Om ervoor te zorgen dat de sterken geen gebruik maken van de zwakken, om ongelijkheden in inkomens en gezondheid af te schaffen en om de historische rol van Robin Hood te spelen, die van de rijken stal om gedeelten van de opbrengst tussen de armen te verdelen. Neo- progressieven spelen zonder het te weten, het communistische spelletje. Ze bedoelen het goed, maar ze zien het harde dictaat van Lord Acton niet in: “Elke macht heeft de neiging verdorven te zijn maar onbeperkte macht zaait onbeperkt verderf”.