Wat zouden er veel retouren op het Binnenhof terecht komen indien de politieke keus met hetzelfde systeem zou werken als vele Nederlandse boekenclubs. Kiest u maar uit, bevalt het u niet? Geen verdere verplichtingen, stuurt u maar retour.

Hoeveel politieke partijen zouden dan nog het recht van bestaan hebben? Inderdaad hebben wij gemerkt en gaan we het nog veel meer merken, dat de politieke keus oftewel de verkiezingen in ons land een wassen neus zijn:

U stemt op de PvdA en komt in het kaartsysteem van D’66 terecht. U kiest de VVD en blijkt daarna door de CDA-paraplu “beschermd” te worden. We moeten dan ook constateren dat ons gehele democratische kiesstelsel een onding is voor een vrije samenleving. Een stelsel, waarbij de wet van de meerderheid beslissend is, welke in de praktijk de wet van de minderheid blijkt te zijn.

Maar waar zijn dan al die mensen voor die ons land moeten besturen?

Dat weten de heren politici zelf ook niet; ze hebben het te druk met ’t eigen belang en de machtswellust, aldus een opmerking van een huidige politicus in een recent onderhoud. Nu kan eigenbelang een goede zaak zijn, maar eigenbelang of egoïsme ten koste van anderen is een hoogst verwerpelijke zaak.

Zo ook de collectieve beslissingen ten koste van anderen zijn in een vrije maatschappij een waar onding. Zo is er een aardige anekdote van collectivisme, zoals het in de praktijk kan:

Vijf PvdA-kamerleden besluiten samen na afloop van de kamerzitting te gaan eten. Op het laatste moment hebben twee van de vijf heren nog een extra commissievergadering en kunnen niet mee. Tegen twaalf uur, als de commissievergadering is afgelopen, gaan die twee toch nog richting restaurant en daar aangekomen, komen zojuist de drie andere heren voldaan met dikke buiken naar buiten gelopen en maken meteen van de gelegenheid gebruik de rekening te presenteren, welke nu door vijf gedeeld moet worden…U begrijpt, hier ontstond nu, in het romantische licht van dat restaurant, een brede maatschappelijke discussie!

Met dit aardige voorbeeld is toch wel aangetoond, welk één grote dwaasheid het is te moeten meebetalen aan andermans plezier, behoefte en of voorzieningen. Wist u overigens dat de Volvo fabrieken ongeveer ƒ 30,- van iedere Nederlandse belastingbetaler krijgt? De overheidssteun van ƒ 150 miljoen is rond en er zijn ongeveer 5 miljoen Nederlanders die aan het arbeidsproces deelnemen.

U begrijpt, beste lezer, dat er nog pagina’s vol van dit soort voorbeelden te schrijven zijn, helaas.

Zou George Orwell dan toch gelijk krijgen met zijn legendarische jaartal 1984? In procenten gemeten zitten we er nog 20 vanaf en in jaren nog 4, en als ik in het gigantische winkelcentrum Hoog Catharijne te Utrecht loop, heb ik het idee dat we al in Orwell’s 1984 beland zijn, vanwege alle camera’s die het publiek in de gaten houden. Ik heb me overigens laten vertellen, dat aan de andere kant van die draad nette bewakers zitten om de baldadige jeugd in de gaten te houden, alhoewel, de installatie hangt er al vast… Om even in Utrecht te blijven, wil ik u enkele Stichtse actualiteiten niet onthouden. Utrechts eerste burgervader liet onlangs op een spreekbeurt horen, dat in de nabije toekomst een samenwerking van VVD en PvdA niet uitgesloten is, gezien de partijprogramma’s steeds meer overeenkomsten gaan krijgen. U vraagt zich misschien al af wie naar wie toe neigt? Helaas komt het neigen maar van één kant.

U ziet ook hier weer, waarde lezer of misschien wel VVD-stemmer, was de titel van dit schrijven maar van kracht. U had dhr. Vonhoff eerst retour kunnen sturen en dan op dhr. Vonhoff van de PvdA kunnen stemmen… Enkele maanden geleden liet een VVD kamerlid zich in Utrecht horen op een spreekbeurt welke specifiek over ontwikkelingshulp ging. Een aardige climax van tegenstrijdigheden blijkt uit het volgende:

In een gesprek in de pauze onder vier ogen verklaarde de spreker dat het tegen alle liberale grondbeginselen in druist om de Nederlandse burger via het belastingstelsel dwangmatig te laten betalen voor ontwikkelingshulp. Na de pauze, in een redelijk volle zaal, verklaarde dezelfde spreker dat “het toch slechts maar” een paar procent is van het nationale inkomen dat opgaat aan ontwikkelingshulp en dat we die arme stakkers niet mogen laten verhongeren.

Een week later lees ik in de krant, dat deze spreker in de Tweede Kamer pleit voor een forse verhoging van de ontwikkelingshulp. En om de climax dan maar af te maken, zien we nog steeds die zelfde man op de televisie enkele miljoenen weggeven aan de hoge commissaris te Genève. Ziehier de inconsequentie van diverse volksvertegenwoordigers. Hoe lang zou het nu nog duren voordat de nuchtere Nederlander ziet en of merkt dat hij bedonderd wordt?

Zou het inderdaad pas in 1984 zijn? Waarschijnlijk is de socialistische en collectivistische tang dan al gesloten en is er geen weg terug meer! Denkt u daar wel eens over na en doet u er ook iets aan!