Libertarism has only a tiny ideology: “Thou shalt not aggress’ In het eerste…
Libertarism has only a tiny ideology: “Thou shalt not aggress’
In het eerste hoofdstuk van deze rubriek hebben we het gehad over enkele gesprekken met personen die een geheel andere, verkeerde, mening hadden over het Libertarisme.
Iemand vond het Libertarisme extreem “rechts”, terwijl een ander het extreem “links” vindt. Hieruit blijkt weer eens dat veel mensen niet goed raad weten met de libertarische filosofie. En dat terwijl die toch erg eenvoudig is. Als je het tenminste door hebt.
De oorzaak dat velen er niet goed raad mee weten, ligt bij hun opleiding en bij de voorlichting door politici en media. Politici en media weten vaak zelf niet precies waar ze het over hebben, en ik verdenk velen van hen dat ze de verwarring bewust in stand houden; het geeft hen de gelegenheid om vaag te zijn en bepaalde zaken in hun eigen voordeel uit te leggen.
Als je om nadere uitleg vraagt, blijkt vaak dat men met “links” iets bedoeld als communisme en socialisme. Met “rechts” heeft men meer moeite, en al snel valt het woord: fascisme. Als je dan zegt dat fascisme toch hetzelfde is als “nationaal-socialisme”, weet men het helemaal niet meer, en men ontwijkt verdere verklaring. Steeds weer blijkt dat het Nolan-schema dat we reeds eerder in de VRIJBRIEF bespraken, een einde kan maken aan deze verwarring.
Je kunt met behulp van dat schema op de eerste plaats zelf een goed inzicht in het politieke vlak krijgen. Maar het is ook een uitstekend middel om aan anderen duidelijk te maken hoe dat in elkaar zit. Als hulpmiddel daarvoor is door Marshall Fritz de bekende kleinste politieke quiz ter wereld ontworpen. In een volgend artikel in deze serie zullen we daar nog wel eens op terug komen*.
Net als ik de vorige keer nader ben ingegaan op de opmerking over rechts, zal ik vandaag de opmerking over links wat meer belichten.
We hadden bezoek van een vriend, een gepensioneerd technicus. Deze vond het Libertarisme zo “extreem links”.
Op de vraag om eens te vertellen waarom hij dat vond, antwoordde hij: “Wel dat is nogal duidelijk, jullie willen de grenzen wagenwijd open zetten voor iedereen, jullie willen vrije drugs, en je wilt het leger afschaffen, om maar een paar dingen te noemen.”
Het is moeilijk om een begin te vinden aan een antwoord op al die verkeerde, halfware, en dus foutieve, opmerkingen. Gelukkig dacht ik op tijd aan de stelling van Karl Hess:
Libertarianism has only a tiny ideology:
‘Thou shalt not aggress”.
Eenvoudig: GIJ ZULT GEEN AGRESSIE PLEGEN. En weer was mijn gesprekspartner het daar helemaal mee eens.
Het is zeer opvallend hoeveel mensen het daar mee eens zijn en dit toch niet consequent in hun leven toepassen.
Echter door dit principe te bespreken, waren we wel op dezelfde golflengte gekomen en konden we vandaar uit samen verder gaan.
We besloten om eerst het immigratiepunt te bespreken. Ik vroeg hem of hij niet vond dat, als hij dat wilde, hij dan bijvoorbeeld in Spanje aan de Middellandse Zee zou moeten mogen wonen. Het antwoord was: “Natuurlijk moet dat mogen, maar dat is iets heel anders. Ik zou dan namelijk de mensen daar niet tot last zijn en ik zou in mijn eigen levensonderhoud voorzien”. Uit het antwoord blijkt dat er (minstens) twee zaken door elkaar gehutseld werden. Het immigratiepunt, en het punt dat aan immigranten zoveel vergoedingen worden betaald. De verhalen daarover zijn veelvuldig, en die hoef ik hier niet te herhalen.
Het bezwaar bleek na enige discussie terug te brengen te zijn op die uitkeringen, en niet op het vrije verkeer van mensen op deze aarde.
Sterker nog is dat heel veel immigranten afkomen op de overvloedige voorzieningen die ze kunnen genieten door naar een Europees land te komen.
Zonder al die voorzieningen zouden zeer veel immigranten niet eens komen, en zou het probleem alleen daardoor al tot een fractie worden gereduceerd. (Nog los van de besparingen die het op zou leveren doordat minder ambtenaren zich er meer hoeven bezig te houden). Om welke reden mensen naar een ander land willen gaan, doet dan ook niet meer ter zake.
Op dit moment lijkt het er op dat immigranten in de EEG wel toegelaten worden om politieke redenen, maar niet om economische redenen.
Als met economische redenen bedoeld wordt dat de betreffende persoon uit de staatsruif komt schrokken, en dus profiteert van belastinggelden die voortkomen uit opbrengsten van productie van anderen, is dat inderdaad af te keuren.
De oorzaak daarvan ligt echter bij het beschikbaar stellen van die uitkeringen. Mensen die in landen wonen met slechte omstandigheden horen daarvan en worden erdoor verleid.
Hierdoor komen we echter weer op een ander punt, namelijk dat van de belastingen, en dat is een onderwerp op zich. We moeten ons nu bij het onderwerp immigratie op zich houden.
Als een persoon in een ander land betere mogelijkheden ziet om zijn leven vrijer en/of aangenamer te leven, dan is dat ook een economische reden, en deze is in libertarische opvattingen een heel acceptabele. Het is zelfs positief te ervaren dat een mens zijn omstandigheden wil verbeteren, want als hij dat op een eerlijke en rechtvaardige manier doet, profiteren daar ook weer vele anderen van.
Na deze analyse was het bezwaar van mijn vriend tegen de Libertarische stelling dat ieder mens vrij moet zijn om te gaan en staan waar hij wil op deze aarde, weggenomen. Hij vindt nu ook dat vrije verplaatsing hoort tot de vrijheid van het individu.
Uiteraard geldt deze stelling alleen maar zolang de “immigrant” geen inbreuk maakt op de rechten van een ander. Zolang hij geen agressie pleegt! Ik heb alle zijwegen van dit gesprek niet belicht om het stuk niet te lang te maken. Het is nu zelfs al zo lang geworden dat ik over de andere “linkse” bezwaren van mijn vriend, namelijk de drugs en het leger, een volgende keer wil terugkomen.