Libertarianism has only a tiny ideology: “THOU SHALT NOT AGGRESS” ZELFVERDEDIGING …
Libertarianism has only a tiny ideology: “THOU SHALT NOT AGGRESS”
ZELFVERDEDIGING
In deze serie komen we nu aan vraag 3 van onze bekende kleinste politieke quiz ter wereld: Mag iedereen zijn lijf en goed verdedigen?
Alan Burris gaat daar in zijn boed A Liberty Primer nogal uitgebreid op in.
Wat is de libertarische mening over zelfverdediging? Mag je jezelf verdedigen als je wordt aangevallen of als iemand je besteelt?
Ook hier moeten we weer uitgaan van het “non-agressie principe” dat stelt dat niemand geweld, dwang of fraude mag initiëren tegen iemand anders of zijn eigendom.
Het woord initiëren geeft al aan dat het wel moreel juist is om geweld te gebruiken als zelfverdediging tegen geweld.
Er zijn ook libertariërs die pacifisten zijn en alle geweld afzweren. Maar dat staat los van de libertarische filosofie. In een ideale libertarische samenleving zou het libertarisme en het pacifisme samenvallen omdat niemand geweld hoeft te gebruiken om zichzelf te verdedigen.
Het is logisch dat er in het libertarisme zoveel aandacht aan geweld geschonken wordt omdat geweld, of de dreiging ermee, de enige methode is waarop iemand je menselijke rechten kan aantasten. Zoals Alan Burris zegt in A Liberty Primer: “Het concept van geweldsinitiëring is de duidelijke scheidingslijn tussen juist en onjuist, tussen recht en onrecht. Alle libertarische opvattingen zijn dan ook consistent met het non-agressie principe”. Het begrip geweld is ruimer dan alleen maar iemand anders lichamelijk pijn doen. Ook het wegnemen of beschadigen van de eigendommen valt onder dit begrip. Ook het vervuilen van jouw eigendom met materie of gassen.
Bij fraude is geweld betrokken omdat daarbij het eigendom van iemand zonder zijn toestemming wordt ontvreemd.
De uitwerking van dit principe roept nogal eens problemen op.
Zo komt al vlug de vraag ter sprake hoeveel geweld mag je gebruiken om jezelf te verdedigen. Extreme, niet praktische voorbeelden komen dan op tafel. Zoals: mag je iemand neerschieten omdat hij over jouw grasveld loopt zonder je toestemming?! Als regel geldt dat je net zoveel geweld mag gebruiken als noodzakelijk is om het geïnitieerde geweld te keren.
Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Er spelen daarbij diverse factoren een rol, zoals de grootte van de bedreiging of het geweld. Wordt het door een kind gedaan, of door sterke gewapende personen. Ook speelt de aard van het mogelijke verlies een rol. Is je leven in gevaar of dreig je een paar pruimen uit je tuin kwijt te raken. Achteraf is dat meestal eenvoudig te zeggen. Op het moment zelf moet je handelen zoals je op dat moment goeddunkt, mede naar ervaring die je hebt doordat je deze zaken van te voren reeds hebt bestudeerd of bedacht.
Mijn persoonlijke mening is dat je beter kunt overcompenseren dan te weinig zelfverdedigingsgeweld toe te passen. Dat laatste zou je wel eens duur te staan kunnen komen. Bovendien is de bedreiger of initiator zelf schuld dat hij zich in die risico situatie heeft geplaatst.
Als we ervan uitgaan dat we ons zelf mogen verdedigen, moeten we daar ook de gelegenheid voor hebben. Nog los van de vraag of het niet immoreel is om je niet te verdedigen als je inderdaad vrijheid en rechtvaardigheid als morele deugden ziet. Maar wat gebeurt er nu in de maatschappij door de overheid? Die gaat al het mogelijke doen om het de burgers onmogelijk te maken zichzelf te verdedigen. We hebben net weer een nieuwe wet in Nederland die het bezit van allerlei wapens nog strenger verbiedt.
Dat wil zeggen dat het een nog groter misdaad wordt om wapens te hebben. Dus hebben alleen maar misdadigers wapens. Fijn, als ze nette burgers willen aanvallen, of bij hen willen inbreken, dan weten ze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat die burgers toch geen wapens zullen hebben. De overheid heeft de kust al veilig voor hen gemaakt.
De gedachtefout hierin is dat misdaad niet door de wapens wordt veroorzaakt. De misdaad wordt door een mens, de misdadiger, begaan. Niet het “bezit” van wapens moet strafbaar zijn, maar het onjuist gebruik ervan.
De uitspraak dat je in geval van nood maar de politie moet bellen, is pure nonsens. Daar hoef ik eigenlijk niet verder op in te gaan. Veel lezers zullen wel gevallen kennen waarin het slachtoffer meer moeite met de overheid kreeg dan de misdadiger.
Zo werd een 31-jarige wapenhandelaar uit Rotterdam aangehouden omdat hij met een revolver twee overvallers neerschoot toen die onder bedreiging met een gaspistool wapens van hem eisten. Op een vraag aan mevrouw Toos Faber, voorlichtster bij het ministerie van justitie werd de vraag gesteld wat een burger eigenlijk kan doen als hij een misdadiger op heterdaad betrapt. Het antwoord was: “Betrekkelijk weinig… Er is geen goede blauwdruk te geven van richtlijnen voor burgers die worden geconfronteerd met inbrekers in hun huis… Je hebt wel het recht om hem “vast te houden”… Je krijgt dan wel een proces om uit te maken of het “noodweer” was, of “vermeend noodweer”. “Ik denk dat je hem geen pijn mag doen! Nog goed in het geheugen ligt het geval van een stewardess uit Amsterdam. Toen deze in haar flat door twee mannen werd aangerand, schoot ze hen neer.
Daarna begon voor haar een ware lijdensweg van opgepakt worden, verhoren en nog eens verhoren. Rechtspraak en beroepszaak. Alles duurde veel langer dan een jaar, tot ze aan een zenuwinzinking toe was. Uiteindelijk is ze veroordeeld voor ongeoorloofd wapenbezit.
Is dit rchtvaardig? Als ze geen wapen gehad had, leefde ze nu waarschijnlijk niet meer. In de Verenigde Staten, en ook wel daarbuiten, hebben over een dergelijk geval maandenlang de kranten vol gestaan. Een mijnheer Goetz heeft zich met een pistool verdedigd toen in de metro een groep van vier jongelui hem probeerde te beroven. Ook daar draaide het uit op een veroordeling voor illegaal wapenbezit.
Zo zijn er nog meer voorbeelden bekend. Die kunnen we meer of minder uitpluizen. Belangrijk is echter om principieel het recht op zelfverdediging te handhaven.
Het recht op zelfverdediging, zo nodig met geweld, staat dan ook hoog in het vaandel van de libertarische vrijheden.
Al met al meen ik met dit hoofdstuk een stukje van het probleem behandeld te hebben. Als u concrete vragen en/of voorbeelden ter discussie wilt stellen, zal ik die graag behandelen.