Is het mogelijk het libertarisme te populariseren zonder afbreuk te doen aan de radicale uitgangspunten van het libertarisme ?
Recensie: Charles Murray – What it means to be a libertarian, Broadway Books, 1997
Is het mogelijk het libertarisme te populariseren zonder afbreuk te doen aan de radicale uitgangspunten van het libertarisme ? In principe is er geen reden waarom dit niet het geval zou kunnen zijn. Immers, ingewikkelde doortimmerde politiek-filosofische betogen kunnen worden vertaald in gewone mensentaal, gelardeerd met een aantal aansprekende praktische voorbeelden om de juistheid van het libertarische standpunt te illustreren. Een goed voorbeeld hiervan is Rothbards populaire verdediging van het staatloze libertarisme For a new liberty. Aan de andere kant is er de tegenwerping dat dergelijke boeken alleen succesvol zijn bij personen die al (latent) het libertarisme toegedaan zijn. Hoeveel hiervan ook waar moge zijn, er is in ieder geval een praktisch argument om een populaire libertarische verhandeling zo te schrijven dat mensen aanknopingspunten kunnen vinden in hun dagelijks bestaan.
Een ander probleem met (radicale) politieke stromingen is dat iedereen vrij is om zichzelf een representant van een dergelijke stroming te noemen. Gelukkig maar, anders zou niemand anders zich libertariër mogen noemen dan de degene die als eerste deze naam geadopteerd heeft. Maar wat nu als iemand het predikaat libertariër claimt maar fors afwijkt van de libertarische uitgangspunten ? Hiervoor kunnen verschillende redenenen zijn. Iemand denkt dat het uit strategische overwegingen zinvol is om een gematigde variant van het libertarisme aan te hangen om anderen makkelijker te kunnen overtuigen. Verder is het denkbaar dat iemand van alle politieke stromingen het dichtst bij het libertarisme staat, zodat het voor de hand ligt om deze politieke stroming als de zijne te claimen. Zo iemand is Charles Murray volgens mij.
Charles Murray is een niet onbekende figuur uit de Verenigde Staten. Hij is auteur van het controversiële werk Losing ground over de negatieve effecten van sociale zekerheid en het nog veel controversiëlere werk The Bell Curve, waarin hij stellingname neemt in het debat over ras en IQ. Het is in eerste instantie dan ook verheugend dat een relatief populaire intellectueel in een boek zich publiekelijk bekent tot het libertarisme. Wat verstaat Murray onder libertarisme ? Weinig verassends, en dat is niet per definitie negatief. In het eerste gedeelte van het boek somt hij de fundamentele uitgangspunten van het libertarisme op, waar geen enkele libertariër over zal vallen. Problematischer wordt het echter wanneer hij toekomt aan de praktische implicaties van het libertarisme. Zo ziet Murray een taak voor de overheid weggelegd op het gebied van de collectieve goederen. Op zich is dat een positie die op respectabele gronden kan worden beargumenteerd. Zo niet door Murray.
In de eerste plaats somt Murray de klassieke argumenten op voor de verstrekking van collectieve goederen door de overheid met als slotsom dat het legitiem is in een libertarische samenleving dat de overheid deze verstrekt. Vreemd genoeg heeft Murray niet de neiging om de argumenten voor verstrekking van collectieve goederen te confronteren met de libertarische uitgangspunten die hij eerder in het boek naar voren bracht. Als een behendige koordanser laveert Murray tussen principiële en utilitaristische argumenten zonder de contradicties in een dergelijke positie te onderkennen. In de tweede plaats geeft Murray wel toe dat de erkenning van deze collectieve goederen tot gevolg kan hebben om nog meer collectieve goederen te erkennen. Om deze slippery slope situatie te voorkomen formuleert hij een aantal vragen welke tot doel hebben om echte van politieke collectieve goederen te onderscheiden. Als men echter met deze vragen in het achterhoofd een aantal bladzijden terugslaat om te beoordelen of de publieke goederen van Murray deze toets kunnen doorstaan blijkt het antwoord negatief. Tot zover de legitimatie van publieke goederen door Murray.
Een andere passage waar libertariërs met de wenkbrauwen zullen fronzen is zijn visie op de rol van de staat met betrekking tot onderwijs. Wie verwacht dat Murray hoogstens van mening kan zijn dat de staat een aantal kwalitatieve randvoorwaarden mag stellen aan het onderwijs en zich verder terug dient te trekken om de markt haar werk te laten doen komt wederom bedrogen uit. Volgens Murray is onderwijs ook een collectief goed omdat zij de gehele gemeenschap ten goede komt en essentieel is voor het goed functioneren van de democratie. Om met het laatste te beginnen, wat is de rol van een goed opgeleide bevolking in een staat waar de rol van de democratie hoogstens beperkt is tot beschermen van de burger en het voorzien in collectieve goederen ? Het lijkt of Murray hier het republikeins ideaal voor ogen heeft waarin burgers hun levensvervulling vinden in het participeren in de democratie. Het hoeft geen betoog dat een dergelijke activistische democratie door libertariërs wordt afgewezen. En de stelling dat onderwijs een collectief goed is vanwege de positieve externe effecten die bij de samenleving als geheel terechtkomen wordt al evenmin beargumenteerd.
Vreemd genoeg had het boek van Murray wellicht een stuk aan geloofwaardigheid gewonnen als hij de principiële uitgangspunten in het begin van het boek achterwege had gelaten. Dit had hem zowel een aantal contradicties bespaard gebleven als meer ruimte gegeven voor hetgeen waar Murray wel goed in is, namelijk laten zien dat de overheid niet werkt. In zij huidige vorm neigt het boek naar een vorm van knip- en plakwerk zonder enige samenhang.
Is dit boek in staat om mensen te overtuigen, of in ieder geval te interesseren voor het libertarisme ? Dat denk ik wel. Het is tenslotte een verbetering ten opzichte van de pro big government verhandelingen van de meeste spraakmakende intellectuelen. Maar ik zie geen reden om dit boek aan te bevelen aan mensen in het geval bovengenoemd werk van Rothbard of de betere inleiding in het libertarisme Libertarianism, a primer van David Boaz binnen handbereik is. In het beste geval slaat Murray een brug naar de rest van de wereld, in het slechtste geval vestigt Murray de reputatie een niet consistente versie van het libertarisme aan te hangen.