Een bijna hysterische vijandigheid ten aanzien van de goudstandaard is een kwestie, die alle collectivisten verenigd van welke pluimage dan ook.
“Een bijna hysterische vijandigheid ten aanzien van de goudstandaard is een kwestie, die alle collectivisten verenigd van welke pluimage dan ook”.
Dit schreef Alan Greenspan, de volgeling van Ayn Rand, lang voordat hij zelf ook een collectivist werd. Hij schreef dit in een objectivistisch blad, genaamd: “The Objectivist” in 1966.
De toekomstige gevierde centrale bankier van alle tijden vertelde verder: “Men begrijpt, misschien duidelijker en subtieler dan menig verdediger van het laisser-faire kapitalisme, dat goud en economische vrijheid onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, dat de goudstandaard een instrument is van dit kapitalisme en dat inhield dat beide noodzakelijk zijn voor elkaar”.
Goud en Economische Vrijheid was het onderwerp van Greenspan in 1966.
“Om de bron van deze vijandigheid te begrijpen is het nodig om eerst de specifieke rol van het goud in een vrije maatschappij te begrijpen”. Geld is de gemeenschappelijke noemer van alle economische transacties. Het is het materiaal, dat dient als middel van uitwisseling, het is overal geaccepteerd door alle deelnemers in een uitwisselingseconomie als betaling voor hun goederen en diensten. Het kan daarom worden gebruikt als marktwaarde-standaard en een waardemiddel, d.w.z. een spaarmiddel. Het bestaan van zo’n goed is een voorwaarde voor een economie gebaseerd op een verdeling van arbeid. Als men geen materiaal had als objectieve waarde om als geldmiddel te gebruiken, dan zou men moeten terugvallen op een primitieve ruileconomie of gedwongen te worden om op zelfvoorzienende boerderijen te leven en zo de onmetelijke voordelen van specialisatie moeten missen. Wanneer men geen waardemiddel had, d.w.z. om te sparen, dan zou noch lange-termijnplanning noch uitwisseling mogelijk zijn.”
Dan, na een lange discussie over hoe geld eigenlijk werk, gaf de heer Greenspan de objectivisten de conclusie, die ze wilden horen.
“In afwezigheid van de goudstandaard, is er geen enkele mogelijkheid om spaargeld te beschermen tegen inbeslagname via inflatie. Er is geen veilig waardemiddel, want als deze er wel zouden zijn, dan zou de overheid dit middel onwettig verklaren, zoals is gedaan met het goud.
Bijvoorbeeld, als iedereen besloot om zijn of haar bankdeposito naar zilver, koper of enig ander middel om te zetten, en tegelijk cheques zou weigeren als betaling voor goederen, dan zouden de bankdeposito’s hun koopkracht en ,de door de overheid gecreeerde bankkredieten, hun waarde verliezen als claim op goederen en diensten. Het financieel beleid van de welvaartstaat vereist, dat er geen enkele mogelijkheid is voor eigenaars van vermogen om hunzelf te beschermen. Dit is het smerige geheim achter de tirades van de welvaartstaat-collectivisten tegen het goud. Overheidstekorten zijn eenvoudig een methode om tot inbeslagname van vermogen over te gaan. Het goud vormt een blokkade tegen dit ondermijnend proces, want het fungeert als beschermingsmiddel van eigendomsrechten. Als men dit snapt, dan is er ook geen enkele moeite om de vijandschap van collectivisten tegen de goudstandaard te begrijpen.”
We citeren de voorzitter van de Federal Reserve (Amerikaanse centrale bank) niet uitvoerig, zodat we met hem in debat kunnen gaan, integendeel, we waren volledig in overeenstemming met de heer Greenspan, tot ongeveer ten minste 10 jaar later.
In 1974 verliet Alan Greenspan, de verdediger van de goudstandaard, New York om naar Washington te gaan, d.w.z. hij verliet het Amerikaanse commerciele hart om te gaan wonen in de politieke galblaas.
Nog meer dan dat, in een tijdsbestek van maanden, verliet hij de vrije markt en goudstandaard-stromen van de East River (Rivier in New York, red.) om te resideren in de collectivistische moerassen van de Potomac (rivier in Washington, red.).
James Grant schreef: “in 1974, toen de heer Greenspan New York verliet, om te dienen als voorzitter van de raad van economische adviseurs van president Gerald Ford, Ayn Rand sprak met een verslaggever van de New York Times. De objectivistische filosofe en autheur, die Greenspan tot haar discipele bestemplede, evenzeer zoals Greenspan haar tot zijn lerares rekende.
Wat Rand toen de New York Times vertelde was, dat noch zij, noch Alan de moeilijkheid onderschatte om de Amerikaanse overheid te hermodeleren op basis van zuivere laisser-faire principes. Ofschoon, zo vertelde ze, was ze bereid om geduld te oefenen.”
Na een kwart eeuw, en u kunt dit zelf beamen, beste lezer, is dat de Amerikaanse overheid eigenlijk niet gehermodeleerd is. In plaats daarvan heeft Alan Greenspan zijn imago veranderd. De rommelige libertijn is hoofd geworden van de machtigste centrale bank ter wereld. De “goudkever” van 1966 heeft zichzelf gehermodeleerd in de meest gevierde hoeder van de meest gecontroleerde valuta ter wereld.
Hoe kon dit gebeuren? We weten niet wat voor gesprekken er hebben plaatsgevonden tussen Greenspan de Libertijn en Greenspan de aankomende statist, maar we vermoeden, dat deze dialogen voor de laatste 36 jaar zijn afgebouwd door Greenspan de Objectivist. “Een vrije maatschappij heeft de goudregel nodig”, zei Greenspan de Libertijn in 1966.
“Maar ik wil de beroemdste en machtigste centrale bankier in de wereld worden”, zei de jonge Greenspan. “En er is geen mogelijkheid, dat ik dat kan doen door middel van de goudstandaard aan te bevelen.”
“Goed,” suggereerde Greenspan de Objectivist, “je hebt het gebruik van de redeneringsmacht! Om uit te zoeken wat goed is voor jou! Aan je zelf denken, dat is wat geldt. Je moet de regels vinden die voor jou werken. Dus, blijkbaar werkt de goudregel voor de maatschappij als geheel, maar niet voor een vent, die centrale bankier wil worden. Het helpt niets om daar te komen waar je wilt, want het houdt je van het verkrijgen van de baan en zal het je macht beperken, als je de baan eenmaal hebt, dus als je het snapt, dan moet de goudregel verdwijnen.”
En aldus geschiedde.
Niet alleen zwoor Greenspan de goudregel af, maar werd de meest inflatoire centrale bankier in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Alhoewel consumentenprijzen niet verontrustend stegen, in vergelijking met het geld en krediet dat vrijkwam op de kapitaalmarkten, heeft de centrale bank van Greenspan geen gelijke. Maar wie klaagde hierover? Spaargelden verdwenen, schulden werden groter, maar in plaats van de consumentenprijzen op te drijven, vond het gecreeerde nieuwe geld zijn weg in aandelen en onroerend goed, waar het werd verwelkomd, zoals een fles whisky in Salt Lake City (Mormoonse stad, waar geheelonthouders wonen, red.).
Greenspan werd een naam, die iedereen kende. Hij werd ook een held, want hij was het, die de grootste economische expansie in de Amerikaanse geschiedenis had veroorzaakt. Weinig mensen realiseren zich, dat hij dat had gedaan, door een regel te breken, die voorafgaande generaties had beschermd. Zal er een prijs zijn, die moet worden betaald?, zo vragen wij.
Zal Greenspan uiteindelijk krijgen wat hij verdient, niet wat hij verwacht?
“Met betrekking tot de hoeveelheid geld- en kredietexpansie,” zo verklaart Dr. Kurt Richebacher, “is dit een succes geworden, maar ten aanzien van de effecten op het Bruto Binnenlands Product (BBP), het nationaal inkomen en de financiele markten is het een regelrechte ramp.” Men heeft heel wat hersenen nodig om van hemzelf een imbeciel te maken, zo merken wij vaak op. Vandaag de dag wordt Alan Greenspan nog steeds beschouwd als een genie. Als we gelijk hebben, dat door middel van het negeren van de essentiele regels van eerlijk geld, welke hij zelf uitlegde in 1966, zal dat hem op een dag behoorlijk opbreken.
Bill Bonner is Publicist en econoom.
Solidariteit is altijd vrijwillig, wanneer solidariteit verplicht wordt gesteld, dan is het geen solidariteit, maar dwang en onderdrukking.
Albert Spits
De “Daily Reckoning” is een gratis e-mail service van Agora Financial Publishing. Als U praktische adviezen wenst hoe Uw voordeel te doen op grond van de ideeën in deze e-mail, abonneer U dan op de Fleet Street Letter.