Dit is een vertaling uit een reeks van oudere ISIL publicaties die we op Libertarian.nl publiceren.

Om de huidige situatie in het Midden Oosten te begrijpen, moet men weten dat dit een strijd is tussen individuen over persoonlijke vrijheid en eigendom; dit in tegenstelling tot de gangbare mening, dat dit een conflict zou zijn tussen vijandige, religieuze groepen en landen. Niet belangrijk is welke regering of religie welk land of streek beheerst, maar hoe het er gesteld is met de individuele rechten, zoals vrijheid om over je eigen leven te beslissen, vrijheid van godsdienst, enz.

Hoe staat het met deze rechten in het Midden Oosten?

Enkele uitgangspunten:

1) Land kan slechts eigendom zijn van individuen en vrijwillige samenwerkingsverbanden, dus niet van staten en/of religieuze en etnische groeperingen. Het begrip “Joods gebied” of “Arabisch gebied” is nonsens.

2) Moreel gezien kan land maar op twee manieren verkregen worden: de eerste manier is het betrekken van onontgonnen grond of vrijwillig verlaten-land. Land dat is verkregen door diefstal of intimidatie van de eigenaars kan moreel gezien slechts worden opgeeist door de rechtmatige eigenaars. De tweede manier om land te verkrijgen is vrijwillige overdracht door verkoop of gift.

3) Overdracht van land kan moreel gezien slechts vrijwillig geschieden, dus door vrije ruil of bij testament aan nakomelingen

4) Landeigendom kan duidelijk niet worden overgedragen over een periode van 2000 jaar, tenzij er specifieke aanspraken van specifieke personen op specifieke stukken land kunnen worden aangetoond!

Dit brengt ons op een belangrijk strijdpunt in de huidige situatie van het Midden Oosten: de oude, bijbelse staat Israel. In die tijd ontstond landeigendom voornamelijk door vestiging op onontgonnen land en door verovering van volkeren, die in het “Beloofde Land” woonden. Met de val van Israel ca. 200 jaar geleden verdwenen vrijwel alle aanspraken op land door Joden. In die tijd werd het Heilige Land geregeerd door verschillende totalitaire machten; grote delen land werden “gegeven” aan de edelen van het rijk. In dat land woonden Semitische kooplieden, boeren en herders. De Joodse staat Israel bestond slechts in de gedachten van het verspreide Joodse volk.

Met de opkomst van het Zionisme kwamen Joodse immigranten naar het Ottomaanse Rijk, dat onder Brits beheer kwam na de eerste wereldoorlog. Ondanks Britse beloften aan de Zionisten bleef de grond in Palestina ofwel ongebruikt, dan wel eigendom van individuele Arabieren. (Het ging hier om meestal onontgonnen grond, niettegenstaande politieke spitsvondigheden). Tussen de twee wereldoorlogen kwamen steeds meer Zionisten naar Palestina.

Een onderzoek aan het einde van de 2e wereldoorlog toonde aan dat Palestina voor 49% in handen was van individuele Arabieren, 6% van individuele Joden, 6% van sultans en 38% was onontgonnen grond.

Die onontgonnen grond was meest woestijn met ca. 5% weidegrond, gebruikt door nomaden. De 6% grond die de Joden bezaten, was voor 90% gekocht van sultans en de overige 10% van Arabische eigenaars. Bij de aankoop van grond van sultans werden helaas vaak Arabische boeren, zonder betaling, verdreven. O.a. in 1922 werden meer dan 16.000 ha. grond door sultans aan Zionisten verkocht. Dit resulteerte in uitzetting van 688 boerenfamilies uit 18 dorpen. Deze boeren zouden volgens de onontgonnen grondtheorie moeten zijn erkend als eigenaren van hun huizen en boerderijen. In een ander geval werden 20 Arabische dorpen ontvolkt door Joodse kopers in het Gezrell vallei. Alleen voorstanders van een feodaal systeem zouden dergelijke acties kunnen verdedigen.

Aan het einde van de tweede wereldoorlog kwam een vloed van Joden naar Palestina en werd de kwestie van landeigendom een geschilpunt. Joden verkregen land op verschillende manieren: door aankoop van andere Joden, individuele Arabieren, sultans, uitzetting van Arabieren van gemeenschappelijke grond, vestiging op onontgonnen grond of onteigening van Arabieren. Uitzetting en/of onteigening van Arabieren waren van deze methoden volledig immoreel.

Weldra brak openlijk oorlog uit tussen Joden, Arabieren en Britten. Tijdens de gevechten, die leidden tot algemene oorlog en de uiteindelijke vestiging van de staat Israel, kregen de Joden zelfs nog meer Arabisch land in handen, enerzijds door het vertrek van Arabieren die het begrip Joodse staat van de hand wezen, anderzijds door geweld ofwel het verlaten van land uit angst voor Zionistische terreurgroepen zoals de Irgun.

Ook heden ten dage nog is de kwestie van landeigendom het belangrijkste geschilpunt in het voortdurende conflict in het Midden Oosten. Na 25 jaar leeft deze kwestie nog steeds in de gedachten van de Palestijnse Arabieren en ook bij enkele Joodse intellectuelen. In 1972 drong een aantal Joodse leiders er op aan, Arabische ingezetenen van de dorpen Ikrit an Berem naar hun huizen terug te laten keren. Jammer genoeg verwierp het Israelische parlement onder Premier Golda Meir dit dringende verzoek. Zij voerden aan dat het een “gevaarlijk precedent” zou scheppen, als men Arabieren toestemming ging geven om hun (gestolen) land terug te eisen. Een paar Joodse leiders waren zo moedig om de immoraliteit van zo’n politiek in het openbaar te bekritiseren. Rabbi R. Benjamin schreef: “Wij Israeli’s, hebben geen enkel recht hoe dan ook om ons te verzetten tegen de terugkeer van de Arabische vluchtelingen naar hun land… Wij hadden geen moreel recht om het huis van een Arabier te bezetten als wij het niet hebben betaald naar waarde. Hetzelfde geldt voor velden, tuinen, winkels en werkplaatsen. Wij hadden geen recht om een vestigingsplaats te bouwen en het ideaal van het Zionisme te verwezenlijken met andermans eigendom. Dit te doen is roof.”

Israel heeft jarenlang geweigerd om zelfs te praten over Arabische aanspraken op land. Volgens berichten heeft het het nu alleen in vage bewoordingen gesproken over “een afkoopsom ineens” en overeenstemming met de Palestijnse groepen via de Verenigde Naties, maar Israel blijft Arabische aanspraken op land volledig van de hand wijzen.

In dit verband moet het duidelijk zijn dat men geen roep om vrijheid voor Israel kan steunen, zoland dit land niet terugkomt op haar politiek van anti-individualisme en anti-vrijheid. Natuurlijk heeft ook deze medaille zijn keerzijde. De staten rondom Israel, met de mogelijke uitzondering van Libanon, hebben in hun geschiedenis nooit respect gehad voor individuele eigendomsrechten of persoonlijke vrijheid. Deze naties hebben sinds jaar en dag de rechten van hun eigen burgers geschonden en het is niet te verwachten dat een overwinning op Israel een grotere persoonlijke vrijheid of zekerheid van prive eigendom teweeg zou brengen.

Het zou hoogstwaarschijnlijk uitmonden in een zware schending van rechtmatig Joods landbezit, door in beslagneming van eigendommen die zijn verkregen door vrijwillige legale methoden of door vestiging op onontgonnen grond.

Tenslotte komen we op de zaak Palestina zelf: het is moeilijk een algemene uitspraak te doen over de Palestijnse acties. Er schijnt geen eenduidige beweging of positie te bestaan bij de (onderling verdeelde) groep. Zeker, het terroristische element, waarover het meest gepubliceerd is, vertoont zeer anti-libertarische tendenzen. Een minderheid van Palestijnen heeft openlijk als doel gesteld om prive-eigendommen terug te geven aan de rechtmatige eigenaars, zonder politieke beperkingen, met erkenning van hun rechten. Het is deze minderheid onder de Palestijnen en Joden, die de Libertariers zouden moeten steunen. Zoals met alle crises en twisten, moet de westerse wereld eerst vaststellen welke partij (als die al bestaat) voorstander is van vrijheid en recht.

Het opkomen voor vrijheid en recht komt vaak in botsing met heersende vooroordelen en kortzichtige regeringspolitiek. Maar op de lange duur is het de enige manier om een conflict te beeindigen.

1 REACTIE

  1. Het conflict in het middel-oosten mn. tussen joden en palestijnen blijft bestaan zolang het land niet gelijkverdeeld wordt.
    Het is van belang dat Jordanië ook een stuk land ter beschikking stelt en zodoende Jerusalem onverdeeld blijft in de nw totstandkoming.
    Uiteindelijk zal het geen van de partijen ten goede komen. Het romeinse stelsel is toch ook een uitvloeisel naar de 1e en 2e WO toe!

Comments are closed.