Een vrije markteconomie (kapitalisme) vereist een vreedzame samenwerking. Dit stelsel gaat kapot zodra mensen ophouden vrijwillig met elkaar te handelen en met elkaar gaan vechten.
Dit is een vertaling uit een reeks van oudere ISIL publicaties die we op Libertarian.nl publiceren.
Als er over oorlog en vrede wordt gepraat, hoort men nog steeds de oude kreet: “Kapitalisme = Imperialisme = Oorlog”.
De onwaarheid van deze bewering wordt echter in elk onderzoek naar de relatie tussen oorlog en de vrije markt aangetoond.
Vrede en kapitalisme
Een vrije markteconomie (kapitalisme) vereist een vreedzame samenwerking. Dit stelsel gaat kapot zodra mensen ophouden vrijwillig met elkaar te handelen en met elkaar gaan vechten. Wat kunnen een vrijhandelaar de grenzen van zijn “vaderland” schelen? Hij kan niets bereiken, zonder met een ander te ruilen, een voorwaarde per definitie voor ieder kapitalistisch stelsel.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd serieus een aanzet gedaan om te praten over vrede. De toenmalige Engelse liberalen, verzameld in de “Manchester School” hoopten op een duurzame vrede door middel van vrijhandel. Zij verwachtten hiervan welvaart voor alle landen, waar vrijheid heerst. Zij beseften, dat voor vrede meer nodig is dan alleen democratie. Overheden zouden moeten handelen naar het principe van laissez faire. Deze liberalen beseften als eersten, dat vrijhandel een van de voorwaarden is voor het behoud van vrede. Zonder handels- of bewegingsbeperkingen zou er geen behoefte bestaan om vreemd gebied te gaan veroveren. Ongelukkigerwijs kon de “Manchester School” het tij van collectivistisch denken niet keren: de idee dat handel beschouwd moet worden als “laag” en verovering als “eervol”. De daaruit voortvloeiende overheersing door totalitarisme heeft de wereldoorlogen van de twintigste eeuw veroorzaakt.
Interventionisme en oorlog
Terecht vragen wij ons af waarom staten de voorkeur geven aan agressie en nationalisme boven een internationale vrijhandel? In een laissez faire wereld verdwijnen de oorzaken van internationale conflicten, in tegenstelling tot een wereld voor overheidsingrijpen, die juist conflicten doet ontstaan. In een systeem waar belangengroepen tegen elkaar worden opgezet, waar mensen gezegd wordt zich op te offeren voor anderen, waar individuele rechten niet erkend worden, schieten vijandschap en conflict wortel en nemen toe. Interventionisme betekent economisch nationalisme een geeft elke burger rechtstreeks belang bij de omvang van de grenzen van zijn land.
In een wereld, verdeeld in vijandige naties, betekent verovering verlichting van eigen economische en maatschappij problemen, veroorzaakt door nationalisme. Interventionisme leidt de aandacht af van interne problemen en biedt een land de mogelijkheid om zijn eigen levenspeil te verhogen door rijkdommen van andere landen te stelen. Wanneer verhoging van het levenspeil in een land verhinderd wordt door strakke economische regels en groepsbescherming, dan wordt oorlog vaak de enige mogelijkheid om de levensstandaard te verbeteren.
Dus: hoe strakker een economie geregeld wordt, hoe meer de burgers belast worden. Hoe minder mensen verhoudingsgewijs beloond worden voor hun productiviteit tengevolge van politiek ingrijpen, des te groter wordt de kans op handelsoorlogen en gewelddadige internationale conflicten. Deze conflictsituatie kan slechts worden opgeheven door het verwerpen van collectivisme en nationalisme, door te kiezen voor vrijhandel. Kortom, wat de wereld nodig heeft is: minder verdragen en meer vrijhandel!
Consumentenheerschappij en oorlog
Wellicht verwerpen collectivisten een kapitalistische stelsel, omdat niet de overheid, maar de consument richting geeft aan het kapitalisme. Consumenten verlangen echter niet naar wapens en oorlog, maar naar luxe en een behoorlijk levenspeil. In hun eigen land trachten consumenten welvaart te bereiken door arbeidsspecialisatie en vrijhandel. Vergelijkbaar daarmee trachten landen hun welvaart te vergroten door een wereldwijde vrijhandel en internationale arbeidsspecialisatie. Dat laatste ontstaat doordat ieder gebied het voor hem het best geschikte product voorbrengt (denk aan Ricardo’s wet van comperatieve voordelen).
Oorlog ontwricht de vrijhandel en internationale verdeling van arbeid en werpt landen op zichzelf terug. Oorlog verhindert landen gebruik te maken van buitenlandse producten. Daarom is oolog nooit in het belang van de consument. In een samenleving waar eenieder zijn eigen belangen kan behartigen, zal oorlog vermeden en vrede worden nagestreefd.
Oorlogen hebben slechts nut voor de economische en politieke waandenkbeelden, die overheden koesteren.
Oorlog heeft de belangen van de samenleving altijd geschaad, maar hedentendage is het effect ervan rampzalig en totaal onverdraaglijk. De wereld wordt bedreigd met een totale vernietinging door de moderne wapens (noot: dit artikel werd geschreven tijdens de koude oorlog). Een vreedzame samenwerking tussen alle landen is dan ook een bittere noodzaak. Het is ontoelaatbaar, dat politici beslissen over oorlog en vrede!
Niet kapitalisme, maar collectivisme en nationalisme veroorzaken oorlog. Samengevat: interventionisme heeft economisch nationalisme tot gevolg, hetgeen leidt tot geweld. Wedijver beweert men echter, leidt tot geweld. Deze bewering vooronderstelt dat het streven naar rijkdom van de een onvermijdelijk de armoede van de ander tot gevolg heeft. Hierbij neemt men aan, dat de hoeveelheid rijkdom in de wereld statisch is en dat kapitalisten plunderaars zijn. Echter, de rijkdom in de wereld is niet statisch, maar een dynamische functie van menselijke productiviteit, een product van menselijk denken en inspanning, toegepast op de ruwe grondstoffen van de natuur, het gevolg dus van het omvormen van waardevolle ruwe grondstoffen tot waardevolle zaken voor de mensheid. Dit proces vermindert niemands bezit, heeft niets met diefstal te maken, doch vergroot de hoeveelheid goederen, die de mensheid ter beschikking komen.
Zoals de vrije markt econoom David Friedman opmerkte: “het socialisme probeerde de maatschappelijke taart te verdelen, waarbij iedereen steeds kleinere stukjes kreeg. Het kapitalisme bakt nieuwe taarten voor iedereen”. Niet een samenleving, gegrond op vrije handel, maar een samenleving, gegrond op herverdeling van rijkdom is gericht op plunderen! M.a.w.: het socialisme en communisme zijn gericht en gegrond op plunder. In deze maatschappijvormen beschouwen de leiders mensen als bezit om te belasten en te gebruiken tot het veronderstelde nut van de samenleving als geheel. Een samenleving, die mensen als objecten beschouwt, verwerpt mensenrechten in eigen- en andere landen. Zo’n collectivistische/socialistische samenleving werkt met het principe van plunderen, nationaal en internationaal.
Kapitalistische landen hebben niets te winnen met een oorlog. Ook de Verenigde Staten, met haar gemengde economie wint niets door de agressie van andere landen te steunen of zelf in oorlog te geraken. Subsidiering van buitenlandse wapenverkoop en het uitgeven van ‘s land rijkdom aan buitenlands avonturisme, betekent beroving van de Amerikaanse belastingbetaler, terwijl het bijdraagt aan de vernietiging van de wereld.
Slechts een totale hervorming van de economie tot vrije handel en kapitalisme kan bewerkstelligen dat bedrijven, die nu drijven op overheidssubsidies, voorbeelden worden van vrije marktkapitalisme.
De vrije samenleving en oorlog
Elke samenleving, gebaseerd op respect voor individuele rechten en vrije markt economie, is in principe gekant tegen oorlog. Ten eerste heeft zo’n samenleving een natuurlijke afkeer tegen het overtreden van mensenrechten. Ten tweede hebben deelnemers aan een vrije markt geen drang tot plunderen, omdat zij hun materiele doelen veel beter kunnen bereiken door samenwerking en handel. Oorlog en elke andere bedreiging van dit proces zijn van geen belang voor mensen in een vrije samenleving. Ten derde zouden de kosten van oorlog in een vrije samenleving door particulieren opgebracht moeten worden. Enig gewin hierbij voor de burger is nauwelijks denkbaar.
In overheidslievende landen, waar men rijkdommen wil herverdelen, kan men daarentegen hopen, profijt te trekken uit een agressieve oorlog. Kapitalistisch buitenlands beleid is eenvoudig vrijhandel: beeindiging van barrieres voor de handel, tarieven en bijzondere voorrechten van de overheid.
Overheid en oorlog
Het stelsel dat van oorlog profiteert, is het stelsel dat onbeperkt macht wil voor de staat, met instelling van heersende elites en ontkenning van individuele vrijheid. Dit stelsel heet collectivisme! Het is gewoon niet waar, dat voorstanders van vrije markteconomie de neiging hebben om oorlog aan te moedigen. Historisch gezien: terwijl in de 19e eeuw internationaal de agressie toenam, liepen kapitalisme en liberalisme terug, maar juist door collectivistische ideologieen, die beweren: “Het goede kan alleen bereikt worden door politieke macht, de vrijheid van het individu moet ondergeschikt gemaakt worden aan de doelen van de maatschappij en de doelen rechtvaardigen de middelen”.
De hemel behoede de wereld voor dergelijke barbaarse nonsens!!
Ik citeer;
“Niet kapitalisme, maar collectivisme en nationalisme veroorzaken oorlog.”
Men dient te begrijpen dat het nationalisme gezien moet worden als een expansionele politiek welke als doel heeft het vergroten van de economische macht, ofwel het vergaren van een kernpositie binnen het economisch wereld systeem. Het nationalisme hangt dus in die mate samen met het kapitalisme dat beide begrippen nooit gescheidden kunnen worden als het gaat om het leggen van causale verbanden met WO2.
Historisch gezien deze uitspraak onzin.
mvg, Jochem Verheul.
Is het nationalisme de belangrijkste veroorzaker van oorlog??? en is dat nu nog steeds zoo???
mvgr. lysanne kok
Is het nationalisme de belangrijkste veroorzaker van oorlog??? en is dat nu nog steeds zoo???
mvgr. lysanne kok
Beide begrippen kunnen niet van elkaar worden gescheiden. Een nationalistische politiek wordt historisch gezien vaak bedreven in een land wat;
– een economische kernpositie bekleed binnen de wereldeconomie
– een economische kernpositie wilt bekleeden binnen de wereldeconomie
Wanneer een dergelijke positie wordt begeerd door de elite van de natie maar wanneer de productiecapaciteiten van de natie, op dat moment niet voldoende zijn om die begeerde positie te bekleden zijn er een aantal scenario’s denkbaar;
– Men ziet het uitbreiden van de natie om op een dergelijke manier het productieniveau te verhogen. (koloniale politiek)
-Men zoekt binnen de grenzen naar een manier om het productieniveau te verhogen door het volk met harde hand harder te laten werken(zie het communisme)
-Men zoekt binnen de grenzen naar een manier om het productieniveau te verhogen door aanspraak te maken op (valse?) gevoelens van binding met de natie om via deze weg het volk harder te laten werken.(VS vandaag)
-Men zoekt binnen de grenzen naar een manier om het productieniveau te verhogen door innovatieve producten op de markt te brengen; een “war on knowledge. (De wereld vandaag)
Het kapitalisme dient dus niet te worden gezien als een veroorzaker van oorlogen in de zin van dat als dit systeem afwezig zou zijn dat we in een happy world zouden leven. Het kapitalisme in combinatie met de menselijke natuur is al een stuk gevaarlijker.
Een van de veroorzakers van oorlog is wel het feit dat we in een wereld leven waar gestreden moet worden voor binnelandse welvaart en vrede. Er is nou eenmaal geen verdelingsmechanisme dat alle beschikbare welvaart automatisch verdeeld over alle mensen op de wereld, iets wat vanuit het oogpunt op tal van wetenschappelijke ontwikkelingen ook niet goed zou zijn; deze strijd voor binnenlandse welvaart is namenlijk een aanjager voor allerlei wetenschappelijke ontwikkelingen.
Immanuel Wallerstein is iemand die hier zeer veel interessante boeken over heeft geschreven, van hem is ook de theorie van de kerngebieden en de perefirie ontleend.
Wat interessante links;
Wallerstien in het kort;
http://www.fordham.edu/halsall/mod/wallerstein.html
over de NAVO;
http://www.ethesis.net/navo/navo.htm
leuke boeken..
http://www.faculty.rsu.edu/~felwell/Theorists/Wallerstein/WallersteinBooks.htm
Het hangt er natuurlijk net vanaf hoe je kapitalisme definieert. Persoonlijk denk ik dat kapitalisme simpelweg moet worden opgevat als vrijwillige ruilhandel tussen twee partijen, die hierdoor beiden beter af zijn. Eventuele problematiek kan ontstaan als gevolg van externe effecten van deze ruilhandel. Niet het kapitalisme zelf is dus schadelijk, maar de externe effecten daarvan – kunnen – schadelijk zijn (of als zodanig worden ervaren).
Ik vind dat dat wel eens benadrukt mag worden.
Een eigen defintie van een economisch systeem is natuurlijk altijd leuk. Ik ben echter van mening dat de door u gegeven defintie tekort schiet.
Het houdt geen rekening met;
Concurrentie, geld, toevoegen van waarde, het historisch proces, ed.
Wanneer u het heeft over; De eventuele problematiek als gevolg van externe effecten van deze ruilhandel. Neem ik aan dat u niet doelt op WO2. Dit afdoen als een extern effect van een systeem getuigt van onderschatting van het historisch proces waarin de voorwaarden zijn geschapen om WO2 te laten gebeuren.
Het lijkt me evident dat de heer Verheul zowel begrippen als Kapitalisme, collectivisme en corporatisme door elkaar haalt, als het feit dat hij totaal geen benul heeft waardoor de 2de Wereldoorlog is ontstaan en welk ‘systeem’ destijds dominant was.
“‘Fascism’ should be more appropriately called ‘corporatism’
because it is a merger of state and corporate power.”
– Benito Mussolini
“Het is zeker waar dat ons tijdperk vol met conflicten is die oorlog veroorzaken. Echter, deze conflicten onstaan niet door de werking van de onbelemmerde marktmaatschappij. Het is mogelijk om ze economische conflicten te noemen, omdat zij dat deel van het menselijke leven betreffen, dat in het algemene taalgebruik bekend staat als het geheel aan economische activiteiten. Maar het is een serieuze blunder om uit deze term af te leiden dat de oorzaken van deze conflicten de toestanden zijn die onstaan in het kader van een marktmaatschappij. Het is niet het kapitalisme dat ze veroorzaakt, maar juist de antikapitalistische beleidsmaatregelen die bedoeld zijn om het functioneren van het kapitalisme aan banden te leggen.
Ze zijn het resultaat van de inmenging van de verschillende overheden met het bedrijfsleven, of handels- en migratiebarrières en discriminatie tegen buitenlandse arbeid, buitenlandse producten, en buitenlands kapitaal.”
Ludwig von Mises
(1st Ed. Human Action, p. 680; 3rd Ed. Human Action, p. 684)
Een stukje uit de vrijspreker (www.vrijspreker.nl):
Deze week herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog 60 jaar geleden.
Veel is er over geschreven en gedocumenteerd en een groot aantal mensen hebben zich ooit de vraag gesteld hoe dit zo ver had kunnen komen.
Het Duitsland van de jaren 20 en 30 werd gezien als een hoogbeschaafd land met een enorme technologische vooruitgang. Diverse oorzaken werden door geschiedkundigen aangegeven, zoals het opkomend nationalisme, de economische crisis, het karakter van de Duitsers en nog een aantal andere redenen.
Er is eigenlijk maar één man geweest die de oorlog en het nazisme in het juiste perspectief zag en dat was Friedrich von Hayek.
In 1944 schreef hij een boek genaamd ,,De weg naar slavernij” (The road to serfdom). In dit boek beschreef hij uitvoerig over de voorgeschiedenis van het nazisme, oftewel het nationaal-socialisme. Het begon in werkelijkheid al in de tweede helft van de 19e eeuw, toen Otto von Bismarck, bijgenaamd de IJzeren Kanselier, de Ouderdomswet invoerde. Dit was een wet die stipuleerde dat iedereen na zijn 65e levensjaar recht had op een staatspensioen. Uiteraard werd dit opgebracht door de andere belastingbetalers.
Dit werd het officiële afscheid van het Duitse liberalisme en bracht de staatsdoctrine van het socialisme in Duitsland. Dit systeem vond navolging in andere landen in Europa en Amerika. Maar Duitsland bleef toch telkens 20 jaar ‘vooruit’ te zijn in haar ‘progressieve’ en ‘sociale’ wetgeving. Hoe meer de staat inbreuk maakte op het leven van de burger, hoe meer de burgers hun natuurlijke vrijheden verloren. Dit mondde uit in de Eerste Wereldoorlog met de invoering van de nationale dienstplicht, waarop honderdduizenden Duitsers het leven lieten.
Na deze oorlog verdween het keizerlijk regime en daarvoor in de plaats kwam de Weimar Republiek. Om aan de reparatiebetalingen aan Engeland en Frankrijk te voldoen drukte de Reichsbank miljarden marken, welke tot hyperinflatie leidde begin jaren 20. In 1923 stortte de economie in elkaar en werd de middenstand compleet weggevaagd. Niettemin groeide de Weimar Republiek uit tot een socialistische staat, waar later een mislukte kunstschilder enorm van zou profiteren. Hayek vertelde daarom dat Hitler nauwelijks iets hoefde te veranderen aan zijn nationaal-socialistische staat, omdat de wetgeving al door de Weimar-regering was geïmplementeerd.
In 1933 werd Adolf Hitler democratisch gekozen, maar had een minderheid in het parlement. Dankzij een coalitieregering met de Sociaal-Democraten onder leiding van Franz von Papen, werd Hitler kanselier en Von Papen vice-kanselier. Trouwens, in 1947 werd de sociaal-democraat Von Papen veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf vanwege zijn aandeel in het beramen van de Tweede Wereldoorlog.
Zoals Friedrich von Hayek al beschreef was de oorzaak van deze gruwelijke oorlog niet het nationalisme, de Duitse aard of de economische crisis, maar zat deze veel dieper en zijn de grondslagen daarvoor al in de 19e eeuw gelegd, namelijk het socialisme.
We hebben dit tevens kunnen zien aan andere landen met genocidale regimes, zoals Italië, Rusland, China en Cambodja. In de 20e eeuw is de doctrine van het socialisme dus verantwoordelijk geweest voor de moord op meer dan 160 miljoen mensen.
Als we dit niet meer willen laten gebeuren laten we dan zorgen dat het socialisme in wat voor een vorm dan ook nooit meer een kans zal krijgen om invloed op de overheid uit te oefenen, want het socialisme is en blijft een totalitaire ideologie en is de bron geweest van alle dictatoriale seculiere regimes in de 20e eeuw.
Ik heb ook nooit verklaard dat het kapitalisme een OORZAAK is van WO2. Ik heb gepoogd duidelijk te maken dat Duitsland een expansionele politiek voerde om de kernpositie in het economisch wereldsysteem te verwerven.
De 2 wereldoorlogen van 20e eeuw zijn in oorzaak wel degelijk te herleiden tot kapitalistische kenmerken/motieven.Het Duitse en Japanse rijk waren te laat om de economisch opleving i.v.m. het imperium-streven van de koloniale machten der 19e eeuw te beconcurreren.Het draaide dus om gekwetste eer van een aantal koningen en keizers die ook geconfronteerd werden met een sociale strijd in de geledingen van hun volken.De financering van de 1e oorlog beruste op het uitgeven van oorlogaandelen en niet op belastinggeld.(Haast onbegrijpelijk in onze tijd).
Daaraan waren grote risico’s verbonden voor de verliezende partij en wel de kleine middenstand die toen een grotere rol speelde.De superinflatie van 1923 in Duitsland vond zijn oorzaak dan ook in het bankroet van die stand,waarop Hitler dus zijn peilen schoot.Wanhoop en zelfs honger heeft dan ook na de wereldcrisis van 1929 hun stemgedrag bepaald en kon tenslotte Hitler democratisch aan de macht helpen.De “moter”van Hitlers denken was echter niet zo zeer zijn laat-kolonialisme maar de nietsontziende haat jegens de joden,waarvan de machtigen echter ongrijpbaar bleken.Hij staarde zich kennelijk blind op de 19e eeuwse Rothschilds,die oorlogen van alle partijen teglijk financierde . Als oorlogsveteraan was hij begeesterd door wraak om de vele frontsoldaten die door de “dolkstoot” van vooral Joden,naamloos en zinloos geofferd waren.Conclusie: Kapitalistische aandelen speelden steeds een hoofdrol.
Comments are closed.