Ook in “tolerant” Nederland hebben de meeste mensen weinig waardering voor drugsdealers, blackmailers, verkopers van tickets op de zwarte markt, snorders, geldvervalsers, pandjesbazen, speculanten, werkgevers van kinderarbeid etc.
Over de hele wereld worden prostituees met minachting bejegend. In Nederland valt het gelukkig redelijk mee. Maar ook in “tolerant” Nederland hebben de meeste mensen weinig waardering voor drugsdealers, blackmailers, verkopers van tickets op de zwarte markt, snorders, geldvervalsers, pandjesbazen, speculanten, werkgevers van kinderarbeid etc. In een buitengewoon politiek incorrect, leesbaar en interessant boek verdedigt Walter Block deze mensen en betoogt zelfs dat ze een belangrijke bijdrage leveren aan de samenleving. Sterker nog: hij beweert dat ze helden zijn. De kern van zijn standpunt is dat deze mensen geen geweld initiëren en dat de transacties met hen op vrijwillige basis geschieden. Block stelt echter niet dat hun daden moreel, goed of juist zijn. Wel meent hij dat hun daden niet door de overheid bestraft mogen worden.
N.B. Walter Block zou graag willen dat zijn boek naar het Nederlands wordt vertaald. Iemand die hierbij behulpzaam zou willen zijn wordt verzocht contact op te nemen met de redactie van Meervrijheid.
Hieronder de introductie van Walter’s libertarische klassieker “Defending the undefendable”.
Introductie
De mensen die in dit boek naar voren worden gebracht worden algemeen gezien als misdadig en hun daden worden als schadelijk betiteld. Soms wordt de samenleving vervloekt omdat ze zulke weerzinwekkende karakters voortbrengt. De kern van dit boek concentreert zich echter op de volgende veronderstellingen:
1.) Zij zijn niet schuldig aan gewelddadige handelingen
2.) Vrijwel altijd zijn ze ten gunste van de samenleving
3.) Als we hun activiteiten verbieden is dat in ons eigen nadeel
De drijvende kracht achter dit boek is libertarisme. Het basis uitgangspunt van deze filosofie is dat het illegaal is om agressie te tonen jegens niet-agressors. Met agressie wordt niet bedoeld: assertiviteit, wedijver, avonturisme, ruzie maken, of vijandschap. Wat bedoeld wordt met agressie is het gebruik van geweld zoals dat plaatsvindt bij moord, verkrachting, beroving of ontvoering. Libertarisme betekent geen pacifisme; het verbiedt niet het gebruik van geweld ter verdediging tegen geweld of zelfs ter vergelding. De libertarische filosofie veroordeelt alleen het initiëren van geweld – het gebruik van geweld tegen een niet-geweldadig persoon of zijn eigendom.
Er is niets eigenaardigs of controversieels aan zo’n standpunt. De meeste mensen steunen het volledig. Sterker nog, dit standpunt staat aan de basis van onze westerse beschaving, en van de natuurlijke wet.
Het unieke van libertarisme ligt niet in dit basisprincipe maar in de rigoureuze consistente, zelfs maniakale manier waarmee dit principe wordt toegepast. De meeste mensen zien bijvoorbeeld geen contradictie tussen dit principe en ons belastingsysteem. Libertariërs zien dat wel.
Belastingheffing is tegengesteld aan dit basisprincipe omdat het gepaard gaat met agressie tegen niet-geweldadige burgers die weigeren te betalen. Het maakt daarbij geen enkel verschil dat de overheid producten en diensten biedt als wederdienst voor dat belastinggeld. Wat belangrijk is, is dat deze zogenaamde “ruil” (belastinggeld voor overheidsdiensten) gedwongen is. Het individu is niet vrij om het aanbod af te slaan. Dat de meerderheid van de burgers deze gedwongen belastingheffing steunt maakt bovendien geen enkel verschil. De initiëring van geweld, zelfs wanneer deze door de meerderheid wordt gesteund, is niet legitiem. Het libertarisme veroordeelt het op dit gebied zoals het dat op elk gebied doet.
Een ander verschil tussen de overtuigingen van libertariërs en die van andere leden van de samenleving is het omgekeerde van het standpunt dat initieel geweld kwaadaardig is. Aangaande politieke theorie beweren libertariërs dat iets waarbij geen sprake is van de initiëring van geweld niet slecht is en dat, wat politieke theorie betreft, iets dat waarbij geen sprake is van de initiëring van geweld niet iets strafbaar kwaadaardigs is en niet verboden zou moeten worden. Dit is meteen de basis voor het eerste deel van mijn argumentatie. In deze betekenis zijn de zogenaamde “boeven” helemaal geen boeven, omdat ze geen geweld initiëren tegen niet-agressors
Wanneer men zich realiseert dat niemand op deze schijnbare boevenlijst schuldig is aan enige gewelddadige misdrijven is het niet moeilijk mijn tweede punt te waarderen: vrijwel allen die we hier bespreken zijn de maatschappij ten gunste. De mensen waar we het over hebben zijn geen agressors. Ze dwingen anderen niet. Als andere leden van de maatschappij met hen te maken hebben dan geschiedt dat vrijwillig. Mensen doen aan vrijwillige transacties omdat ze denken dat ze daar voordeel aan kunnen ontlenen. Aangezien mensen vrijwillig handel drijven met onze “boeven” zullen ze daar iets aan overhouden wat ze wensen. De “boeven” bieden blijkbaar voordeel.
Het derde uitgangspunt volgt uit de tweede. Gegeven dat vrijwillige handel (de enige wijze van interactie die open staat voor diegenen die, zoals onze zondebokken, geweld schuwen) altijd ten gunste is van beide partijen, volgt daaruit dat een verbod op vrijwillige handel alle partijen moet schaden. In feite is mijn standpunt nog sterker. Ik wil betogen dat een verbod op de handelingen van de mensen die we hier bespreken niet alleen de betreffende partijen schaadt maar dat het ook derden kan schaden. Een duidelijk voorbeeld is een verbod op de activiteiten van heroïneverkopers. Afgezien van de schade die koper en verkoper lijden is dit verbod op de verkoop van heroïne verantwoordelijk voor een groot deel van criminaliteit in onze maatschappij. Tevens is het verantwoordelijk voor corruptie bij de politie en de algehele achteruitgang van wet en orde in veel gebieden.
Het centrale punt dat ik duidelijk wil maken in deze introductie – de kern van mijn standpunt – is dat er een cruciaal verschil bestaat tussen de initiëring van agressie en alle andere handelingen die, hoewel we ze misschien niet goedkeuren, geen agressie inhouden. Het is alleen de daad van agressief geweld die mensenrechten schaadt. Het weerhouden van agressief geweld moet gezien worden als een fundamentele wet van de maatschappij. Hoewel de mensen in dit boek veracht worden door de media en door vrijwel iedereen veroordeeld worden, overtreden ze niemands rechten en zouden dus ook niet onderworpen moeten worden aan gerechtelijke sancties.
Het is mijn overtuiging dan het zondebokken zijn – ze zijn zichtbaar, ze kunnen aangevallen worden, maar ze moeten wel verdedigd worden wanneer men wil dat het recht zegeviert.
Dit boek verdedigt de vrije markt. Het behandelt met name die mensen uit het vrije marktsysteem die heeft meest veracht worden door hun critici. Dat doet het omdat als het voor deze extreme gevallen kan aantonen dat het prijssysteem wederzijds voordeel biedt het een nog sterker argument biedt voor de vrije markt in het algemeen.
Het is echter belangrijk om een mogelijke verkeerde interpretatie te weerspreken. Dit boek beweert niet dat de vrije markt een moreel economisch instituut is. Het is waar dat de winst- en verlies systeem van het bedrijfsleven de mensheid een hele reeks goederen en diensten heeft gebracht die ongekend waren in de hele geschiedenis van de wereld. Deze voordelen wekken de jaloezie van alle mensen die niet zo gelukkig zijn onder dit systeem te leven. Uitgaande van de smaken, voorkeuren, en wensen van de uiteindelijke consument is de vrije markt het best bekende middel om die behoeften te bevredigen.
Maar de markt produceert ook goederen als gokken, prostitutie, pornografie, verdovende middelen (heroïne, cocaïne etc), alcohol, sigaretten, parenclubs, hulp bij zelfdoding, – waarvan de morele status op zijn minst zeer twijfelachtig is en in sommige gevallen zeer immoreel. Het vrije marktsysteem kan dus niet als een moreel systeem worden beschouwd. Echter, als een systeem van consumentenbevrediging kan het alleen zo moreel zijn als de doelen van de deelnemers aan de vrije markt zelf. Aangezien deze enorm variëren, van de volledig ontaarde en immorele tot de volledig legale, moet de markt beschouwd worden als amoreel – niet moreel en immoreel.
Anders gesteld, de markt is als vuur, of als een pistool, of een mes of typemachine: een geweldig doelmatige middel voor zowel goed als slecht. Via de vrije markt zijn we in staat tot deugdzame acties maar ook tot hun tegengestelden.
Hoe kunnen we dan de immorele activiteiten verdedigen van sommige deelnemers op de vrije markt? Dit volgt uit de libertarische filosofie die zich beperkt tot de analyse van een enkel probleem. Het vraagt zich af onder welke omstandigheden geweld gerechtvaardigd is. Het antwoord daarop is dat geweld alleen gerechtvaardigd is ter verdediging, of als respons op eerdere agressie. Dit betekent onder andere dat de overheid niet gerechtigd is om mensen te beboeten, te straffen, gevangen te nemen, de doodstraf op te leggen – zolang zij zich weerhouden van de dreiging van of het initiëren van fysiek geweld jegens personen of de eigendommen van anderen. Libertarisme is dus geen levensfilosofie. Het geeft geen richtlijnen over hoe mensen het beste kunnen leven. Het stelt geen grenzen tussen goed en kwaad, tussen moreel en immoreel, tussen gepast en ongepast.
De verdediging van mensen als de prostituée, de pornograaf, etc is dus zeer beperkt. Het bestaat louter uit het argument dat zij geen fysiek geweld initiëren tegen non-agressors. Volgens libertarische principes dient dan ook geen geweld tegen hen gebruikt te worden. Dit betekent alleen dat deze activiteiten niet gestraft moeten worden met gevangenisstraffen of andere vormen van geweld. Het betekent beslist niet dat deze activiteiten moreel, juist of goed zijn.
(Vertaling FK)
Dit artikel verscheen eerder op: |