Er bestaat veel ophef in Nederland over de toelating van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie.
Er bestaat veel ophef in Nederland over de toelating van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie. Vooral Polen wekt veel emoties. Als het aan de mainstream media ligt, verkeert de Poolse landbouw in een desastreuze toestand, en de burgers van het huidige Euroland zullen voor de saneringskosten opdraaien. In de Nederlandse media worden astronomische bedragen genoemd die Polen “zomaar” van de EU hiervoor zal krijgen. De vraag die hierbij rijst is: krijgt Polen dit allemaal wel gratis?
Het beeld dat gecreëerd wordt, toont een Europese samenleving die graag de armere en zwakkere landen wil helpen. Het enige wat de kandiderende landen hoeven te doen, is aan “enkele eisen” van de Europese Unie te voldoen. Die “eisen” bestaan uit bepaalde richtlijnen die, net als in de Sovjet Unie, uitgevaardigd worden door verschillende commissarissen. Niet alleen de bestuursorganen van de EU lijken op de machtsstructuur van de SU, maar ook de geproduceerde wetten in Brussel doen veel denken aan de uit Moskou afkomstige wetgeving. Voorbeelden hiervan zijn allerlei “normen” waar verschillende producten aan moeten voldoen, productiequota, of meerjarenplannen.
Het toetredingsproces van Polen tot de Europese Unie begon al enkele jaren geleden, met de eis van de Europese Commissie dat Polen haar invoerrechten op sommige Europese producten opheft, in ruil voor de toetreding tot de EU. Op gelijkwaardige Poolse goederen bleef de Europese Unie wel haar invoerrechten handhaven. Hierdoor begon de negatieve import-exportsaldo van Polen te groeien. Dit was echter het begin, het land werd verder gedwongen om invoerrechten te verhogen op sommige producten vanuit Oost-Europese landen.
Aan allerlei takken van de Poolse economie werden verschillende regels en belemmeringen opgelegd. Poolse landbouwproducten voldeden ineens niet meer aan de Europese normen. Veel grote staatsbedrijven die van strategisch belang zijn voor Polen, werden onder het motto van privatisering aan verschillende Westerse, voornamelijk Duitse, multinationals verkocht. Het gekke was dat er vaak geen openbare veiling was, maar dat men ineens een “zeer geschikt” bedrijf in West-Europa gevonden had, die de Poolse onderneming tegen een lage prijs opkocht.
De Poolse regering werd gedwongen om veel belastingen te verhogen. De benzineaccijns stijgt jaarlijks met enkele tientallen procent. Maar voor de Europese Commissie is dat niet voldoende, de benzine in Polen moet net zo duur worden als in Duitsland. De accijns op batterijen werd verhoogd en er kwam belasting op speelgoed en tijdschriften. Verschillende vrije beroepen worden momenteel verplicht om zich, net als in tijden van de voortreffelijke socialist Adolf Hitler, in kamers te verenigen. Wanneer iemand bijvoorbeeld geen lid is van de kamer van architecten, dan mag die persoon zijn beroep niet uitoefenen.
Een andere eis van de Europese Commissie betrof een vervanging van autokentekens. In de nieuwe kentekens zit weinig logica, ze zijn kleiner en hebben de regering honderden miljoenen euro’s gekost. Het voordeel is dat ze nu wel aan de Europese normen voldoen.
Recent heeft in Polen een volkstelling plaatsgevonden. Veel vragen betroffen de financiële toestand van de burgers, zodat men beter de financiën van Polen in kaart kon brengen voor de toetreding tot de EU. Op deze manier zullen in de toekomst belastingverhogingen beter gepland kunnen worden.
Door al deze Europese regelgeving kwam de Poolse economie in problemen. Wat eerst als een dalende economische groei begon, veranderde in 2001 in een gigantisch begrotingstekort. Het nieuwe postcommunistische kabinet van Polen probeert de overheidsfinanciën te redden door enerzijds te bezuinigen, en anderzijds overal waar het mogelijk is de belastingen te verhogen. Het effect van deze geniale maatregelen was dat de werkloosheid in Polen tot rond de 18% is gestegen en de economische groei is gedaald naar onder de 2%.
Dit neemt niet weg dat de regering nog steeds de nadruk legt op de toetreding van Polen tot de Europese Unie als een oplossing voor alle problemen.
Men kan zich afvragen of Polen de oorzaak van de bestaande situatie niet ziet. Echter, deze vraag doet er niet toe. De Poolse onderhandelaars in Brussel en de leden van de regerende partijen hebben enkel en alleen hun eigenbelang op het oog. Op het moment dat Polen lid wordt van de EU, zullen al deze mensen allerlei posten gaan bekleden; in Brussel, of in Warschau namens Brussel.
Deze toekomstige lidstaat heeft aan alle eisen van de Europese Unie toegegeven. Jaarlijks zal Polen ongeveer 6,5 miljard uit de Brusselse schatkist ontvangen, en tegelijkertijd tussen de 6,5 en 7 miljard aan contributie betalen. Verder zal Polen nog eens extra 1,6 miljard aan invoerrechten kwijtraken. Polen wordt dus een nettobetaler. In 2004 zal de integratie de Poolse belastingbetaler rond de 14 miljard kosten. In 2005 wordt dit al 20 miljard. Het grote geld van de huidige lidstaten dat voor het lidmaatschap van Polen uitgegeven wordt, wordt dus niet in Polen besteedt, maar in… Brussel.
Het enige wat nog moet gebeuren om de Poolse en de Europese bureaucraten helemaal gelukkig te maken, is dat Polen tijdens het referendum in juni ‘ja’ zegt. Er zijn al tal van voorzorgmaatregelen getroffen om de 38 miljoen inwoners van Polen op de ‘correcte’ manier over de Europese integratie te informeren. Dankzij de wettelijke belemmeringen om de diversiteit van de media te vergroten is het gros van de televisie- en radiozenders in handen van de eurofielen.
De enige uitzondering is de katholieke radiozender ‘Radio Maryja’ die nog niet uit de lucht gehaald is. Recent heeft in Polen een grote campagne plaatsgevonden om de zender in diskrediet te brengen, wat mislukt is. Het dagblad ‘Zycie’ (Leven), dat als enige regelmatig ook tegenstanders van de Poolse Anschluss tot de EU aan het woord liet, verschijnt niet meer vanwege ‘financiële problemen’. En de redactie van het weekblad ‘Najwyzszy Czas!’ (Hoogste Tijd!), een bolwerk van Poolse libertariërs, is in brand gestoken.
In bijna alle overige media wordt een grootschalige pro-Europese campagne gevoerd, betaald voornamelijk door de Poolse overheid, met wat financiële steun van de EU. Dit betekent dat de belastingbetalers de Europese campagnes financieren, of ze die nu steunen of niet.
Politieke druk, economische kaders die vervolgens in pure dwang veranderen, en het uitschakelen van tegenstanders met een ijzeren vuist; dit alles doet denken aan tijden toen totalitaire regimes huishielden in Europa. Het enige verschil is dat het dit keer met fluwelen handschoenen en een grote glimlach gebeurt. Dit terwijl de gemiddelde burger overtuigd is dat hij in volle vrijheid kan handelen. De geschiedenis herhaalt zich.