De Bush regering handelde ongetwijfeld met de best mogelijke bedoelingen toen het probeerde de gangbare term “suicide bomber” (‘zelfmoordterrorist’) in “homicide bomber (‘moordterrorist’) te veranderen. Het is immers denkbaar dat mensen, zowel binnen als buiten de regering, wel twee keer na zouden denken voor ze een massamoordenaar, een martelaar zouden noemen. Willen we echter werkelijk begrijpen waarmee we geconfronteerd worden, dan zullen we een poging moeten doen de eigentijdse Islamitische verschrikkingcultus serieus te nemen, en in het hart van deze cultus ligt het symbool van de martelaar.

De cultus van de martelaar is één van twee historisch bekende verschijnselen die de capaciteit van gevestigde sociale structuren tarten hen overeenkomstig de normale omgangsregels te behandelen. Het andere ‘verschijnsel’ is de strijdercultus. Beide cultussen hebben gemeen dat het hen in staat stelt zelfs de meest intensieve inspanningen van een gecoördineerd bourgeois bestaan te verslaan, door de systematische uitroeiing van de vrees voor een gewelddadige dood.

Het is echter belangrijk op te merken dat we hier niet over individuen, maar over een volledige cultuur spreken. Dit betekent dat deze afwezigheid van angst voor een gewelddadige dood niet iets is wat spontaan bij een of enkele individuen opkomt, maar dat het eerder een culturele norm is die door een volledige gemeenschap wordt onderschreven. Het is een doel waar allen in de specifieke gemeenschap op zijn getraind met bewondering naar te kijken en dat als het ideale model voor gedrag en als bron voor wedijver van jongeren in stand wordt gehouden.

In het moderne Westen zijn we verafschuwd bij zelfs maar de gedachte om via systematische discipline een ethiek van zelfvernietiging op onze jongeren over te brengen. We willen onze kinderen iets meegeven om voor te leven, niet iets om voor te sterven. De gedachte om een gevoel van minachting voor het eigen leven aan te moedigen bij beïnvloedbare kinderen en volwassenen wordt in het ergste geval als misdadig beschouwd en in het beste geval als immoreel.

“Kom terug met je schild, of er bovenop”

Maar dit was niet altijd het geval. Spartaanse moeders, optredend als hoge priesteressen van hun inheemse strijdercultus, moedigden hun zonen voor ze naar het slagveld vertrokken aan met de woorden; “Kom terug met je schild, of er bovenop” en ze bedoelden precies wat ze zeiden. Van de eerste eeuwen van het Christendom weten wij dat het martelaarsschap, verre van een gevreesd lot, hartstochtelijk werd nagestreefd en waar gevonden, met overtuiging werd omhelsd. In beide culturen werd op de angst voor een gewelddadige dood neergekeken als een beschamende impuls die overwonnen diende te worden, in plaats van te worden geaccepteerd als een natuurlijk onderdeel van de mens. Zij die zich voldoende beheerst hadden om dit doel te bereiken werden verheerlijkt door de gemeenschap waarvan zij deel hadden uitgemaakt.

Hoe irrationeel we dergelijk gedrag ook ervaren, we zouden de neiging moeten onderdrukken het als een zuiver historische bijzonderheid van een vroeger, niet langer relevant tijdperk te beschouwen. Als een dergelijk gedrag op ons als waanzinnig overkomt, is het niettemin waanzin met een diepgaande methodiek.

Om dit te zien moeten we teruggaan naar Thomas Hobbes, auteur van ‘The Leviathan’.

Hobbes was de eerste die beweerde dat het mogelijk is, althans, in principe, om een stabiele en vreedzame sociale orde te creëren, uitsluitend op basis van het welgemeend eigenbelang van de individuele leden van die sociale orde. Elk individu zou inzien dat het in zijn eigen voordeel is om geweld af te zweren als instrument voor de eigen zelfverrijking en zou een monopolie van geweld in de handen van één enkel gezag toe laten.

Dit is de basis waarop alle vormen van klassiek en modern Liberalisme zijn gebaseerd en het is tevens de vooronderstelling van zowel Ayn Rand als John Rawls – hoewel geen van de latere formuleringen van Liberalisme het haalden bij de helderheid van het basisprincipe zoals verwoordt in Hobbes politieke filosofie. Het grote onontbeerlijke geloof van het Liberalisme is, zoals Hobbes begreep, het principe dat alle mensen dezelfde vrees voor een gewelddadige dood koesteren en dat, omdat een dergelijke vrees evenredig is verdeeld, alle mensen dezelfde beweegredenen hebben om geweld af te zweren; namelijk hun gelijke vrees een gewelddadige dood te sterven door toedoen van hun medemensen.

Hobbes en de utopisten

Dit is waar de politieke filosofie van Hobbes, zoals alle vormen van Liberalisme, haar sterk utopische grondslag openbaart. Want terwijl het in het welgemeend eigenbelang van alle mensen kan zijn om naar vrede te streven als zij allen de dood evenzeer vrezen, is het niet in hun welgemeend eigenbelang om in de eerste plaats de dood evenzeer te vrezen. In tegendeel, het is overduidelijk dan om het even welke groep die haar eigen natuurlijke angst voor de dood heeft overwonnen, een beslissende voorsprong heeft op een groep die deze angst niet heeft overwonnen. Of, om het botter te stellen, in een wereld van schuchteren zullen de roekelozen heersen.

En dit was het geheim van de macht verkregen door de klassieke strijdercultus. In Apache en Spartaanse maatschappijen, bijvoorbeeld, ondergingen alle jonge mannen een bizar trainingssysteem om alle angst voor een gewelddadige dood te elimineren. En dit is ook waar de martelaarcultussen van diverse godsdiensten in slaagden, vaak met belangrijke historische consequenties, zoals de uiteindelijke triomf van het Christendom laat zien.

Dit is wat vandaag de dag in een groot deel van de Islamitische wereld gebeurt en het instrument waarmee dit gedaan wordt is de cultus van de verschrikking. Maar het eerste wat opvalt aan de verschrikkingcultus van de eigentijdse Islam is dat het sui generis is. Hoewel het op de klassieke vormen van de godsdienstige martelaar en die van de strijdersheld gebaseerd is, kan het niet worden teruggebracht tot één van beiden. Desondanks functioneert het op precies dezelfde manier, als een middel waarmee the opkomende generatie van een groep getraind en gedisciplineerd wordt tot een ethiek van radicale zelfvernietiging.

‘Wij zullen winnen omdat jullie de dood meer vrezen dan wij’

De cultus van de verschrikking is geen terrorisme. Het is de romantiek van het terrorisme waar de handeling van het zelfmartelaarschap verwordt tot een bewijs dat de martelaar geen angst voor de dood heeft en waar dit bewezen wordt door zijn keuze voor de meest visueel gewelddadige vorm van dood denkbaar. Alsof de weloverwogen uitdaging aan de verbeelding voor de meest groteske dood, de hoogste verfijning van moed betekent – op dezelfde manier waarop het weerzinwekkende seppuku ritueel in zijn strenge formaliteit probeert te demonstreren dat deze vorm van sterven niet veroorzaakt wordt door angst voor marteling, maar slecht door een ontzetting over het eigen gezichtsverlies.

Bij de belegering van het theater in Moskou drukte één van de terroristen dit als volgt uit: “Wij zullen overwinnen omdat jullie de dood meer vrezen dan wij.”

Als Hobbesiaanse Liberalen houden wij er in het westen niet van deze onplezierige waarheid te overwegen, aangezien het de basis van ons geloof in de rede ondermijnt. Want zolang ik de dood minder vrees dan u, heb ik geen rede nodig – ik ben bereid te vechten voor wat ik wil; en als ik er zeker van ben dat u geen weerstand zult bieden, dan weet ik dat ik uiteindelijk ook zal krijgen wat ik wil.

Rationeel gedrag is wat mensen gaan vertonen zodra zij besluiten elkaar niet langer te vermoorden. Het ontstaat wanneer mensen geweld als middel om geschillen te regelen hebben uitgeput – dit punt wordt pas bereikt als beide partijen even bang zijn voor de consequenties van voortdurend geweld.

Maar veronderstel dat één kant haar kinderen onderwijst in de glorie van een gewelddadige dood, terwijl de andere kant haar kinderen onderwijst in de verschrikkingen van collaterale schade tijdens oorlogen. Welke kant denkt u zal dan overheersen?

Lee Harris is contributing editor of Tech Central Station.

Vertaling door MJ