Het begint commentators eindelijk te dagen dat de economie in vrij slechte vorm verkeert.

De waarde van aandelen is 33% gedaald sinds Bush president werd; investeerders trekken nog altijd geld terug uit de markt; schulden van consumenten zijn op een historisch hoogtepunt; het aantal openstaande vacatures laat de sterkste neergang in twintig jaar zien; de productie zoals die door het BBP minus overheid wordt gemeten daalt; het financieringstekort explodeert; en heel Europa krijgt duidelijk te maken met een recessie.

Wat kan een regering hier aan doen? Wel, een oorlog beginnen natuurlijk!

Ergens in maart, zo lijkt het, zullen de Amerikaanse troepen de grenzen van Kuweit en Turkije overschrijden en afdalen naar Bagdad. Hoewel enige tegenstand wordt verwacht, kan het niet veel bedragen, gezien het feit dat het Irakese leger slechts een lege schil is vergeleken bij 12 jaar geleden. Het is zo zwak dat het bijna misleidend is dit conflict een oorlog te noemen. Het Bagdad van 2003 is niet het Tokio van 1945, niettegenstaande het effect dat het tegengestelde beweren heeft op de kijkeraantallen van CNN volgende maand.

In feite kan dit, wat oorlogen betreft, net zo opwindend worden als de Amerikaanse invasie van Panama in 1989 om Manuel Noriega af te zetten, een misselijke engerd die, achteraf gezien, veel wegheeft van de huidige Saddam Hussein. Beiden waren dictators, hoewel Manuel om de een of andere reden een grotere bruut lijkt dan Saddam. Beiden werden jarenlang ondersteund door miljoenen dollars, opgebracht door Amerikaanse belastingbetalers. (N.b. we zijn er zeker van dat Saddam de gevreesde massavernietingswapens in huis heeft omdat veel ervan door Amerikaanse (en Nederlandse (red.)) transportvliegtuigen naar pre-1991 Irak werden gebracht)

Beide mannen maakten ook mee dat hun suikeroompjes in Washington zich tegen hen keerden toen de geopolitieke werkelijkheid veranderde. Ik hoop dat het omverwerpen van Saddam zo gemakkelijk zal blijken als het omverwerpen van Noriega, al was het alleen maar dat een dergelijk scenario in lijn zou zijn met conservatieve schattingen van het aantal Amerikaanse militaire- en Irakese burgerslachtoffers.

Maar ik hoop ook dat dit conflict nog kan worden voorkomen. Haar volledige kosten moeten nog altijd serieus worden overwogen. Dit is van vitaal belang omdat een ernstige overweging van de kosten in veel minder steun voor een oorlog zou resulteren.

De materiele kosten van deze oorlog zullen enorm zijn. Larry Lindsay, de vroegere economische adviseur van President Bush, zette in met een raming van $200 miljard. (Precies één twintig-miljoenste van dit bedrag zou genoeg zijn om mijn studentenlening te betalen) Na het publiekelijk naar buiten brengen dit enorme bedrag werd Lindsay verteld af te treden, alsof een gezonde democratie dit soort verwarrende cijfers niet hoeft te weten. Als de waarheid een van de eerste slachtoffers in een oorlog is, dan kwalificeert Lindsay’s ontslag hier zeker voor.

Toen Lindsay nog op de regeringsloonlijst stond was zijn salaris tenminste nog opgenomen in de begroting van het Witte Huis. De dwaasheden in Irak volgende maand, hoeveel miljarden zij ook kosten, zijn allemaal zonder budget. Immers, wanneer de oorlog in de begroting zou worden opgenomen dan zou dit de capaciteit van de politieke klasse belemmeren om nieuwe bestedingsprogramma’s op gebieden met een zeker kiezersbelang te richten en dat is de reden waarom het budget van de regering Bush een nog snellere groei van de staat toelaat dan zelfs Lyndon Johnson aandurfde.

Dit besluit is niet bepaald een toonbeeld van moed, helemaal voor een president die in zijn inaugureel sprak over “het confronteren van problemen in plaats van ze door te geven aan de volgende generatie”. Aangezien bestedingen die niet in de begroting zijn opgenomen vaak door het opvoeren van de dollarproductie worden gefinancierd, is het waarschijnlijk dat een andere kostenpost van deze oorlog een algemene stijging van de prijzen in de komende jaren zal zijn. Dit bevordert de daling van echte inkomens (inkomen afgezet tegen prijsniveau) die de laatste drie decennia voortwoedt. Over enkele jaren zult u betalen voor deze oorlog in de vorm van hogere kruideniersrekeningen.

Ik zeg: als de oorlog bij de huidige generatie zo populair is, zorg dan ook dat de huidige generatie de rekening betaalt. Een dergelijke economische werkelijkheid, die uitgebreid door de regering wordt gecommuniceerd, kan een realistischere beoordeling van de Irakese bedreiging en een ernstigere overweging van minder dure alternatieven voor de huidige opbouw van krachten hebben. Het is zeker mogelijk dat Constitutionele bepalingen voor “brieven van Marque en Represaille” even effectief zouden zijn geweest bij het afdwingen van een regimeverandering, maar voor een fractie van de totale kosten.

Maar deze kosten, in tenminste hun boekhoudkundige betekenis, kunnen nooit zo verwoestend zijn als andere die niet in de officiële statistieken passen. Die kosten zijn onmeetbaar. Zo kunnen middelen die een lokale fabriek anders had gebruikt voor bedrijfsuitbreiding, nu makkelijk worden toegewezen om het militair imperium te steunen en resulteren in ontslagen en verminderde productie. De ironie is dat velen van hen die op non-actief worden gesteld of die anders geen werk konden vinden, gedwongen zullen worden om zich bij het leger aan te sluiten om in staat te blijven hun families te onderhouden. Aangezien politici, aan zowel de linker- als de rechterzijde, serieus overwegen de militaire dienstplicht her in te voeren, zullen velen geen keus hebben.

Er zullen andere onmeetbare kosten zijn. De Grondwet wordt verder verzwakt wanneer de president agressief troepen inzet tegen landen die ons niet hebben bedreigd en van wie de grootste zonde het onvermogen is om onze beschuldigingen te weerleggen. Één miljard Moslims zullen bozer en vervreemd worden, terwijl de waarschijnlijkheid van toekomstige 9-11’s in antwoord op deze recentste inspanning voor regimeverandering exponentieel stijgt. Hoeveel meer vrijheden zal een geschokt publiek de komende jaren opgeven voor een vals gevoel van veiligheid? Essentiële rechten staan inmiddels op drijfzand. Is het uitschakelen van Saddam dit alles waard?

Dergelijke kosten reflecteren veel nauwkeuriger de totale kosten van een oorlog tegen Irak. En omdat zij moeilijk te meten zijn, worden ze vaak genegeerd. Dit wil niet zeggen dat ze niet zijn te voorspellen!

“Oorlog”, zei Ludwig von Mises, “is schadelijk, niet alleen voor de veroverden maar ook voor de veroveraars. De maatschappij is door het werk tijdens vrede ontstaan; de essentie van de maatschappij is vreedzaamheid. Vrede en niet oorlog is de vader van alle dingen. Alleen economische actie heeft de welvaart rondom ons gecreëerd; arbeid, niet de oorlogsindustrie, brengt geluk. Vrede bouwt op, oorlog vernietigt.” (Socialism, p. 59)

Christopher Westley, PH.D., is een economie professor bij de Universiteit van de Staat van Jacksonville. Hij publiceert regelmatig op www.Mises.org

Zie ook: Adam Young – Zal een Oorlog Welvaart brengen?