In dit artikel wil ik gaan onderzoeken wat een staat is en de vraag beantwoorden of de aanwezigheid van een staat verenigbaar is met het libertarisme. In Kramers woordenboek kun je o.a. de volgende betekenissen vinden van het woord “staat”;
1. toestand
2. gelegenheid (bijv. in staat zijn om iets te doen)
3. geregeerd volk; rijk

In dit artikel gaat het over staat in de laatste betekenis: de staat in de zin van rijk, heerschappij, bestuursorgaan, of hoe je het ook noemt. Ik ben blij dat ik toevallig de impuls kreeg om het woordje staat in het woordenboek op te zoeken, want de manier waarop de derde betekenis van het woord is beschreven is wel zeer interessant. Een geregeerd volk is een aanduiding van een groep mensen. Bij “rijk” stel ik me meer voor een organisatiestructuur – de organisatie staat. Maar als het begrip rijk ook naar mensen verwijst, dan verwijst het volgens mij naar de groep mensen, gevormd door o.a. de politici, overheidsbureaucraten en politie – agenten. En dat is niet dezelfde groep als het volk, maar daar slechts een klein deel van. Geregeerd volk en rijk zijn dus twee totaal verschillende betekenissen die je kunt geven aan het woord staat – ze verwijzen naar twee verschillende groepen mensen. Het zou dus logisch zijn dat ze onder verschillende nummers in het woordenboek stonden – net zoals bijv. staat als toestand onder een ander nummer staat dan staat als gelegenheid.

Dat geregeerd volk en rijk achter elkaar staan alsof ze dezelfde betekenis aanduiden zegt veel over de typische denkwijze in de huidige maatschappij. Het is dezelfde denkwijze die tevoorschijn komt als je als libertariër de misdaad van de overheid aan de kaak stelt en je krijgt te horen: “Maar daar hebben we toch zelf voor gekozen?” Die denkwijze heet collectivisme en het kenmerk van deze denkwijze is dat een groep als een individu wordt gezien – de gedachte schijnt te zijn dat de individuele leden van een groep samen een extra collectief wezen vormen dat keuzes kan maken alsof het een verstand heeft. Mensen die collectivistisch denken neigen ertoe te ontkennen dat het rijk een kleine minderheid van mensen is die alle anderen regeert. Ze zijn eerder geneigd te denken dat het rijk het collectieve wezen is dat gevormd wordt door ons allemaal. En als het gevormd wordt door ons allemaal, dan is het dus ook ons – het volk is het rijk.

Nu we deze inleiding achter de rug hebben wordt het tijd om te gaan bekijken wat de staat eigenlijk is. De staat is in ieder geval geen collectief wezen dat door ons allemaal samen gevormd wordt. De staat is een organisatie van mensen, zoals ook de maffia, Shell, een gezin, Greenpeace en een verhuisbedrijf organisaties zijn. Maar wat is nu het kenmerk van de organisatie staat? Of liever: wat is het onderscheidende kenmerk van de organisatie staat dat maakt dat we de maffia, Shell, een gezin, Greenpeace en een verhuisbedrijf geen staat noemen, maar de staat wel staat noemen? En wat misschien ook vreemd is, waarom is er in een bepaald gebied maar één staat, maar zijn er meerdere verhuisbedrijven?

Kenmerken van de staat

Vier fundamentele kenmerken, die alle organisaties die mensen staat noemen hebben en andere organisaties niet, zijn volgens mij:

1. De staat houdt zich op grote schaal binnen een bepaald geografisch gebied bezig met systematische onteigening volgens geschreven wetten.

2. De mensen die de staat vormen eigenen zichzelf op basis van geschreven wetten speciale rechten toe die ze andere mensen niet toekennen – bijv. het recht om belasting te heffen. (Dit kenmerk wordt door kenmerk 1 natuurlijk al geïmpliceerd.)

3. Het gezag van de staat wordt door een significant deel van de bevolking als moreel legitiem beschouwd en door een nog groter deel van de bevolking tenminste passief getolereerd.

4. De staat streeft een monopolie na op het gebruik van geweld. De staat geeft alleen aan officiële staatsdienaren toestemming om met geweld tegen misdadigers (en niet – misdadigers) te reageren. Zo meldt de Vrijbrief van januari/februari 1990 bijv. dat een stewardess uit Amsterdam door de staat werd vervolgd totdat ze aan een zenuwinzinking toe was, omdat ze twee mannen neerschoot door wie ze werd aangerand. Een ander kenmerk dat waarschijnlijk alle moderne staten hebben en andere organisaties niet:

5. De staat is overmatig geïnteresseerd in het met geweld beïnvloeden van de persoonlijke levensstijl van mensen – bijv. door het eten van drugs te verbieden en door van mensen geld af te pakken en met dat geld maatschappelijk werkers te financieren die diezelfde mensen gratis hulpverlening aanbieden.

Nog drie kenmerken van de staat, maar kenmerken die andere organisaties zoals de maffia ook in zekere mate kunnen hebben, zijn:

6. De staat streeft ernaar om binnen een bepaald geografisch gebied het grootste deel van de gewelddadige middelen tot zijn beschikking te hebben.

7. Staten gaan vaak op libertarische wijze met elkaar om, alsof het individuen zijn. Dat wil zeggen dat een staat in het algemeen vindt dat elke andere staat op “haar” grondgebied en met “haar” onderdanen mag doen wat het wil. Observeer bijv. dat de invasie van de Irakese staat in Koeweit door bijna alle staten ter wereld in de eerste plaats wordt veroordeeld omdat Irak de soevereiniteit van de Koeweitse staat heeft geschonden en slechts in de tweede plaats omdat de Irakese staat in Koeweit plundert, verkracht en moordt. Het grappige hierbij is dat men het geen agressie noemt als bijv. de Koeweitse staat non-agressieve belastingontduikers aanvalt, maar het wel agressie wordt genoemd als de Irakese staat agressieve vertegenwoordigers van de Koeweitse staat aanvalt. Ondanks zijn vrijheidsretoriek neemt president Bush in feite afstand van de Amerikaanse traditie van vrijheid en burgerrechten als hij, vlak nadat hij de oorlog tegen Irak begonnen is, zijn woordvoerder op TV laat verklaren:. “The liberation of Koewayt has begun”. Het lijkt me een onzuivere actie en nauwelijks een “liberation” om een dictatoriaal regime in een bepaald gebied te verdrijven (waarbij vele onschuldige burgerslachtoffers vallen) om er een ander dictatoriaal regime (hoewel iets minder dictatoriaal) voor in de plaats te zetten.

8. De staat duldt absoluut geen concurrentie en is niet bereid haar heerschappij over een bepaald gebied met een andere staat te delen. Tegen dit laatste kenmerk kun je tegenwerpen dat er bijv. in Noord – Amerika op elke plaats twee staten zijn: de regionale staat, zoals bijv. California, en de grotere staat die de Verenigde Staten heet. Maar de regionale staten zijn eigenlijk afdelingen van de grote staat. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog in de vorige eeuw vormden een aantal States samen een echte van de VS onafhankelijke staat. Maar de VS was niet bereid een deel van haar territorium in te leveren en vernietigde de Zuidelijke staat.

Je kunt ook wijzen op de Europese “eenwording” van 1993 en zou kunnen zeggen dat er dan twee staten zijn in Nederland: de Staat der Nederlanden en de Europese staat (de Verenigde Staten van Europa). Hier is het omgekeerd: de regionale staten zijn echte staten en de vereniging is niet een extra staat, maar een door de afzonderlijke staten vrijwillig aangegaan samenwerkingsverband.

Kenmerk nr. 8 geeft een antwoord op de vraag: Waarom is er in een bepaald gebied maar één staat, maar zijn er meerdere verhuisbedrijven? Het antwoord is dat het de aard van de staat is dat ze haar heerschappij over een bepaald grondgebied niet wil delen met een andere staat. Het is onmogelijk dat voor een persoon zowel de wetten van de ene als de andere staat gelden. Het kan niet tegelijkertijd verplicht en verboden zijn om je huis rood te verven. Staten zijn niet bereid om met elkaar binnen hetzelfde geografische gebied een compromis te sluiten op het punt van wetgeving en bestuur. Dat komt voort uit de ideologie die ten grondslag ligt aan het voortbestaan van de staat. Het is de ideologie van het collectivisme. We moeten allemaal samen hetzelfde doen, waarbij onze collectieve beslissingen en ons collectieve beleid bepaald worden door één staat, die gezien wordt als een eenheid van alle burgers. De staat wil alleenheerschappij.

Af en toe komt het voor dat er twee staten zijn binnen hetzelfde gebied, zoals bijv. op het ogenblik min of meer geldt in de Baltische republieken. Maar die staten blijven altijd tegen elkaar vechten, elk voor hun eigen ideaal van heerschappij, totdat er een binnen het omstreden gebied wordt vernietigd of machteloos wordt. Een toestand van twee staten binnen hetzelfde gebied of twee groepen die strijden om controle over hetzelfde staatsapparaat is daarom instabiel en gewelddadig.

Een definitie van de staat

Ik wil in ieder geval voor dit artikel de staat definiëren met behulp van kenmerk nr. 2, omdat dat kenmerk het duidelijkst aangeeft wat er specifiek is aan de staat en bovendien is deze definitie handig voor het bekijken van de relatie tussen de staat en het recht. Mijn definitie van de staat is: De staat is een verzameling mensen die zichzelf op basis van geschreven wetten binnen een bepaald geografisch gebied speciale rechten toeëigenen die ze andere mensen niet toekennen.

(Onder een recht versta ik een regel die aangeeft dat iemand bepaalde handelingen mag verrichten.)

Anarchisme en Libertarisme

Verder definieer ik een anarchist als iemand die voorstander is van een statenloze samenleving. Is volgens de definitie een staat verenigbaar met het libertarisme? Kerngedachte van het libertarisme is dat het begrip recht betrekking heeft op het individu en dat een verzameling mensen geen extra rechten heeft boven op de som van de rechten van de afzonderlijke leden. Een verzameling mensen kan dus niet speciale rechten hebben die anderen niet hebben. Daar blijkt uit dat een staat, volgens bovenstaande definitie, in strijd is met het libertarisme.

Een verzameling mensen die bijv. belasting heft, terwijl ze niet toestaan dat anderen van hen belasting heffen, is volgens de gegeven definitie een staat. Deze organisatie claimt immers het speciale recht om te stelen, terwijl anderen dat niet mogen. Maar een organisatie die het bijv. aan mensen verbiedt om na 18.00 uur hun winkel open te hebben en mensen straft die dat wel doen is geen staat -als ze het tenminste ook aan anderen toestaat om mensen te straffen die hun winkel na 18.00 uur open hebben.

Uit het voorbeeld met de winkelsluitingswet blijkt dat volgens de gegeven definities het anarchisme niet overeenkomt met het libertarisme. Immers: een samenleving zonder staat waarin de rechtspraakorganisaties bijv. de winkelsluitingswet opleggen is wel anarchistisch maar niet libertarisch. Het libertarisme is wel een vorm van anarchisme, want een staat is onverenigbaar met het libertarisme. Het. libertarisme als ideologie is dus iets meer dan het anarchisme in het algemeen. Het anarchisme is alleen nog maar een ideologie tegen de staat, terwijl het libertarisme er ook een uitspraak over doet hoe mensen zonder staat rechtmatig behoren samen te leven. Een libertariër is dus tevens een anarchist, maar niet elke anarchist is een libertariër.

Libertarisme besmet met statisme

Theoretisch gezien mag je natuurlijk elk woord, elk begrip definiëren zoals je wilt. Zo zou je de staat ook zo kunnen definiëren dat het libertarisme verenigbaar is met een staat. Zo definieert Mr. M.M. van Notten in “EEN LIBERTARISCHE VERKLARING VAN DE MENSENRECHTEN” (Vrijbrief september 1989) de overheid als de verzameling van alle onpartijdige rechtbanken en politiekorpsen. Volgens deze definitie is een overheid natuurlijk niet in strijd met het libertarisme. Men zou voor het begrip staat dezelfde definitie kunnen hanteren. Maar een goede praktische vuistregel met betrekking tot definities is: kies de handigste definitie. Ik stel nu dat het handig is om een zodanige definitie van het begrip staat te kiezen, dat het libertarisme onverenigbaar is met een staat. Waarom? Ik zal de reden hiervan illustreren aan de hand van een ander begrip, namelijk het begrip maffia.

Ik denk dat de meeste mensen op de vraag “Bent u tegen de maffia?” zullen antwoorden: “ja”. Waarom? Omdat ze waarschijnlijk min of meer uitgaan van de definitie dat de maffia een organisatie is die misdadige dingen doet. En als je daarvan uitgaat en je vindt het verkeerd om misdadige dingen te doen, dan wordt je antwoord op de vraag “ja”. Het is blijkbaar in de taal gebruikelijk om organisaties die zich vooral bezighouden met dingen die men slecht vindt, zodanig te definiëren dat het antwoord op de vraag “Bent u ertegen?” “ja” is. In verband hiermee en rekening houdend met het feit dat libertariërs vinden dat de staat zich vooral bezig houdt met slechte dingen, lijkt het me ook redelijk om de staat zodanig te definiëren dat je als libertariër “ja” antwoordt op de vraag “Bent u tegen de staat?”

Maar wat als je bijv. uitgaat van de definitie dat de maffia de verzameling is van alle onpartijdige rechtbanken en politiekorpsen? Dan zal het typische korte antwoord op de vraag “Bent u tegen de maffia?” zijn “nee”. Maar het lange antwoord zal zijn: “Ik ben niet tegen de maffia, ik vind alleen dat de maffia zich anders moet gedragen. Ik vind het noodzakelijk en goed dat de maffia beschermingsdiensten aanbiedt, daar moeten ze zeker mee doorgaan. Maar ik zou het beter vinden als ze de betaling voor die diensten vrijwillig maken en niet je winkel in elkaar hakken als je twijfelt of je wilt betalen. En ik vind het noodzakelijk en goed dat ze zich bezighouden met rechtspraak. Alleen, ik vind niet dat hun rechtspraak ervan uit moet gaan dat het verboden is om te weigeren om contributie aan de maffia te betalen.”

Wat is nu het probleem als je, analoog aan het voorbeeldje met de maffia, de staat definieert zodanig dat je niet tegen de staat bent? Wat je dan eigenlijk zegt is dat je wel wilt dat de organisatie staat in stand blijft, maar dat ze zich alleen anders moet gedragen. Ik denk dat er tenminste vijf nadelen kleven aan het niet tegen de staat zijn:

1. Je kritiek op de staat maakt dan tegenover anderen minder indruk. Het komt minder duidelijk over dat je vindt dat de staat immorele dingen doet. Men zal eerder denken dat je vindt dat de staat wel moreel is, maar dat je een aantal verbeteringen aanbeveelt.

2. Men zal eerder denken dat je het wel eens bent met de democratie. Men zal denken dat je net als de liberalen en socialisten een staatsideologie (het idee dat er een bepaald soort staat moet zijn) voorstelt, en dat je wel accepteert dat je je moet houden aan de huidige wetten totdat er democratisch voor het libertarisme is gekozen en het libertarisme via de staatspolitiek geïmplementeerd is.

3. Men zal eerder denken dat jij net als de collectivisten mensen wilt dwingen om op een bepaalde manier te leven en dat het libertarisme weer een nieuwe vorm van macht is. Als je immers voorstelt om de staat te veranderen in plaats van af te schaffen, dan is het alsof je via de bestaande politieke structuur iets aan anderen wilt opleggen.

4. Ik denk dat het voorstel van een minimale staat minder inspirerend en meer autoritair klinkt en is dan het voorstel van een statenloze samenleving.

5. De uitspraak dat je wel voor een bepaalde vorm van staat bent, suggereert enigszins dat je het niet goed zou vinden als de staat helemaal vernietigd wordt. Alsof je anarchisten die de staat willen ondermijnen gevaarlijk vindt. Alsof je in de collectivistische mythe gelooft dat mensen met het wegvallen van de staat hulpeloze wezens zijn en dat spontane vrijwillige menselijke relaties niet voor politie, rechtspraak, bananen etc. kunnen zorgen. Van een libertariër mag je toch wel verwachten dat hij/zij inziet dat de staat de grootste vijand van de mensheid is?

Vanwege deze vijf punten lijkt het me handig om de staat zodanig te definiëren dat het libertarisme onverenigbaar is met een staat. Ik vind het een slechte instelling om het als libertariër zo te brengen dat je wel voor een bepaalde vorm van staat bent. Daarmee help je alleen maar de cultus van de staat, het waas van mysterie en traditie die de staat in de ogen van velen een morele legitimiteit geeft, te versterken. Naast economische educatie is een van de hoofdtaken van de libertariër die een vrije wereld nastreeft juist het ontmaskeren van de staat.