Racisme was nooit het primaire uitgangspunt van nationaal socialisme en fascisme. Zelfs nationalisme was dat niet. Het fundament van de nazi-ideologie was en is socialisme.
Dit is het vervolg op Het Europese Model – aflevering II : de ‘grote sprong voorwaarts’ van Europees Nationalisme.
Een klein groep neo-nazi’s van de Nederlandse Volksunie houdt begin maart in aanloop naar de statenverkiezingen een demonstratie in Apeldoorn. Behalve de nationale driekleur en swastika’s hebben ze Iraakse vlaggen bij zich met in Arabisch schrift de slogan ‘Allah Akbar’. Een aantal Duitse neo-nazi’s heeft een vlag meegenomen met in gotische letters op Duitse kleuren de woorden ‘Kein Blut Für Öl’.
Nazi’s die tegen de oorlog demonstreren is niet nieuw en zou niemand hoeven te verrassen. Jörg Haider bracht enkele steunbezoeken aan Saddam Hussein. Jean-Marie Le Pen en Franz Schönhuber zijn allebei fel tegen de oorlog in Irak. In oktober 2001 demonstreerden duizend neo-nazi’s in Berlijn meteen al tegen de oorlog tegen terrorisme. Sprekers van de extreem-rechtse National-Demokratische Partei (NDP) noemden de aanslagen van 11 september een rechtvaardig antwoord op het Amerikaanse buitenlandse beleid. Een van de sprekers was voormalig Rote Armee Fraktion-lid Horst Mahler. Extreem-rechts en extreem-links vinden elkaar in antiglobalisme. Neo-nazi’s vochten in 1999 al mee in Seattle en hun betrokkenheid bij de anti-kapitalistische, anti-liberale en anti-Amerikaanse strijd groeit.[1]
Hoe valt extreem-rechtse steun voor de Arabische zaak te rijmen met hun racistische nationalisme? Linkse activisten zitten met hun nieuwe bondgenoten in de maag. De naieve of hypocriete verklaring is dat extreem-rechts probeert te infiltreren in linkse bewegingen of opportunistisch misbruik maakt van hun successen.[2] Angst voor globalisering was ook in de jaren dertig de motor achter de opmars van het nationaal socialisme. Antiglobalisme is nationaal socialisme. De vredesbeweging tapt uit dezelfde argumenten en complottheorieën die neo-nazi’s al decennia gebruiken. Europees politiek denken schuift sinds het einde van de koude oorlog onder Frans-Duitse leiding steeds verder richting nazisme. Het Europese nationalisme is net als toen een voorwaarde voor socialistisch beleid dat bescherming moet bieden tegen kapitalistische krachten. Het oude Europa heeft zijn stem weer gevonden.
Racisme was nooit het primaire uitgangspunt van nationaal socialisme en fascisme. Zelfs nationalisme was dat niet. Het fundament van de nazi-ideologie was en is socialisme. Nationalisme was in de definitie van Nederlandse nazi’s in de jaren dertig “het voorgaan van het algemeen (nationaal) belang boven het groepsbelang en van het groepsbelang boven het persoonlijk belang”. Kortom, nationalisme is voor nazi’s synoniem voor collectivisme of wat PvdA’ers ‘solidariteit’ zouden noemen. Het ging de Nationaal Socialistische Bond (NSB) om volkseenheid in plaats van klassenstrijd. Democratie had met de “nooit eindigende strijd om politieke inzichten” alleen maar gezorgd dat het land “volgens geen enkel omlijnd plan” kon worden geregeerd. Socialisme en zeker het plansocialisme dat in de jaren dertig zo populair was onder sociaal-democraten, kon niet zonder nationalisme. “In wezen zijn beide begrippen onafscheidelijk,” vond NSB’er Lindeman, “omdat nationalisme zonder socialisme rook is zonder vuur en omgekeerd.”[3]
De angst voor verlies van levensstandaard, macht en aanzien in de wereld wakkerde het nationalisme in Europa aan in de decennia na de eerste wereldoorlog. De Nederlandse nazileider Anton Mussert jammerde in 1931 dat “de bevolking wordt ingeprent dat wij niets te betekenen hebben, dat wij ons zelfs niet eens kunnen of mogen verdedigen, dat wij leven bij de gratie van de Grote Mogendheden, dat Indië van ons zal worden afgescheurd, dat wij machteloos zijn.” Internationalisme was de verwoestende kracht. “Het kapitaal,” schreef Mussert, “vloeit af naar de plaatsen waar het grootste rendement te verkrijgen is.” Arbeiders zouden slachtoffer worden van internationalisme waar alleen kapitalisten van zouden profiteren. “De arbeiders van de verschillende natien kunnen echter niet internationaal zijn,” schreef Mussert. “Slechts wanneer de Amerikaanse en de West-Europeesche arbeider bereid zouden zijn om hun maatschappelijken voorsprong tegenover de overweldigenden massa Aziatische werkkrachten op te geven, kan er sprake zijn van internationalisme onder arbeiders!” Moderne antiglobalisten formuleren dezelfde argumentatie wat vromer door zich solidair te verklaren met arbeiders in voormalige kolonieën in de ‘derde wereld’.[4]
Het antiglobalisme van de NSB was nauw verweven met anti-semitisme. “Het kapitalisme en het marxisme,”schrijft Lindeman in 1939, “beide internationaal uit beginsel en daardoor sterk verjoodst, worden door de internationalen Jood gemobiliseerd tegen het fascisme en het nationaal-socialisme.”[5]
De nazi’s waren in de jaren dertig ook fel tegen de oorlog. Jawel, fascisten waren vredesduiven. De oorloghitsers zaten in Engeland en Amerika. Met name in New York. Dat was immers de “hoofdstad van het Joodse volk” volgens Mussert. “Het zal wel ieder duidelijk zijn, dat er geen macht ter wereld is die er op uit is om Amerika met de wapenen te veroveren, om de Verenigde Staten te bezetten,” schrijft Mussert in december 1938. “Niettemin bewapenen de Verenigde Staten zich tot de tanden. Een enorm oorlogsapparaat wordt daar opgebouwd. … Het is alsof wij weer in de jaren 1916-1917 leven, toen met de meest perfide leugencampagnes over afgehakte kinderarmpjes en lijkenschennis een oppervlakkig volk werd opgehitst, om oorlog te gaan voeren tegen volkeren die het nimmer iets hadden misdaan. De leuze was: maak de wereld veilig voor democratie.”[6]
Achter de oorlogstokerij van de Amerikanen zitten volgens de NSB alleen maar economische motieven. “Toen na 1914 de grote bankiershuizen zoveel miljoenen hadden geleend aan de geallieerden en de Duitsers dreigden toch de oorlog te zullen winnen, waardoor de geldmagnaten van Wallstreet naar de miljoenen zouden kunnen fluiten, moesten de Amerikaanse jongens de oorlog worden ingestuurd om der wille van het lieve geldje van de heren,” schrijft Mussert in december 1937. “Schone leuzen werden aangeheven: ‘de wereld moet vrij gemaakt worden voor de democratie’, ‘nooit meer oorlog’, ‘Volkenbond’, ‘eeuwige vrede’ enzovoort werden op de mensenmassa losgelaten en kortzichtig, goedlovig, kinderlijk zoals de massa is, was tevoren succes aan dit bedrog verzekerd.”[7]
Anton Mussert vind in september 1938 dat Nederland een brug moet slaan tussen Duitsland en Engeland “nu in onze dagen Chamberlain en Hitler tezamen proberen om de ramp van een Europese oorlog te verhoeden”.[8] Het is Mussert’s commentaar op de beruchte onderhandelingen in München. Tsjechoslowakije was een creatie van het Verdrag van Versailles en zou daarom geen bestaansrecht hebben. “Wij staan dus aan de vooravond van de liquidatie van Tsjecho-Slowakije, het einde van twintig jaar lang gehandhaafd onrecht,” schrijft Mussert. “Als Hitler dit zonder oorlog klaarspeelt, wrijft de verwonderde wereld zich wederom de ogen uit en zullen velen beter dan ooit begrijpen de goddelijke zending, die dit genie voor zijn volk heeft te vervullen. … Waarlijke vrede kan alleen gegrondvest zijn op gerechtigheid.”[9]
George W. Bush’ vermeende unilateralisme wordt in anti-oorlogkringen regelmatig vergeleken met Adolf Hitler die het Dictaat van Versailles verscheurt. Historische parallellen moeten altijd met een korrel zout worden genomen. Een beter passende parallel is in ieder geval die tussen het Verdrag van Versailles en de VN-resoluties die Irak na de eerste golfoorlog in bedwang moesten houden. Net als Duitsland in het interbellum verzette Saddam Hussein zich tegen de strafmaatregelen. Het sanctieregime met de wapeninspecties had net als Versailles een averechts effect. De conclusie van de NSB in de jaren dertig is dan ook dat de internationale gemeenschap Duitsland en Italië – na de inval in Ethiopië – gewoon met rust moet laten. “Wie de vrede wil, zoeke het recht!” zegt Mussert in 1935. “
De NSB is in principe niet tegen de Volkenbond, zolang die dictators maar zijn gang laat gaan. “Wij hopen dat de Volkenbond … zal uitgroeien tot een instituut dat de wil en de macht zal hebben om de goede verstandhouding tussen de volkeren te bevorderen,” aldus het NSB-programma van 1931. Dat is ongeveer het ideaal dat Frankrijk, Rusland en China voor de Verenigde Naties voor ogen lijken te hebben.
Zelfs het argument dat een eengeworden Europa een inspirerend voorbeeld voor wereldvrede zal zijn is bij de Nederlandse nazi’s terug te vinden. “Wat ons bezielt is de vaste wil om Nederland sterk en weerbaar te maken,” zegt Mussert in 1935, “onafhankelijk van iedere buitenlandse macht, een bolwerk voor de vrede, bereid om zich te verdedigen tegen iedere aanvaller, bereid om mee te helpen bouwen aan een bond van Europese staten waartussen het onrecht is hersteld, die een waardig instrument zal zijn voor het behoud van de Europese vrede en de Europese cultuur!”[11]
Na de top in München schrijft Mussert: “Laten wij hopen, dat eens het Vredespaleis dienst zal kunnen doen als de plaats waar de leiders der Europese volkeren in goede harmonie, gebaseerd op hun gemeenschappelijke fascistische nationaal-socialistische wereldbeschouwing, elkander zullen ontmoeten, om gezamenlijk de belangen van een volks Europa naar eer en geweten te behartigen.”[12]
Het nationalisme van de nazi’s was niet het liberale nationalisme van soevereine staten, maar een volksnationalisme. Volksvreemde elementen van buiten zaaien volgens de fascistische ideologie verdeeldheid en creëren staten om die tegen elkaar uit te kunnen spelen. Het fascistische ideaal was een natuurlijke internationale orde warin sterke volken hun regio zouden overheersen en pacificeren. Dit ideaal klinkt door in de regel over het “historische belang van de beëindiging van de deling van het Europese continent” in het Europese Verdrag en Romano Prodi’s droom van een Europees eenheidsblok dat zich uitstrekt “van de Middellandse Zee tot de Noordpool, van de Atlantische Oceaan tot de grote vlakten van Oost Europa”.[13]
In dat denken is voor Joden, Koerden of moerasarabieren evenmin plaats als voor kleine “slecht opgevoede” landjes die zich niet in de Frans-Duitse lijn willen voegen. Voor Joden moet een of andere ‘oplossing’ worden gevonden. “De Duitsers en de Joden zijn met elkander in oorlog, zoals in Palestina de Arabieren en de Joden,” schrijft Mussert in 1938. “In Palestina zijn reeds honderden jonge Engelsen gesneuveld, omdat de Engelsen daar de kastanjes voor de Joden uit het vuur halen. Moeten onze Nederlandse jongens straks met ongetelde duizenden sterven, omdat zij voor de Joodse belangen in Europa moeten vechten? … Nee, nooit!”[14] Mussert denkt niet meteen aan massale vergassing van het Joodse volk. Hij stelt voor een “Joods Nationaal Tehuis” in te richten in Suriname, Brits Guyana en Frans Guyana. “De oorlog in Palestina kan beëindigd worden,” belooft Mussert. “Het zal niet nodig zijn verder strijd tegen de Arabieren te voeren.”[15] Misschien een leuk idee voor het Palestina Comité?
Het manifest van de eurosocialisten van begin 2001 spreekt zijn steun uit aan de Arabische wereld zonder Israel maar te noemen. De Europese elite zoekt de oplossing van de ellende in het Midden Oosten in steun aan Arabisch nationalisme en de daarmee onvermijdelijke liquidatie van “that shitty little country Israel” in de woorden van Daniel Bernard, de Franse ambassadeur in Londen. “Why should we be in danger of world war three because of these people?” zou Bernard eraan toegevoegd hebben. In het manifest van de eurosocialisten volgt de beschuldiging dat Amerika “dronken van macht” is direct op een oproep voor hulp bij de bestrijding van “fundamentalisten en terroristen” aan een “miljard moslims” die streven naar “vooruitgang en waardigheid”.[16] Aan wie zou die hulp anders kunnen worden gegeven dan aan bijvoorbeeld de nationaal socialistische Ba’ath-leiders in Syrië en Irak? In de ogen van eurosocialisten is repressie blijkbaar de beste oplossing om conflicten te voorkomen. Alles voor de vrede.
Lees verder in het Het Europese Model – aflevering IV : Arabisch nationalisme.