Globalisering – ook wel bekend als ‘meedogenloos internationaal kapitalisme’ – verrijkt de armen in de wereld volgens Johan Norberg.
Globalisering – ook wel bekend als ‘meedogenloos internationaal kapitalisme’ – verrijkt de armen in de wereld volgens Johan Norberg.
Nike is een schoen die tegelijkertijd mensen op straat schopt in het Westen en over de mensen in de Derde Wereld loopt. Verkocht voor meer dan 100 keer het loon van de mensen die ze maken. Dit maakt Nikes, in de ogen van demonstranten bij de G8-top rellen van deze week, tot een meer gehaat object dan hamburgers van McDonalds. Als je nu trendy wilt zijn draag je geen Nikes, maar boycot je ze.
Ik was dus zeer geïnteresseerd toen ik iemand hoorde die niet alleen lovend was over de sweatshops van Nike, maar die tevens claimde dat Nike een voorbeeld is van goed en verantwoord ondernemerschap. Die organisatie was de regerende Communistische partij in Vietnam.
Vandaag de dag heeft Nike bijna 4 keer zoveel medewerkers in Vietnam als in de Verenigde Staten. Ik ben naar Ho Chi Minh gereisd om de effecten van multinationals op arme landen te onderzoeken. Met Nike als meest notoire schurk en Vietnam als dictatuur met een bewezen gebrek aan vrijheid van meningsuiting zal deze onderneming naar verwachting een klassieker zijn van gewetenloze kapitalistische onderdrukking.
In werkelijkheid ziet het werk er zwaar uit en zijn de omstandigheden geen lolletje als we de Vietnamese fabrieken vergelijken met de situatie bij ons thuis. Maar dat is niet de vergelijking die deze arbeiders maken. Ze vergelijken het werk bij Nike met de wijze waarop zij voorheen leefden, of zoals hun ouders en buren nog steeds werken. En de feiten zijn onthullend. Het gemiddelde loon bij de Nike fabriek bij Ho Chi Minh is $54 per maand, bijna 3 keer zoveel als het minimum loon bij een staatsbedrijf.
Toen Nike zich 10 jaar geleden in Vietnam vestigde moesten de werknemers vaak kilometers lopen naar de fabriek. Na 3 jaar loon van Nike konden ze zich een fiets veroorloven. Nog 3 jaar later konden ze zich scooters veroorloven, dus gaan ze nu allemaal met de scooter naar hun werk (maar pas op als je er heen gaat; ze hebben nog niet echt besloten aan welke kant van de weg ze willen rijden). Nu kunnen de eerste arbeiders het zich veroorloven om een auto te kopen.
Maar tijdens een gesprek in de fabriek met Tsi-Chi, een jonge Vietnamese vrouw, blijkt dat het niet het loon is waar ze het meest blij mee is. Natuurlijk, ze verdient 5 keer zoveel als voorheen. Ze verdient meer dan haar man en ze kan het zich nu veroorloven om een uitbouw aan haar huis te bouwen. Maar het belangrijkste vindt ze dat ze niet meer buiten op een boerderij hoeft te werken. Voor mij als Zweed, met slechts drie maanden zomer, klinkt dat bizar. De werkomstandigheden onder de blauwe lucht zijn toch zeker beter dan die in een sweatshop? Maar als ik zo denk ben ik naïef en Eurocentrisch. Werken op de boerderij betekent 10 tot 14 uur werken in de brandende zon, of in hevige regen, in rijstvelden met water tot aan je enkels en insecten in je gezicht. Zelfs een Zweed zou er de voorkeur aan geven om van 9 tot 5 te werken in een schone, airconditioned fabriek.
Bovendien betaalt Nike een normaal loon, met gratis of gesubsidieerde maaltijden, gratis medische voorzieningen, trainingen en onderwijs. Het meest gehoorde verzoek dat Nike van haar medewerkers krijgt is om uitbreiding van de fabrieken zodat ook hun verwanten een baan kunnen krijgen.
Deze feiten doen Nike meer klinken als Santa Claus dan als Scrooge. Maar bedrijven als Nike brengen deze voordelen en lonen niet omdat ze vrijgevig zijn. Het is geen altruïsme dat hier aan het werk is, het is globalisering. Met hun investeringen in arme landen, brengen multinationals nieuwe machines, betere technologie, nieuwe management vaardigheden en ideeën over productie, een grotere markt en opleiding van hun werknemers. En als je de productiviteit kan laten stijgen -de hoeveelheid die een arbeider kan produceren – dan kan je ook zijn loon laten stijgen. Nike is niet toevallig de positieve uitzondering. Doorgaans betalen multinationals in de minst ontwikkelde landen 2 keer zoveel als lokale bedrijven in dezelfde bedrijfstak. Als je voor een Amerikaanse multinational werkt in een lage lonen land, krijg je 8 keer het gemiddelde salaris. Als dat uitbuiting is, dan is het probleem in onze wereld dat arme landen niet genoeg worden uitgebuit.
Het effect op de lokale bedrijven is vergaand: “Voor ik een buitenlandse fabriek bezoek, zeker bij een bedrijf als Nike, hebben we een vraag. Waarom werken buitenlandse fabrieken hier goed en produceren ze meer?” Dat was precies datgene wat de heer Kiet, de eigenaar van een lokale schoenenfabriek, die Nike bezocht om te leren hoe hij net zo succesvol kon worden in het aantrekken van arbeiders, mij vertelde:”Ik zie in dat productiviteit niet alleen van machines komt, maar ook van de voldoening van de werknemers. Dus bij de toekomstige fabriek moeten we ons concentreren op onze werkomstandigheden.”
Als ik antiglobalist was, zou ik stoppen met klagen over Nikes slechte lonen. Als er een probleem is, is het dat de lonen te hoog zijn, zodat ze bijna doktoren en onderwijzers van hun belangrijke werk weglokken.
Maar – gelukkig – denk ik dat zelfs deze bedreiging niet reëel is. Met een groeiende productiviteit is het voor Vietnam eveneens mogelijk om te investeren in onderwijs en gezondheidszorg. Vanaf 1990, toen de Vietnamezen de economie begonnen te liberaliseren is de export van koffie, rijst, kleding en schoeisel omhoog geschoten, is de economie verdubbeld en is de armoede gehalveerd. Nike en Coca Cola hebben gezegevierd waar de Amerikaanse bommen faalden. Zij hebben Vietnam kapitalistisch gemaakt.
Ik vroeg aan de jonge Nike medewerkster Tsi-Chi wat haar verwachtingen waren voor de toekomst van haar zoon. Eén generatie geleden zou ze hem van jongs af aan moeten hebben laten werken op een boerderij. Maar Tsi-Chi vertelde me dat ze hem een goede opleiding wil laten volgen, zodat hij dokter kan worden. Dat is de meest indrukwekkende ontwikkeling sinds de Vietnamese economie geopend is. In tien jaar zijn 2,2 miljoen kinderen van kinderarbeid naar school gegaan. Het zou erg interessant zijn om antiglobalisten aan Tsi-Chi te horen uitleggen waarom het voor Westerlingen zo belangrijk is om Nike te boycotten, zodat ze haar baan verliest, terug kan naar de boerderij en haar zoon moet laten werken.
Links Europa luisterde naar de Vietnamese communisten toen ze alleen ellende en verhongering brachten. Zouden ze nu ook niet naar de Vietnamezen moeten luisteren, nu ze een manier hebben gevonden om het leven van mensen te verbeteren? De partijfunctionarissen zijn er door Nike van overtuigd dat meedogenloze multinationale kapitalisten beter zijn in het verschaffen van hoge lonen en een goede en gezonde werkplek dan de staat. Hoe lang zal het duren voordat onze eigen antikapitalisten deze les leren?
Norberg is auteur van “Leve de globalisering” en schrijver en presentator van de documentaire “Globalisation is Good”.
Dit artikel verscheen eerder op: |