Als onervaren libertariërs zouden we wellicht antwoorden “aangezien belasting diefstal is, zouden de armen alleen ontvangen wat mensen ze vrijwillig zouden geven.
Naarmate ons begrip van libertarische principes en hun toepassing groeit, evolueren ook onze antwoorden op de moeilijke vragen. We verkondigen dan ook niet slechts de morele aspecten van vrijheid, maar ook de praktische. Onze antwoorden beschrijven hoe vrijheid de universele welvaart en overvloed creëert waarnaar de mensheid op zoek is. Beschouw ter illustratie van deze evolutie de mogelijke antwoorden op de vraag “wat gebeurt er met de armen in een libertarische samenleving?”
Als onervaren libertariërs zouden we wellicht antwoorden “aangezien belasting diefstal is, zouden de armen alleen ontvangen wat mensen ze vrijwillig zouden geven. Als jij de behoeftigen wilt helpen, houdt niemand je tegen.”
Is dit antwoord een goede weergave van het libertarisch standpunt over armoede? Het is zeker waarheidsgetrouw–maar het is niet volledig. Degene die de vraag stelt voelt dit ook, en zal verder vragen: “wat als er niet genoeg mensen op vrijwillige basis de armen zouden helpen?” De principiële libertariër antwoordt misschien dat mensen laten verhongeren te prefereren is boven de schending van het libertarische principe die optreedt bij hulp op basis van belastingheffing. De vragensteller loopt (begrijpelijk) weg met het idee dat libertariërs koud en ongevoelig zijn.
Door de nadruk op principe gaat onze trouwe libertariër aan de essentie van de noodzaak van principes voorbij. Correcte morele principes werken in de echte wereld. Het non-agressie principe is ons dierbaar juist omdat het ons dichter brengt bij het ideaal van individuele en universele vreedzaamheid en overvloed. Vrijheid stelt ons welzijn op één lijn met het welzijn van anderen, en creëert de harmonie op basis waarvan overvloed geproduceerd wordt.
Naarmate ons begrip van hoe vrijheid werkt evolueert, weerspiegelt ons antwoord op de vraag “wat gebeurt er met de armen?” dat geëvolueerde begrip. Ons antwoord zou bijvoorbeeld kunnen zijn: “In een libertarische maatschappij zou de particuliere sector bijna zeker meer hulp aan de armen geven dan de overheidssector vandaag de dag doet. Particuliere liefdadigheidsinstellingen geven twee keer zoveel van elke beschikbare dollar aan de behoeftigen, en vermijden bovendien het negatieve welvaartseffect van de hoge belastingen van de verzorgingsstaat (dit effect wordt geschat op 50%).(I,II) Daarbovenop zijn particuliere liefdadigheidsinstellingen beter in staat om mensen uit te sluiten die alleen van sociale uitkeringen gebruik maken om niet te hoeven werken (ongeveer 50% van het totaal).(III) Met andere woorden, als we net zoveel geld zouden geven aan particuliere liefdadigheid als aan de verzorgingsstaat dan zouden de werkelijk behoeftigen 8 keer zoveel hulp ontvangen als vandaag de dag! (IV)
Daarbij zouden vaders bovendien niet hun gezin hoeven te verlaten om hen te laten kwalificeren voor hulp. De meeste overheidsinstellingen geven alleen kinderbijslag als de vader niet in hetzelfde huishouden leeft (V) [dit refereert naar de financiële steun aan alleenstaande moeders in de VS –red.]. Ook zouden vrouwen er niet langer toe verleid worden om kinderen als inkomstenbron te beschouwen. Studies laten zien dat geboortecijfers dalen wanneer overheidsinstellingen geen extra geld geven voor extra kinderen. (VI)
Wanneer families bijeen gehouden worden en kinderen een doel op zich zijn, zou dit ook bijdragen aan een lagere criminaliteit. Kinderen die opgroeien aan de hand van een sociale uitkering in een één-ouder gezin verlaten vaker voortijdig school en komen vaker in de gevangenis dan andere jeugd. “Zou je met dit alles in het achterhoofd, als je morgen de loterij zou winnen en 10% aan de armen zou willen geven, dit aan de overheidsbureaucratie geven of aan particuliere liefdadigheid?” (VII)
Vanzelfsprekend zal de vragensteller die bezorgd is over het lot van de armen deze vergelijking tussen particuliere en overheidsliefdadigheid overtuigender vinden. Vrijheid blijkt een veel efficiëntere manier van liefdadigheid te zijn dan dwangmatige belasting.
Alhoewel dit antwoord een verbetering is over het eerdere antwoord, moet de werkelijke waarde van vrijheid voor de armen nog genoemd worden. Vrijheid elimineert namelijk de meeste armoede aan de wortel. Ons antwoord op “wat gebeurt er met de armen in een libertarische samenleving?” zou dit idealiter moeten weergeven.
We zouden bijvoorbeeld kunnen antwoorden: “de meeste armoede wordt gecreëerd doordat overheidsregels laag betaalde baantjes voor beginners vernietigen. In een libertarische samenleving daarentegen zou niet verhinderd worden dat de minderbedeelden die belangrijke eerste baan krijgen.
“Overheidsregulering vernietigt werk, vooral voor de minderbedeelden en de minderheden. Recentelijk zijn Afro-Amerikanen in meerdere staten boetiekjes begonnen waar je je haar kunt laten vlechten. Maar cosmetische licentie-instellingen hebben de meeste daarvan gedwongen dit op te geven door ze te verplichten een lesprogramma van een jaar te volgen dat $5000 kost en dat niet eens vlechten leert.(VIII) In Californië heeft een cosmeticus meer scholing nodig dan een operatieassistent, een politieagent of een medische hulpverlener! (IX)
“In het begin van de 20e eeuw konden de armen een auto financieren door deze ook als taxi in te zetten. (X) In veel steden kan dit niet meer zonder extreem hoge toegangspremies te betalen (meer dan $200.000 in New York) teneinde een licentie te bemachtigen. (XI) In sommige gevallen geeft de gemeente zelfs tegen geen enkele prijs nieuwe licenties uit. (XII)
“Zulke overheidsmaatregelen creëren veel armoede door mensen werk te ontnemen. Gelukkig vecht het Institute for Justice, een libertarische stichting, het bestuur van New York juridisch aan (en is dit aan het winnen) ten behoeve van de haarvlechters en de potentiële taxichauffeurs. De pro-bono dienstverlening van dit instituut helpt de armen zichzelf te helpen. Terwijl de overheid deelbelangen dient van diegenen die voordeel halen uit opstakels voor zelfstandig ondernemerschap, verdedigen libertariërs de rechten van de armen. Zulke zaken laten zien dat vrijheid, en niet de overheid, de echte vriend is van de armen (XIII)
“Eerder in onze geschiedenis was het een volkswijsheid dat de overheid de vijand van de armen was. Gesteund door de overheid waren de gilden in staat te voorkomen dat kundige mensen toetraden tot hun beroep. Veel mensen vluchten naar de VS waar ze konden werken in plaats van wegkwijnen in armoede. De inscriptie op het vrijheidsbeeld verwees dan ook naar “jullie vermoeide, arme, opeengehoopte massa’s die ernaar verlangen vrijheid te ademen”, en naar “de ellendige afwijzing door jullie overvolle land”. Vrijheid werd gezien als de hoop van de minderbedeelden. Recente studies bevestigen dat landen dichter bij het libertarische ideaal de hoogste en de meest gelijkverdeelde welvaart hebben.(XIV)
“Natuurlijk zouden er nog steeds mensen zijn die niet zichzelf zouden kunnen onderhouden. Maar efficiënte particuliere liefdadigheidsinstellingen zouden in een land dat door vrijheid welvarend zou zijn, het beste in staat zijn om deze ongelukkigen te helpen. Concluderend: vrijheid laat de armen niet aan hun lot over, maar het geeft ze juist een kans!”
Vanzelfsprekend is de potentiële vernietiging van armoede aan de wortel een krachtig argument voor vrijheid. Vrijheid is niet alleen rechtvaardig en efficiënt, het is de noodzakelijke voorwaarde voor vooruitgang. De meeste van onze hedendaagse problemen –inclusief armoede– worden gecreëerd door te weinig vrijheid en te veel overheid. En de resterende problemen die niet door overheidsregels veroorzaakt worden, worden waarschijnlijk beter opgelost door particulier initiatief dan door bureaucratische orders. Dat is waarom vrijheid werkt, en de overheid niet!
Ruwart is gespecialiseerd in het geven van korte, overtuigende antwoorden op de moeilijke vragen over het libertarisme. Ze schreef er zelfs een boek over: “Short Answers to the Tough Questions”. Ook schreef ze de internationale bestseller “Healing Our World” waarin ze het sociale gezicht van het libertarisme laat zien. Haar website is: www.ruwart.com/.
Noten:
I – Zie Robert L. Woodson, “Breaking the Poverty Cycle: Private Sector Alternatives to the Welfare State”, The Commonwealth Foundation for Public Policy Alternatives, 1988; en James L. Payne, “Unhappy Returns: The $600 Billion Tax Ripoff”, Policy Review, The Heritage Foundation, Winter 1992.
II – Noot van de vertaler: deze welvaartskosten bestaan uit de particuliere kosten om aan de belastingen te voldoen (compliance costs) en uit het ontmoedigingseffect op de particuliere productie.
III – Robert Rector, “Welfare Miracle”, Policy Review, March-April 1997.
IV – Als de administratieve kosten gehalveerd worden en de particuliere welvaart verdubbeld, dan is er vier keer zoveel geld beschikbaar voor de armen. Als de helft van de mensen werken in plaats van een sociale uitkering ontvangen wordt het beschikbare geld voor de rest opnieuw verdubbeld tot in totaal acht keer. Deze berekening is gebaseerd op conservatieve schattingen uit de genoemde bronnen.
V – Mary J. Ruwart. “Springing the Poverty Trap”, in: Healing our World: The Other Piece of the Puzzle, SunStar Press, 1993.
VI – Robert Rector, “The Impact of New Jersey’s Family Cap on Out-of-Wedlock Births and Abortions”, F.Y.I., The Heritage Foundation, 1995.
VII – Een mede-libertariër vertelde me deze succesvolle tactiek. Op het moment dat we spraken had nog niemand ooit aangegeven dat hij zijn bijdrage aan de overheid zou geven.
VIII – Michael M. Melendez, “Hair-braiding stylists fight in court for exemption from cosmetology law”, The Plain Dealer, October 27, 1998.
IX – Clink Bolick, “IJ’s Cosmetology Licensing Challenge Joined by Urban League”, Liberty & Law, Institute for Justice, February, 1999.
X – Greg Rehmke, “McTransit for the 1990s”, Econ Update, Reason Foundation, March, 1991.
XI – Chip Mellor, “Is New York City Killing Entrepreneurship?”, Liberty & Law, Institute for Justice, May 1996.
XII – Sam Staley, “How Government Keeps Us Poor”, Ohio Libertarian, Libertarian Party of Ohio, March 1997.
XIII – Kijk voor de meest recente gegevens op de Institute for Justice website: www.ij.org/.
XIV – James D. Gwartney, Economic Freedom of the World: 1997 Annual Report, The Fraser Institute, 1997.
Dit artikel verscheen eerder op: |
Een vrij land als Amerika is geeft wereldwijd het meest weg aan charity.
Amerika is geen vrij land, en was dat de afgelopen 30 jaar ook niet.
Zorg voor de armen. Is dwang nodig ?
Piet De Pauw
28 december 2008
Wanneer mensen volledig vrij zijn te beslissen over te zorgen voor de armen, gehandicapten, behoeftigen,…., zullen zij dit wel doen?
En zo ze dit doen, zal dit wel in voldoende mate gebeuren?
Er is veel ongeloof over het feit dat mensen, wanneer ze volledig vrij zijn dit te beslissen, dit wel zullen doen.
In libertarische kringen wordt dan geargumenteerd dat mensen, prive organizaties en bedrijven dit wel op spontane wijze zullen doen.
Zie bv:
“Maar…wat gebeurt er dan met de armen? ”
http://www.libertarian.nl/wp/2003/09/maar%e2%80%a6wat-gebeurt-er-dan-met-de-armen/
Dit argument komt ongeloofwaardig over, gezien de beschrijvingen van bedelende en creperende mensen uit de geschiedenis.
Anderzijds, ook met een overheid, die zoals in Belgie, Nederland en Frankrijk, wegloopt met ongeveer 50% van de welvaart gecreeerd door de mensen (d.i. het Bruto Nationaal Product) onder het mom van solidariteit, zijn er ook mensen die op straat slapen, clochards, bedelaars,….
Bijgevolg, ook met een gedwongen oververheidsbeslag van 50% op de welvaart geproduceerd door de mensen, is er nog een belangrijk probleem.
Je kan dan de vraag stellen:
“Zonder dwang, zouden het er dan niet veel meer zijn die bedelen, op straat slapen,…?”
Gesteld dat dit inderdaad zo zou zijn, dan is de vraag is bijgevolg of het gedwongen overheidsbeslag van 50% op de geproduceerde welvaart, de bestaande zorg voor de armen en behoeftigen verantwword.
Hoe gebeurt dan de zorg voor de armen en de behoeftigen in een vrije samenleving?
Zoals ik het begrijp zijn volgende elementen van belang:
1) Solidariteit door verzekering
2) Dwang door de publieke opinie in de omliggende gemeenschappen.
3) Grootte van de gemeenschap
d.i.de relatieve impact van het individu op de gemeenschap
1) Solidariteit door verzekering
Vermits iedereen werkonbekwaam kan worden, is het logisch dat mensen zich willen indekken tegen inkomensverlies en kosten verbonden aan medische verzorgings.
Het is niet duidelijk welk systeem hiervoor het beste is.
De vrije markt lost dit op.
Efficientie versus kost is voornaamste performantie parameter.
Elke gemeenschap zet heirbij zijn eigen systeem op: geen verplichte verzekering voor diegenen die behoren tot die gemeenschap, wel verplicht, ierdeen bij diezelfde maatschappij,…
Na verloop van tijd wordt duidelijk welke gemeenschap het beste systeem heeft.
2) Dwang door de publieke opinie in de omliggende gemeenschappen.
Wanneer een bepaalde gemeenschap relatief weinig zorg draagt voor hulpbehoevenden, is het mogelijk dat deze gemeenschap een slechte naam krijgt.
Er verschijnen artikels in de pers, reporatges op televisie, enzovoort.
Onder invloed van de publieke opinie wordt zo in belangrijke mate druk gezet op een gemeenschap.
Om hun image en reputatie te verbeteren zullen de gemeenschappen waar wantoestanden zijn, deze wantoestanden zo snel mogelijk corrigeren.
Also voorbeeld de wantoestanden in sommige weeshuizen in Bulgarije.
Zie bijlage 1.
Na het publiek maken van wantoestanden in een weeshuis in Bulgarije via een televisieuitzending en daarna in de pers, rees er verontwaardiging.
Omadt Bulgarije hierdoor imagoschade opliep, werd het besproken weeshuis gesloten.
Ik veronderstel, zodra duidelijk is welke de beste systemen zijn voor verzekering tegen inkomensverlies en medische kosten, dat de beste systemen ook snel zullen worden overgenomen door andere gemeenschappen.
3) Grootte van de gemeenschap
d.i.de relatieve impact van het individu op de gemeenschap
In gebieden waar vrijheid en bezit worden gerespecteerd, blijven gemeenschappen relatief klein.
Op deze wijze blijft de kontrole van het individu, op wat hij delegeert naar anderen toe (bv onderhoud van gemeenschappelijke wegen, vuilnisophaling,.. enz) relatief groot.
Kijk maar naar Zwitserland: de rechtsreekse controle van de individuen op wat gemeenschappelijk wordt gedaan is er zeer hoog. Dit heeft voor gevolg dat de entiteiten, naar dewelke men delegeert, ook een relatief beperkte schaalgrootte hebben.
Bv: de belangrijkste uitgaven van wat gemeenschappelijk wordt gedaan situeren zich op het niveau van de kantons.
In Belgie en Nederland, waar de kontrole van het individu op wat gemeeschappelijk is, zeer beperkt tot zelfs onbestaande is, gebeuren de uitgaven voor wat gemeenschappelijk is, op niveau van het land. Op die manier is de controle van het individu fel op de uitgaven fel gereduceerd.
“Several authors have argued that a centralization of fiscal powers in a federation is less likely to occur if citizens have to approve a change in the assignments of responsibilities by a popular referendum. This outcome may be due to the fact that logrolling is more difficult under direct than under representative democracy. It may also be caused by citizens’ fear that a centralization of fiscal authority facilitates the extraction of rents by the government or the legislature. In this paper, we test the hypothesis that centralization is less likely under referendum decision-making in the unique institutional setting of Switzerland. Using a panel of Swiss cantons from 1980 to 1998, the empirical
analysis provides evidence that referendums induce less centralization of fiscal activities.”
Ref:
“On government centralization and fiscal referendums”
Lars P. Feld (a), Christoph A. Schaltegger (b), Jan Schnellenbach (a)
(a) Alfred-Weber-Institut, University of Heidelberg, Grabengasse 14, D-69117 Heidelberg, Germany
(b) Swiss Federal Department of Finance, Switzerland
European Economic Review 52 (2008) 611–645
Het heeft er alle schijn van dat organizaties die macht willen afnemen van en uitoefenen over individuen, streven naar zo groot mogelijke entiteiten, opdat de impact van 1 individu minimaal zou zijn.
Ik herinner me, toen de fusies van gemeenten werden bediscussieerd eind 1960, er in mijn dorp (Sint-Gillis Dendermonde) een volksraadpleging was over de fusie. Het resultaat was: geen fusie gewenst. De fusie werd echter doorgedrukt door de politieke partijen tegen de wil van de mensen.
Hetzelfde gebeurt vandaag met Europese unie. Alhoewel de bevolking in vele landen zich heeft uitgesproken tegen de nieuwe Europese grondwet, doen politici er alles aan om de beslissingen van de mensen naast zich neer te leggen.
Wanneer gemeenschappen klein zijn, is het voor een individu mogelijk van aan te sluiten (en eventueel te verhuizen) naar een andere gemeenschap.
Bij geografisch zeer grote eenheden is dit niet mogelijk.
Vandaar dat politici streven naar schaalvergroting, bv het maken van een europees tax kartel, zodat mensen niet meer naar een andere gemeenschap kunnen overstappen. De keuzevrijheid wordt hierdoor beperkt, en de greep van de staat op het individu wordt door de huidige machtsconcentratie in belangrijke mate versterkt.
Wanneer gemeenschappen klein zijn, zijn er een groot aantal gemeenschappen, en is er ruimte voor vele verschillende vormen van verzekering. In principe zijn er oneindig veel mogelijkheden. Er is bijgevolg ruimte voor vele experimenten. Dit is belangrijk aangezien het niet a priori duidelijk is wel systeem het beste is.
Bijlage 1: Weeshuizen in Bulgarije (Januari 2008)
De Standaard, maandag 25 februari 2008 | Bron: vrt
Bulgarije sluit omstreden weeshuis
“Het omstreden Bulgaarse weeshuis, dat internationale bekendheid verwierf na de BBC-reportage ‘Bulgarian Abandoned Children’, gaat dicht. Dat meldt VRT vanmorgen.
Volgens de openbare omroep heeft de Bulgaarse overheid besloten om de bewuste instelling samen met nog enkele andere te sluiten. Reden zijn de erbarmelijke omstandigheden waarin de kinderen er verblijven.
De Bulgaarse instelling kwam fel in opspraak nadat een BBC-reportage in verschillende landen werd uitgezonden.”
Comments are closed.