Het Kioto-verdrag, dat beoogt de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, verkeert in staat van ontbinding. En dat is misschien maar goed ook, schrijven Hans Labohm en Dick Thoenes. Dat verdrag levert namelijk een minuscuul, ja zelfs onmeetbaar resultaat op.

IN VERSCHILLENDE eerdere artikelen in de media (bijvoorbeeld in Het Parool van 28 maart 2002) hebben wij zowel gezamenlijk als individueel gewezen op de tekortkomingen van de wetenschappelijke onderbouwing van het Kioto-verdrag, dat beoogt de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, omdat deze de wereldtemperatuur doen stijgen, met allerlei schadelijke gevolgen voor mensheid en milieu. Bovendien wezen wij erop dat Kioto veel geld zou kosten en nauwelijks iets zou opleveren in termen van afkoeling. Onze conclusie was: niet doen dus! Die artikelen kwamen ons op een aantal bestraffende reacties te staan.

Thans verkeert Kioto in staat van ontbinding. De Europese Unie, die zich als ferventste voorstander van het verdrag heeft geprofileerd, blijkt zelf bij lange na niet aan de eisen te voldoen. Hiermee heeft de EU een geloofwaardigheidsprobleem.

Voorwaarde voor inwerkingtreding van het verdrag is dat er voldoende landen aan meedoen. Tezamen dienen zij ten minste 55 procent van de totale werelduitstoot van CO2 voor hun rekening te nemen. Dat kan pas als ook Rusland toetreedt. Maar volgens de media heeft Rusland nu laten weten dat het daar niet over piekert.

Is dat Russische besluit nieuws? Nee, in het geheel niet. Reeds op 6 juni 2003 heeft Andrej Illarionov, de economisch adviseur van president Vladimir Poetin, zich in gelijke bewoordingen over Kioto uitgelaten. Hij heeft dat nog eens herhaald tijdens de klimaatconferentie die eind september in Moskou werd gehouden. In de marge van deze conferentie gaf hij een interview waarin hij in detail inging op de klimaatwetenschappelijke onzekerheden alsmede de hoge kosten en de minuscule baten van Kioto. Dit interview is in extenso op internet te vinden. Het was voor het eerst dat een hoge beleidsmaker (niet-klimatoloog) een geïntegreerde visie op het klimaatprobleem ontvouwde die zowel de klimatologische als de economische aspecten omvatte. Noch in West-Europa, noch elders ter wereld is dat ooit gebeurd. De media achtten de nieuwswaarde van dit interview kennelijk beperkt, want Illarionovs uitleg werd genegeerd.

Uiteraard leidde de Russische beslissing tot het gebruikelijke ach en wee-geroep van de voorstanders van Kioto, inclusief Margot Wallström, de Eurocommissaris die verantwoordelijk is voor het klimaatprobleem en die zich in het verleden heeft onderscheiden door landen die Kioto niet wilden ratificeerden, de les te lezen. Nog onlangs verklaarde zij: “The Kyoto Protocol is not dead. It has maybe held its breath for a little while as we are all waiting for the Russian ratification.” Dat lijkt ons een illusie.

Inmiddels groeit ook het aantal sceptische artikelen in de ‘peer-reviewed’ wetenschappelijke bladen. In de eerste plaats kan worden gewezen op de analyse van Willie Soon and Sallie Baliunas, die op basis van een inventarisatie van bestaande klimaatstudies concludeerden dat het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change, dat verantwoordelijk is voor de wetenschappelijke onderbouwing van Kioto) ten onrechte suggereerde dat de huidige opwarming zonder precedent is. De Middeleeuwen kenden hogere temperaturen dan thans. En toen was geen sprake van door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen.

T-grafiek_D.Wojick,TCS_.gif

Een misschien nog belangrijker bijdrage was die van Stephen McIntyre and Ross McKitrick (Energy and Environment, 14, 751-771, 2003). Deze auteurs concludeerden dat de zogenoemde hockeystickgrafiek, die is opgesteld door Michael Mann en die door het IPCC als een betrouwbare reconstructie van het verloop van de wereldtemperatuur over het afgelopen millennium wordt beschouwd, niet deugt. Zoals de naam reeds aangeeft laat de hockeystickcurve een dalend temperatuurverloop zien tussen 1000 en 1900, om vervolgens snel te stijgen. Op basis van dezelfde gegevens als die Mann heeft gebruikt, hebben McIntyre en MacKitrick nieuwe berekeningen gemaakt en concludeerden daarbij hetzelfde als Soon en Baliunas.

HockeystickTCS.jpg

Over de juistheid van hun bevindingen is overigens het laatste woord nog niet gezegd. De discussie is nog gaande. Maar als ze gelijk hebben, heeft ook het IPCC een geloofwaardigheidsprobleem.

Ook de economische veronderstellingen die aan Kioto ten grondslag liggen, zijn mikpunt van kritiek geweest. Hier hebben Ian Castles, voormalig directeur van het Australische Bureau voor de Statistiek, en David Henderson, voormalig chief economist van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), gewezen op de geweldige overdrijving van de groeicijfers in de wereldeconomie die het IPCC heeft gebruikt voor zijn projecties van de toekomstige uitstoot van broeikasgassen (The Economist, 6 november 2003).

Het is verwonderlijk dat Kioto nooit werd onderworpen aan een maatschappelijke kosten-baten-analyse. Noch de regering, noch het parlement, noch het publiek leek hieraan behoefte te hebben. Dat gold niet alleen voor Nederland, maar voor de gehele EU. Daarover is nooit duidelijke informatie verstrekt; er werd evenmin ooit naar gevraagd. Waarom zou men ook? Zoiets doet men niet met geloofsartikelen als Kioto. Maar in het licht van de grote problemen waarmee onze samenleving thans wordt geconfronteerd, zullen de maatschappelijke prioriteiten scherper gesteld moeten worden dan in het verleden het geval is geweest.

Wat zijn dan de kosten en baten van Kioto? In de literatuur kan men verschillende schattingen aantreffen. Hieruit rijst globaal het beeld op dat de kosten voor de deelnemende landen enkele honderden miljarden dollars per jaar bedragen. Daar staat een netto temperatuurverlaging tegenover van 0,02 (tweehonderdste!) graad Celsius in 2050. Het oorspronkelijke Kioto-verdrag zou een afkoeling van 0,07 graden Celsius hebben opgeleverd, maar Kioto werd tijdens de conferentie van Marrakech afgezwakt, hetgeen het genoemde lagere cijfer opleverde. Dat is op een normale thermometer niet waar te nemen.

De Nederlandse regering heeft het plan in het kader van het Kioto-verdrag een windmolenpark in zee te bouwen met een nominale capaciteit van zesduizend megawatt, dat wil zeggen een gemiddelde effectieve capaciteit van ongeveer twaalfhonderd megawatt. Hiermee is een bedrag gemoeid van naar schatting tien à twintig miljard euro. Let wel: deze windmolens kunnen nooit conventionele centrales vervangen; ze kunnen gedurende de tijd dat het flink waait, hooguit een klein deel van de stroomopwekking overnemen. De brandstofbesparing die dit oplevert, dekt een fractie van de gemaakte kosten. Om dezelfde reden is de invloed op de beperking van broeikasgassen maximaal twee procent en dat is minder dan de jaarlijkse toename. De invloed op het broeikaseffect is verwaarloosbaar. Ook hier is blijkbaar nooit een kosten-batenanalyse gemaakt!

Kioto is dus een geldverslindend project, dat een minuscuul, ja zelfs onmeetbaar resultaat oplevert. Wij blijven bij de conclusie die wij eerder trokken: niet doen dus!

Hans Labohm is als gastonderzoeker verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.
Dick Thoenes was tot 1 januari 1996 hoogleraar chemische proceskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven.

Dit artikel verscheen eerder in het Parool.

4 REACTIES

  1. Er bestaat een connectie tussen de continentendrift en klimaat. Alleen als continenten over één of beide polen liggen, kan een ijstijd ontstaan. Want dan kan warm water van de evenaar het ijs bij de polen niet smelten. Zeewater neemt het grootste gedeelte van het CO2 op. De bijdrage van de mens aan het CO2 gehalte wordt op dit moment op 3% geschat.

    Meestal zijn de polen NIET bedekt met land. Dat betekent in feite, dat de temperatuur van de Aarde op dit moment juist UITZONDERLIJK LAAG is. Hij is gemiddeld 8 graden lager dan normaal.

    Op dit moment bevindt zich een landmassa boven de zuidpool, en Groenland zorgt ervoor dat niet alle warme water van de evenaar bij de noordpool kan komen. De condities voor een ijstijd zouden perfect zijn, ware het niet dat er één faktor is die dit tegenwerkt, en die heeft niets met de mens te maken.

    In feite hebben wij de afgelopen tijd om de 100.000 jaar een ijstijd, die afgewisseld wordt door een periode van ongeveer 10.000 jaar waarbij er geen ijs is. We zitten toevallig in zo’n interim periode.

    Het einde van de Dinosauriër werd niet alleen veroorzaakt door een inslag van een komeet op een ongelukkige plek. Die gaf aleen de genadeklap. Er was allang een achteruitgang gaande, die kwam doordat de zuidpool met land bedekt werd, waardoor het steeds kouder werd.

    De 3% CO2 die de mens toevoegt aan het CO2 gehalte houdt deze ijstijd misschien zelfs enigszins tegen, alhoewel de bijdrage van de mens vermoedelijk te laag is.

    Als beide polen bedekt zijn met land, dan kan het ijs zich zelfs over de hele planeet verspreiden. Een ‘runaway ijseffect’ ontstaat dan. Zoiets heet dan een SUPERIJSTIJD. Volgens de chaostheorie leidt zoiets altijd tot een explosieve nieuwe ontwikkeling. Het verklaart de sprongen in de evolutie.

    De laatste superijstijd was 200 miljoen jaar geleden, die de zogenaamde eucariotische cel zijn kans gaf. Daaruit zijn toen ALLE meercellige organismen ontstaan, dus zo’n beetje het hele planten en dierenrijk. Daarvoor bestonden alleen maar ééncelligen en simpele plantjes en algen.

    Een superijstijd duurt ongeveer 1 miljoen jaar. Hij wordt doorbroken door een super-broeikaseffect, doordat vulkanen doorgaan met het uitstoten van CO2, zonder dat dit door het zeewater opgenomen kan worden. (Want dat is bedekt met ijs.) Er is dan een ENORME CO2 concentratie. Véél groter dan nu het geval is. Het ijs kan dan zelfs binnen één jaar totaal smelten, terwijl er extreme tornado’s woeden over de aarde. Wat dat betreft is de Aarde op dit moment een oase van atmosferische rust.

    Er is ook een kosmisch verband. Een nieuwe ijstijd begint, als het zonnestelsel één van de armen van de melkweg binnengaat. Daardoor is er meer intergalaktische straling, die de wolkvorming bevordert, waardoor, in combinatie met land op de polen, ijs in de zomer blijft liggen, met als gevolg het toenemen van ijs. Dit gebeurt met een frequentie van 143 miljoen jaar. Juist in deze periodes, in combinatie met landmassa’s over de polen, zijn er ijstijden.

    Op dit moment verlaat ons zonnestelsel zo’n arm. Dat is de voornaamste oorzaak van de huidige opwarming, de gemiddelde temperatuur kan doen oplopen tot 8 graden, wat de normale temperatuur is. Uitgebreide ijsgebieden zijn abnormaal.

    De rol van broeikasgassen is in dit alles volkomen te verwaarlozen. De ‘broeikasroepers’ kunnen er niet meer naast zitten.

  2. Kan me met de opmerking van Max aansluiten, alleen heb ik een vraag/opmerking.
    Het klinkt allemaal erg logisch en onderbouwd, alleen waarom wordt dit door iedereen terzijde geschoven, afgedaan als onkunde.
    Reinders en alle andere milieu theologen voorop.
    Help me eens mee dit te verklaren, of mogen we dit soms niet?
    Groetend

Comments are closed.